moralisten,
vlees zien eten....'
/WRq-jjE.
Lcue
1897 riep hij op de Socialistenbond te
ontbinden en zich voortaan te verenigen in
'Vrije Socialistenvereenigingen' die voor
speciale gevallen zouden kunnen samengaan.
Domela heeft zich daarna altijd beschouwd
als een sociaal-anarchist, iemand die niet
helemaal wars is van verenigen, maar
wanneer het na 1897 om organisatie van vrije
socialisten ging werkte hij stelselmatig alle
pogingen tegen. We zullen het nog zien. Zijn
opstelling deed de anarchistische beweging in
Nederland zeker geen goed. Alles zou
misschien anders zijn gelopen als Cornelissen
in het land was gebleven, maar ook hij
kondigde op het Rotterdamse kongres aan
op te stappen. Cornelissen was in tegenstel
ling tot Domela voorstander van organisatie,
want zonder die kon de arbeidsbeweging wel
afgeschreven worden.
Knekelhuis
De oproep van Domela om uit te treden werd
door de Zeeuwse afdelingen en Dordrecht
niet meteen opgevolgd. Al gauw kwam het
echter tot verdere ruzie in leidende kringen
van de bond. De Zeeuwse afdelingen konden
er maar weinig begrip voor opbrengen. Zo
werd de 'revolutionaire socialistische partij
een groot knekelhuis', schreven Dirk Bimmel
en Jac. L.A. de Lange namens de Middel
burgse afdeling. Zij wilden in plaats van de
bond een federatie van de plaatselijke
verenigingen. De Vlissingse afdeling scheidde
zich op 6 maart 1898 af om 'voortaan haar
eigen weg (te) volgen, om te propageeren
voor het Kommunistische Socialisme, onder
den naam van Kommunistisch Socialistische
Vereeniging te Vlissingen'. Dat was het
socialisme dat Cornellissen/voorstond.
De kombinatie die De Toekomst beheerde
bleef intakt en Bergmeijer bleef redakteur,
hoewel hij in de Socialistenbond tot de
parlementaire vleugel hoorde. Maar toen
eind oktober ook de afdelingen Middelburg
en Dordrecht zich van de Socialistenbond
afsplitsten, trad Bergmeijer af.
Of zijn opvolger A. van Emmenes inderdaad
de mensen graag hoorden. Hij schreef heel
vlot en goed, maar vaak speelde hij meer de
man dan de bal (om even over te springen
naar de stiel van zijn zoonde bekende
sportverslaggever. 'Zijn redevoeringen, die
met hun nietszeggend gescheld, altijd even
oppervlakkig zijn en nooit verheffen doch
altijd neertrekken tot de laagte van zijn
baggerlaarzen zijn zeer schadelijk',
schreef de anarchist H.J. van Steenis in deze
tijd aan Domela. En hij had wel een beetje
gelijk: het spelen op de man kon samen met
het onthullen van misstanden van De
Toekomst een schandaalblaadje van de
ergste soort maken. Toch meent men dat met
'Janus' als redakteur De Toekomst zijn beste
jaren had.
Onder Van Emmenes raakte het blad voor
het eerst uit de rode cijfers. Daarvoor
moesten de samenwerkende socialistenvere
nigingen nog wel eens ieder 60 gulden
bijpassen, wat toen een hoog bedrag was.
Maar nu liep de losse verkoop op rolletjes. In
Oosterbeek (Van Emm^pes had jaren in
Arnhem gezeten) verkoci men wekelijks 100
exemplaren en de Vlissingse socialisten
zetten wekelijks in Souburg zo 'n 60
exemplaren af. Bovendien togen ze het land
in. Gerard Angenenten Frits de Kaart gingen
soms wel zover als Breda en Gorkum! De
drukkerij was inmiddels voorgoed verplaatst
naar Lombardstraat 61 in Middelburg, waar
Izaak, de broer van Piet van Sluis woonde.
In januari 1900 moest Van Emmenes de
redaktie opgeven; zijn ogen werden te slecht.
Binnen een week vond men een nieuwe
redakteur: de Gorkumse onderwijzer P.M.
Wink. Deze was maar kort in de arbeidersbe
weging aktief. Hij schreef goed, leuterde er
niet zomaar wat op los. Met Wink als
hoofd redakteur (De Lange zorgde voor het
Zeeuwse nieuws) kwamen er meer berichten
uit de streken rond Gorkum in het blad.
Onder hem werden definitief de motto's
veranderd die sinds de nadagen van Van der
Veer de kop flankeerden. ('Wie den arbeider
'zoo vrij (zou) zijn om in Zeeland het laatste
sprankje sympathie voor een flinke partijor
ganisatie uit te doven', zoals verwacht werd,
staat te bezien. Antiparlementair was hij
zeker, maar tegen organisatie niet. Hij zat op
de lijn van Cornelissen en was onder andere
bekend geworden als organisator van de
grondwerkers, arbeiders die in het algemeen
bij het publiek niet hoog aangeschreven
stonden.
Omstreden was hij om zijn gedragingen, met
name toen hij er met de jonge Jeanne
Sprenger (een nichtje van de rijke Middel
burgse familie Sprenger) vandoor ging en zijn
vrouw met zes kinderen liet zitten. Maar hij
was zeer humoristisch, kon de dingen scherp
zeggen, en sprak in het algemeen een taal die"
vorm van organisatie konden. Hoe konden
kleine afdelingen sprekers laten komen? Heo
zou een blad als De Toekomst uit kunnen
komen als er niet een kombinatie van
socialistenverenigingen achter stond die zich
garant stelden? Hij begon thema's aan te
vatten die heel gevoelig lagen onder vrije
socialisten. Het stak hem dat er altijd zoveel
geleuterd werd, de beweging verpest werd
door persoonlijke rivaliteiten, dat er plenty
ruimte was voor hol gepraat over principes,
maar dat er praktisch zo weinig van de grond
kwam. Maar hij vond dat op die manier het
anarchisme van zichzelf een karikatuur
maakte: jongens van 16 a 17 jaar met
flambards en meterslange strikdassen, die al
precies wisten wat ze van het kiesrecht
moeten vinden; eeuwige debaters, die wel een
abonnement op debatteren leken te hebben:
'Zie die dweepers met hun natuurlijke
levenswijze, natuurgeneeswijze, vegetarisme,
geheel-onthouding, die onmogelijke moralis
ten, die een vies gezicht zetten als je een sigaar
rookt en walgen als ze je vleesch zien eten zijn
dat soms geen karikaturen?'
Het is de vraag of dat alles goed viel bij de
verenigingen die De Toekomst beheerden. Ik
betwijfel het een beetje, maar kan geen
aanwijzingen vinden of Wink daarom op 26
april 1902 aankondigde een stapje terug te
gaan doen. Hij zelf schreef dat hij zich altijd
tekort voelde schieten als propagandist en
dat hij nu eens bij wilde studeren.
Vanaf die datum trad een driemanschap op
als redaktie van De Toekomst, bestaande uit
Wink, de Giethoornse onderwijzer J.J. Hof
en Jac. L.A. de Lange, die het eigenlijke werk
zou gaan doen. De proeven van bekwaam
heid die hij daarvoor inmiddels had afgelegd
vormen een nieuw verhaal.
Bert Altena
Dat De Toekomst in z'n kolommen afgaf op
modieuze anarchisten betekende nog niet,
dat het blad zelf geen propaganda maakte
voor het anarchisme, getuige de 1-mei-
tekeningin 1902. In datzelfde voorjaar kwam
Domela trouwens ook in Middelburg
spreken op een meeting.
zijn loon onthoudt, is een bloedhond, uit het
apokriefe boek Jezus Sirach bv.)
Strikdassen
Dat Wink nog niet lang in de beweging was,
kon je goed merken, maar dat betekent niet
dat hij niet meteen probeerde zich over
allerlei zaken een mening te vormen. Al vlug
benauwde het hem dat de vrij-socialistische
beweging voorgelicht door Domela Nieu-
wenhuis zo negatief was, niet veel meer dan
kritiek op de SDAP en zuiver houden van de
beginselen. Alles wat herinnerde aan de SDB
of de Socialistenbond was taboe.
Wink daarentegen was steeds meer de
overtuiging toegedaan dat de vrije socialisten
iets positiefs moesten stellen tegenover de
SDAP en dat ze maar moeilijk zonder enige