Recht op Onderwijs krom en onwijs In de universele verklaring van de rechten van de mens is het recht op onderwijs voor iedere wereldburger vastgelegd. Maar, 'onderwijs wordt niet gegeven om de geest te verrijken van diegenen die onderwezen worden, maar om de beurs te verrijken van diegenen die het te vertellen hebben in onze maatschappij.' Vindt Jolijn de Zwart uit Aardenburg. Als zestienjarige scholiere won ze de derde prijs in een opstelwedstrijd naar aanleiding van het 35-jarig bestaan van de mensenrechtenverklaring van de Verenigde Naties. De visie van een 'onderwijsgenieter'. Recht op Onderwijs I. Recht op Onderwijs in onze maatschappij In deze vooropgestelde conclusie wil ik duidelijk maken dat iedereen recht moet hebben op onderwijs, om zijn/haar geest te verrijken met kennis om zo een zelfstandi ger en evenwichtiger leven te leiden. Maar dit is een illusie; onderwijs wordt niet gegeven om de geest te verrijken van diegenen die onderwezen worden, maar om de beurs te verrijken van diegenen die het te vertellen hebben in onze maatschappij. Onderwijs wordt gegeven wanneer de gevestigde orde van mening is dat de massa tot een bepaald intelligentie-niveau ge bracht moet worden om die gevestigde orde ten dienste te staan. De bedoeling is dat het niveau zó hoQg is, dat het nog te overzien is, maar dit is gelukkig niet te verwerkelijken. Zie bijvoorbeeld de Industriële Revolutie: mensen moesten onderwezen worden om de machine te bedienen, en het onderwijs was de eigenlijke oorzaak van het feit dat de arbeiders in opstand kwamen tegen de 'kapitalisten'. Doordat de massa in aanra king kwam met boeken, tijdschriften (ze konden nu lezen) drong het tot een deel van hen door dat hun situatie niet rechtvaardig was. Dezen wisten de massa ervan te overtuigen dat zij samen moesten werken (of vechten) voor een betere toekomst. De marxisten maakten hier gebruik van met hun 'Arbeiders aller landen verenigt U'. Als men de massa onderwijst, zal die massa op een gegeven moment zelf dingen willen bepalen, over de aard van het onderwijs, en dus indirect over de maatschappij waarin zij willen leven. Een typisch voorbeeld voor deze stelling vindt men als men de geschiedenis van het kolonialisme bekijkt. Toen rond 1900 de buitenlandse politiek ten opzichte van de koloniën veranderde van batig saldo politiek naar ethische politiek kwam het nationalisme onder de inheemse bevolking op. Het onderwijs zorgde ervoor dat de mensen iecrden over politiek, zelfstandigheid. Ze kregen zelfbewustzijn en wilden over zichzelf beslissen, over hun land beslissen. Typisch is ook dat de leiders van deze nationalistische bewegingen in het westen gestudeerd hadden en hun kennis over gingen dragen aan hun landgenoten. Een voorbeeld hiervan is Ing. Soekarno. Na dit alles vraag ik me af: Wat is dan het Recht op Onderwijs? Is dat het recht om onderwezen te worden wanneer anderen er belang bij hebben? Het recht om zoveel te weten dat je een klein plaatsje in het productieproces kan innemen, je zo te specialiseren dat je niet meer met je buurman kan praten? Dit maakt duidelijk dat ik Recht op Onderwijs niet als iets concreets kan behandelen, wat Recht op Onderwijs is hangt af van de soort maatschappij waarin je leeft. Ik ga nu proberen uit te leggen hoe ik het Recht op Onderwijs in onze maatschappij beschouw (I), en hoe ik zou willen dat Recht op Onderwijs tot uiting kwam (II). Wij hebben het recht om ons te ontwikke len. Het is zelfs een plicht tot 16 jaar. Let wel: plicht. We worden door het onderwijs ertoe gedwongen ons in de maatschappij 'aan te passen'. We rollen er als het ware in nadat we onze opleiding gehad hebben. De aard van het onderwijs wordt bepaald door een klein groepje mensen. Zij bepalen ook de 'samenleving'. Deze mensen kiezen uit een grote hoeveelheid leerstof datgene wat wij moeten behandelen. Zij maken een keuze, en een keuze kan niet objectief zijn. Als dus mensen de aard van het onderwijs bepalen, dan staat het onderwijs toch altijd ten dienste van die mensen?! Termen als 'verrijking van de geest' zijn belachelijk geworden. Nee wij verrijken onze geest niet meer. We hebben niet eens een doel meer om voor te leren (en leven?). We klampen ons vast aan één onderdeel van een bepaalde wetenschap. Men overziet dan ook niet meer waar men mee bezig is. Vakidioten is een term die benadert wat ik bedoel. Deze mensen kijken niet meer wat het nut van hun wetenschap is, het doel is verdwenen. Ze werken voor de wetenschap en voor de wetenschap alleen. Op zich is dat geen ramp, wetenschap is mooi, maar alle verworven kennis wordt MISbruikt door regeringen, machtige instanties, multinatio nale bedrijven e.d. Op de middelbare school beginnen we al met ons te specialiseren. We moeten een keuze maken in wat voor richting we verder willen leren. Maar wat weten wij ervan; we kiezen dus waar we het beste in zijn, of 'waar de meeste toekomst in zit'. Groepen formeren zich, zogenaamde 'exactelingen' en diegenen die een 'pretpakket' hebben, (pretpakket is de sociale vakken en de talen) Alleen de naam pretpakket impliceert al dat deze vakken geen nut meer hebben in onze maatschappij (volgens diegenen die de maatschappij bepalen), dit is betreurens waardig, want juist de sociale vakken geven ons inzicht in de maatschappij en maken ons kritisch. De groepen op school praten onderling ook niet meer zoveel. Dit is het begin van naast elkaar leven. Hoe moeten deze mensen later in een maatschappij functioneren, ze leefbaar houden (of maken). Ons onderwijssysteem 'vermoordt' de menselijkheid in onze maatschappij. Het onderwijs systeem wordt bepaald door de samenleving en de samenleving wordt bepaald door een elite. Om de samenleving te veranderen zou dit andersom moeten zijn, het onderwijs zou bepalend moeten zijn voor de samenleving. Zoals het nu is echter verandert er niets, zolang de gevestigde orde daar geen belang 17

Tijdschriftenbank Zeeland

Nieuw Zeeland | 1984 | | pagina 53