II IV Kwijtscheld CD l— F* N?S li M I? I? c O 1? 33 Ü5 3 7? 8S li- I 31 Goodbye blue sky O -O c/> CD 3 CU CU 3 05 O 3" 3" CQ CD C N CD CU 3 O. "O O CO CT c C/) l\3 0> -P- CO 00 o O Q. CL CD CT C CQ O cu r-+ C 3 I CU 3 O. CD ?r CD 3 3' CQ CU O 3" r* O "O c CU O O CD "O cq □3 CD 3 CQ CO J n' CD ~o CD CQ CD O CD CQ Q. CD CQ O TT CU 0) 13 O co »-+ O O Q. CD CD 3 S O O 3 "O CU CU Q. CD CO cu cu 3 O CU CU CD -Q C CD g cu CT O 3 3 CD 3 CD 3 ct CD N CD O O CU CL CD CU c CQ CD CQ CD CD 3 Q. O O "0 O co O O Q. CD CD 3 ■o cu CU co 7 Q. CD CD C/> CD 03 cr 0 Q Ti CD CD 2 3 O 2 3 TT 2 E. 3 rs O 5 o rs "T3 1 3 p V-, TT 70 c/3 <T) Q3 -! S; n j» a' TC 6 I 3 c O c c -■ 3 - CL C 65 3 <T> EL w -• rs 3 i rS w 00 o N 3 rs O. 22 w 00 63 £L *-*■ vf V z, 7* 2 3 X o. O 2 S5 23 Zc/5 O ei =r rs 3 d3 35- La PI CL 65 H 65 La -t m 2 rs m 3 <0 3 3 rs' 3> 3 3 3 3 o rs CD 3 TT N pi m C 3 C/5 De Toekomst het blad van de federatie. Toen ging deze op in een landelijke en werd De Toekomst 'Vrij-Socialistisch Weekblad voor het Zuiden des Lands'. Zo bleef het tot 1916. Spoorwegstaking Heel belangrijk in de strijd tussen vrijen en SDAPers zijn de spoorwegstakingen, die in het eerste kwartaal van 1903 de revolutie dichtbij leken te brengen. Zeeland merkte er weinig van: de treinen kwamen nog meer te laat dan normaal en de spoorlijn werd intensief bewaakt, vooral bij bruggen. Helemaal zonder reden was dat niet, want bij Middelburg was iets op de rails gevonden dat ernstige gevolgen had kunnen hebben. Overigens kon de arbeidersbewe ging in Zeeland geen vuist maken. De reakties van de beide bladen op de eerste stakingen in januari waren heel verschil lend. De Toekomst stelde meteen enthou siast vast dat de algemene Werkstaking hèt wapen was gebleken, terwijl de '(S)D(A)P' er altijd zo op gescholden had.Weg dus met alle politiek geknoei, gezwets, gewroet! Hoog de vaan der organisatie! Op voor de 'A/gemeene Werkstaking'!' Dat was de richting die het op moest: meer aktie. De Baanbreker reageerde eerst helemaal niet. De redaktie leek het spoor bijster. Voor meer aktie was het blad echter bang. 'De algemeene werkstaking hangt als een zwaard van Damokles onze natie boven het hoofd.wij, Nederlanders, gevoelen ons dezer dagen alsof we op het dek van een schip wandelen in welks kruitkamer de lont te smeulen ligt', heette het op 21 maart. Blauw oog De algemene staking werd uiteindelijk een sof en de reaktie was massief. Zalen waren een tijdlang niet te krijgen voor socialisten; in Vlissingen een dik jaar niet. De beweging werd sterk teruggeworpen. We zagen de vorige keer hoe De Baanbreker gedwongen was samen te gaan met een blaadje in Dordrecht. De Toekomst moet de terugslag ook gevoeld hebben, maar kon blijven doordraaien. Op 1 december 1906 was de oplaag weer 2100 exemplaren. Wat erger was: -de SDAPers en vrije socialisten raakten nu pas goed slaags. De partijen dreven snel uit elkaar. De Toe komst vond de spoorwegstakingen een hoopgevende repetitie: de volgende keer nog beter. Maar in De Baanbreker veroordeelde Wibaut in massieve artikelen, niet overtuigend overigens, de algemene- en solidariteitsstakingen. Troelstra verklaarde in het Partijbestuur van de SDAP, dat het nu het moment was 'de anarchisten' eens 'een flinke klap' te geven. Ook in Zeeland werd dat parool opgevolgd. Maar we zullen zien, dat de klap die De Lange teruggaf Louw Onderdijk een tijdje een blauw oog bezorgde. Bert Altena 3 N o O 65 rs rs 3 - 5 rs X F' 2 O r- C/5 rS - o H rs CO X pi ■o Z 65 O C/5 X z O pi z Cl N o cs c s cs 3 Cl cs 3 TT ^5 m c m TT F 5' rs CL CL 65 0Q •a 2. ?r O 65 fS TO rs' fS 90 V) fS 00 3 O "es" 65 r. CL c/> ■n O 65 3 ■3 (TQ 2. O rs" O PT ST 5' rs' •-0 2 X o.' rs CL rs 3_ cr rs' c c cjo rs 0 3". fs —1 C5 £5. 03 -1 O rs m >5 CL c/5 r. 3r 2 Z £7 M c/5 m -n z EL H O H 3 rs TT 00 rs 63 m rs rs PI 3 X N co O PI cc e x o C/5 PI CC s- P1 C/5 7* O ■O O N m i3: cs 3 3 *-c; 65 O CS 3 3. rï'CJQ CS 65 3- 3 00 65_ 3 CL CS cs 2 n CL 3 as rr cs cs c 3 7 O 65 3 r- cl M cs CV Tf) K-a -0 =3 X 65 SC -■ sO Ui 65 aro N. on 3' 00 63 C 9T y •S CL 77 O 2 63 3 3 r- 2 J: 3 CS CS 3- w ■s s 1 s 3 <3:00 rr cs C/5 O" S- O 65 C S 5' g CS o 3 o TT 3 "2 H 5 c/i n c N CS O 3 Vï m CS 3 O 3 Ui i- 83 O oro 3- 65 3 H c_ •3 5" 65 00 CL •o O 65 65 3 S; cs 00 CS 3 O ■a a. CS 3 TT z 65 3 3* O ■a 3 C/5 v" 2 P5 g E. o TT <S> a'? cl Ei CS cs 0 - W cs h r 1 3 O ■a 3 N CS 3" 65 65 3 £- CS 65 "3 P on o c <T C -1 00 3" 3 X O H De derde dag gaf hij de moed op. Met twee gebroken benen, een stel gekneusde ribben en diverse andere verwondingen kon hij geen kant meer op. Al tientallen keren had hij vanaf de bodem van het ravijn naar de steil oprijzende wanden gekeken en tenslotte begrepen dat hij onmogelijk zonder hulp boven kon komen. Zijn fiets (een Fongers, prima staal, daar doe je een leven lang mee) lag als een hoop schroot naast hem. Hij had hem, na een val van dertig meter ook nog boven op z'n kop gekregen Maar een garantie van dertig meter had Fongers ook niet gegeven. Hij kreeg koorts en begon te hallucineren. Zag opeens de Heilige Geest neerdalen en hem bemoedigend toespreken. Dan veranderde de H. Geest opeens in een race-auto met twaalf versnellin gen waaruit zijn huisarts stapte die lachend riep: 'Kom kom, je gaat zomaar niet dood.' Een hele geruststelling voor iemand die voelt dat hij het niet volhoudt. Uit een spleet in de bergwand kwam zijn moeder op hem af, handenwringend: 'Ik heb het altijd al gezegd. Die rotfietsen. Levensgevaarlijk. Nou zie je het zelf.' 'Ja moe', zei hij hardop. Hij hoorde zichzelf praten en was weer bij z'n positieven. Bij iedere beweging die hij maakte schreeuwde hij het uit van de pijn. En toen hij toch probeerde te gaan verliggen verloor hij het bewustzijn. Hij kwam weer bij doordat hij stemmen hoorde. Ver boven hem tegen het felle licht van de zon, zag hij enkele hoofden. 'Wao doa?', hoorde hij roepen. 'Gered', flitste het in zijn hoofd. Een Zwitserse reddingsploeg. Zwitsers hebben een lange voorgeschiedenis in het redden van mensen. Ze hebben daar als het ware een neus voor, die Zwitsers. Verder stellen ze niet veel voor. 'Hulp', riep hij zwakjes naar boven. Deze inspanning was al teveel. Zijn moeder kwam in amazonezit op een paard voorbij en schilde een appeltje. Ze sprong van het paard en kwam naast hem zitten. Snikkend begroef hij zijn hoofd in haar zware boezem. De kilte van het rotsblok dat hij omarmde bracht hem weer even terug bij in de werkelijkheid. Boven was iets aan de gang. Aan een lang touw werd iets naar beneden gelaten en toen hij het ding binnen handbereik had zag hij dat het een portofoon was. Iemand riep iets wat hij niet verstond- Hij drukte op de knop. - Een zwarte wolk kwam voor zijn ogen. Hij probeerde te praten en begon te huilen. 'Mijn fiets is kapot', bracht hij met moeite uit. Het ding praatte weer terug. Vragend, steeds vragend. 'Miin fiets is kapot', herhaalde hij toonloos. 'En ik moet nog zover'. Het ding kwetterde nog een tijdje door en langzaam legde hij het naast zich neer. De zwarte wolk dreef weg en hij zat bij de kapper. 'Mooi weertje, meneertje', zei de man gewoontegetrouw. Hij knikte en glimlachte. Gekken moet je altijd gelijk geven. Een vredig gevoel kwam over hem heen en zijn geest liet het weer even afweten. In het besef gered te worden viel hij in een diepe slaap. Hij schrok wakker door het geluid van dichtslaande autodeuren en het starten van een motor. Een plotselinge paniek maakte zich van hem meester. Ze gingen toch niet weg? Ze moesten hem toch helpen? De auto trok op en het geluid van de motor verwijderde zich, steeds verder, tot het weer doodstil was. Hij wilde de portofoon pakken, maar die was verdwenen. Radeloos richtte hij zich op, en in een flits zag hij hem staan tegen de bergwand.... Een splinternieuwe fiets. Weliswaar geen Fongers, maar toch zo een waar je een leven lang mee doet. Raats 14 1

Tijdschriftenbank Zeeland

Nieuw Zeeland | 1984 | | pagina 74