Dagboek van een totaalweigeraar
het besef dat een zomer voorbijgaat
terwijl ik hier zit
Lubbers
in de cel
5
Woensdag 1 augustus.
Donderdag 2 augustus:
Vrijdag 3 augustus
Zaterdag 4 augustus
HIEUW ZEELAHD
De Middelburger Eelco Haak heeft twaalf
maanden gevangenisstraf gekregen, omdat
hij weigert in militaire dienst te gaan en ook
geen beroep wenst te doen op de Wet
Gewetensbezwaarden. Eelco zit in een cel
van het Huis van Bewaring aan de
Kousteensedijk in Middelburg.
Daar schreef hij voor ons een dagboek,
waarvan we op deze pagina de eerste
aflevering publiceren....
Vanochtend onder de douche voelde ik hoe het
besef van de buitenwereld langzaam maar zeker
vervaagt. Een rare gedachte: terwijl het leven een
paar honderd meter verder gewoon z'n gangetje
gaat, ben ik me daar steeds minder bewust van.
Wat is dat toch voor een systeem, dat mensen
opsluit, omdat ze het bestaansrecht van een leger
niet erkennen? Dienstweigeraars moeten zich
verantwoorden, terwijl militairen hun absurde
machtsspel ongestoord kunnen spelen; het is de
omgekeerde wereld.
Ik speel het spel niet mee. Ik weiger m'n
persoonlijke verantwoordelijkheid om te ruilen
voor een militair uniform. Ik weiger de
vriendschap tussen mensen en volkeren onder
geschikt te maken aan militaire machtsverhou
dingen. De Nederlandse staat beloont die
houding met twaalf maanden opsluiting. Dat is
nog tolerant in vergelijking met andere landen,
maar het geeft aan dat er ook in deze samenleving
iets fundamenteel fout zit.
Een werkmiddag.
De anderen zijn zojuist naar de werkzaal
vertrokken. Dat is dé oplossing voor als je niet
het grootste deel van de dag in je cel wilt zitten. Ik
heb het na de eerste weken voorgezien gehouden:
lampenfittingen sorteren, Sorbo allesdoeken
inpakken (koop ze niet!!) en Focus veiligheids-
brillen in elkaar zetten. Nogal dom werk dus, niet
meer dan een slechte bezigheidstherapie. Zonde
van m'n tijd. Toch heeft het wel een sociale
funktie: er heerst een ontspannen sfeer en als je je
niet goed bezig kunt houden op je cel, verdrijft
het de tijd.
Ik kan me nu rustig aan de cellosuites van Bach
wijden. Dat mag alleen tijdens de werkuren van
13.00-17.00, zodat anderen er geen last van
hebben. Er is al wat gekankerd op die rot cello,
die klere bas, die viool, die doedelzak, hoewel ik
toch maar één instrument bespeel.
Een paar weken terug kwam de uitbarsting, toen
ik in het weekend wilde spelen. Ik had nog maar
nauwelijks de eerste maten van de Prélude
gespeeld, toen een bewaker dat kwam verbieden.
Ik zei dat er geen regeling voor het weekend
bestond en speelde door tot ze dreigden 'dat ding'
uit m'n cel te halen. In een boze brief aan de
direkteur legde ik uit dat ik de hele dag het lawaai
van hardrock-muziek van m'n buren moest
aanhoren, terwijl ik zelf geen muziek mocht
maken.
'Ja, dat is een stukje bajes-kultuur waar je maar
aan moet wennen.Kuituur: haha. Voortaan mag
ik in de weekends op de werkzaal spelen.
Veel post vandaag. Het lijkt wel of iedereen in
Frankrijk op vakantie is! M'n prikbord hangt nu
vol met kaarten. Aan de muur heb ik een touwtje
gespannen met buitenlandse impressies, zodat ik
in gedachten weg kan dromen.
Het is wel iets waar ik iedere dag naar uitzie. Het
is de belangrijkste bron van kontakt met de
buitenwereld, want het wekelijkse bezoekuurtje
is altijd snel voorbij.
Reakties van mensen die je niet kent. Ook
mensen die het niet met m' n standpunt eens zijn,
maar toch schrijven omdat ze wel respekt
hebben. Dat is waar we naar toe moeten; dat de
vriendschap tussen personen belangrijker is dan
abstrakte machtssystemen.
'Aangezien het voor de administratieve mede
werker ondoenlijk is een dergelijk pakket met
knipsels en artikelen te kontroleren, heb ik de
toelaatbaarheid van de poststukken geregu
leerd.
Verdorie: dat is al de derde keer dat er post
geweigerd wordt. Eerst waren er problemen met
Vrij Nederland dat alleen via de uitgever geleverd
mocht worden, daarna een boek dat geweigerd
wordt en nu weer die kranteknipsels. Ik zal een
beklag-brief schrijven, want ik vind het een
wezenlijk punt. Alles zou veel eenvoudiger zijn
als ze de hele opiumwet afschaften, want met die
drugskontrole wordt elke vorm van kontakt
belemmerd. Maar ja, dan zou het Huis van
Bewaring wel weer gesloten kunnen worden:
momenteel zit zo' n 50% voor drugs vast hier! Wat
moetje dan met al die werkloze justitie beambten
hè.
Al drie keer gebeld voor de w.c., maar er komt
niemand open doen, verdomme. Terwijl er toch
duidelijk sleutelbossen op de gang heen en weer
lopen. Het is al erg genoeg dat je iedere keer
toestemming moet vragen. M 'n behoefte
ophouden omwille van een systeem, waar ik op
het moment het liefst op zou schijten
Met de gedetineerdenkommissie moeten we het
daar nog maar eens over hebben: dat de
afspraken met de direktie door alle bewakers
uitgevoerd worden. Het zijn van die kleine dingen
waar je ontzettend geïrriteerd door raakt. Daar
heeft het personeel uiteindelijk ook geen baat bij.
Een koele zomeravondlucht door de twee kleine
klapraampjes van m'n cel: die geur roept een
verlangen op naar het bruisende leven van het
weekend. De schaakclub, een pilsje drinken in de
stad, genieten van al die mensen. Een dromerig
gevoel bij de muziek van Fleetwood Mac; het
besef dat een zomer voorbij gaat, dat het leven
buiten zijn gangetje gaat, terwijl ik hier zit.
Slecht geslapen vannacht. Er is een Olympische
Spelen koorts uitgebroken die me tot diep in de
nacht uit m'n slaap hield. Irritante agigatie van
sportverslaggevers en golven van gejoel bij de
teeveekijkers. Dat is iets wat ik me nooit had
voorgesteld bij een gevangenis: de herrie van
radio's en teevees. Het is gewoon net als buiten.
Net een uurtje gelucht op de binnenplaats. Bij het
inademen van de frisse ochtendlucht word ik me
altijd weer bewust van het gevangen zitten. De
binnenplaats is de enige plek waar je afstand kunt
nemen van het leventje hier. Op je cel gaat dat
niet. Door rondjes te lopen houd ik m' n lichaam
wat in beweging. Dat geeft tevens een gevoel van
vrijheid, in gedachten loop ik dan ergens anders.
Het is wel een maf gezicht als je iemand voor het
eerst rondjes ziet lopen. Op een bepaald moment
viel het me op dat iedereen altijd linksom loopt.
Ik besloot voor de grap eens rechtsom te lopen.
Dat leverde een storm van reakties op. Een aardig
voorbeeld hoe voorspelbaar alle handelingen hier
zijn. Normaal gesproken wordt er wat in groepjes
gepraat, maar vanochtend lag iedereen nog in
bed door die Olympische toestanden. Lekker
rustig dus.
Bezoekuur:
Daar leef je altijd een beetje naar toe: bekende
gezichten, wat nieuwtjes vernemen en gewoon
ontspannen kletsen met mensen die je vertrouwt.
Ze waren echt in vakantiestemming vandaag, net
terug uit Frankrijk. Ik genoot van het uitzicht op
de zomerse Middelburgse kaaien, want het is de
enige mogelijkheid om naar buiten te kijken hier.
Bij het vertrek overvalt me altijd even een gevoel
van eenzaamheid, maar je valt weer snel terug in
het ritme van de dag.
Doordat alle dagen hetzelfde zijn, ligt dat ritme
niet zo hoog: ik merk dat ik trager leef dan
anders, dingen vooruitschuif door gebrek aan
inspiratie. Je deelt de tijd in aan de hand van
kleine gebeurtenissen van de dag, zoals de
wasronde, het eten, het luchten.
Af en toe weet ik ook helemaal niet meer wat ik de
dag tevoren gedaan heb. Heel vreemd.
Een wat verloren gevoel na de avondrekreatie.
Het is wel fijn om je wat te ontspannen door een
partijtje tafeltennis of voetbalspel, maar ook dat
wordt een sleur.
Terug op m' n cel overdenkend waarom ik hier zit.
Vooral het besef dat m' n verblijf hier gedwongen
is. Dat willen veel mensen niet zien. Veel
mede gedetineerden vinden dat ik me veel beter af
kan laten keuren, terwijl bij de bewakers het idee
leeft dat je je aan de wet moet houden,
vervangende dienst dus.
Leg ze maar eens uit dat je uit overtuiging niet
wilt. Ik weet ook wel dat gevangenisstraf niet de
meest praktische oplossing is, maar daar gaat het
mij niet om. Ik wijs het leger af en daarmee ook de
vervangende dienst. Het is bovendien nog zo, dat
een anti-militairistische overtuiging alléén niet
erkend wordt bij een beroep op de wet. Het is dan
ook onzin om te zeggen, dat ik voor gevangenis
straf gekozen heb.
Het is zo eenvoudig om je aan de wet te houden
zonder je af te vragen op welke morele waarden
zo'n wet gebaseerd is. Op die manier wordt
demokratie zoiets als georganiseerde domheid.
Gebrek aan idealisme is wel één van de meest
opvallende zaken hier. Niet verwonderlijk
natuurlijk in zo' n omgeving. Simpel gezegd komt
het hierop neer, dat de meeste gevangen
overtuigd zijn van de slechtheid van mens én
systeem, terwijl bewakers geloven dat de
slechtheid van de mens door het systeem nog
enigzins in de hand kan worden gehouden. Ik zit
dus tussen twee vuren als ik beweer dat de mens
van nature goed is, maar het systeem niet deugt.
Het is voor mij het enige zinvolle uitgangspunt
voor een samenleving, want het westerse cynisme
leidt uiteindelijk tot niets. Hoe meer mensen gaan
geloven in de onontkoombaarheid van de
bewapening en een dreigende kernoorlog, hoe
groter de kans dat het mis gaat. Is het dan naief
om te geloven in ontwapening? Ik vind het veel
naiever te geloven dat de bewapeningswedloop in
de hand kan worden gehouden.
Vanochtend werd ik gewekt door bewakers-
stemmen onder m'n raam. Ze hebben daar
allemaal een volkstuintje om te bewerken. Een
leuk idee, maar tevens de reden voor het
ondoorzichtige glas van de celramen vermoed ik.
Na weer te zijn ingeslapen opnieuw stemmen, nu
op de gang: 'Koffie, theeVlug m 'n
onderbroek aangeschoten, want kloppen doen ze
niet. Een stortvloed van woorden: '....totaal
weigeraars zes maanden, jij toch twaalf.Ik
bedacht dat er gisteren inderdaad een proces was
tegen drie kollega's, dus zal het wel kloppen. Het
geeft een verward gevoel. Als het waar is, is het
een gunstige ontwikkeling in de strafmaat. Dan
zou ik de laatste zijn geweest die twaalf maanden
heeft gekregen.
Lekker om me onder de kraan te wassen
zonet. Door de week mag dat alleen om 7 uur's
morgens, wanneer ik dus nog in bed lig. Dat heeft
in het begin nogal wat problemen gegeven: ik had
me aangewend om half 9 voor het luchten m' n
hoofd even onder de kraan te steken. Dat mocht
niet, want dat zou de orde in gevaar brengen.
Op een ochtend ging het mis. Ik keek of er geen
uniform om de hoek stond, maar zag dat er
speciaal op me gelet werd. M n paranoïde gedrag
beu, dacht ik: 'stik'. En jawel hoor: als de kippen
was hij erbij. 'Je doet het niet hé?!' 'Ik doe het wel,
geef me maar aan bij de direktie'. Hij zette me op
rapport wat voor mij aanleiding was extra van
het stromende water te genieten. Na dat was-
incident heb ik besloten het spel voortaan maar
mee te spelen, omdat het geen principieel punt is.
Belachelijk blijft het natuurlijk wel, datje door al
die regeltjes in je zelfstandigheid belemmert
wordt.
In de Volkskrant lees ik, dat de strafmaat voor
totaalweigeraars inderdaad gehalveerd is van
twaalf tot zes maanden. Als reden wordt
aangevoerd dat een half jaar uit preventief
oogpunt voldoende zou zijn. Ze zien dus in dat de
duur van vervangende dienst in geen geval te
vergelijken is met die van gevangenisstraf. De
auditeur-militair is wel in hoger beroep, zodat het
nog niet helemaal zeker is of het zes maanden
wordt. Principieel maakt het natuurlijk niets uit:
zolang dienstweigeren met gevangenisstraf wordt
beloond, klopt er iets niet.
Aan de ene kant ben ik wel blij als het zes
maanden wordt, maar anderzijds leidt het de
aandacht af van het wezenlijke punt: dat mensen
worden opgesloten omwille van hun anti
militaristische overtuiging. Het biedt in ieder
geval een aanknopingspunt voor mijn hoger
beroep dat waarschijnlijk in oktober plaatsvindt.
Telefoon
Ik voel me weer relaxed na een opbouwend
telefoontje naar huis vanavond. Die twee keer
bellen in de week geven weer nieuwe inspiratie,
een vertrouwde stem, waaraan ik m'n onvrede
kwijt kan, de afspraak voor het bezoek komende
week. Ik heb er weer zin in.
Gevangenisgeluiden zijn bepalend voor de sfeer
hier: radio' s en teevees op de holle gang, af en toe
een elektrische bel als een zoemende mug, de
voetstappen en het sleutelgerinkel van een
bewaker, opengaande deur: 'laatste rondei'Na de
wasronde om 8 uur kom je je cel niet meer af.
Als de Amerikaanse video-films zijn uitgeraasd,
is het alleen nog wachten op de laatste gluurder,
die m' n deurgordijntje optilt en vervolgens weer
laat zakken. Daarna kan ik genieten van de
nachtelijke rust.
EELCO HAAK
Maandag morgen, half tien. Een blauwe lucht.
Het is al warm. Aan de poort van het
gevangenisterrein hangt een bordje: hier
melden. Ik fiets maar gewoon door naar de
voordeur. De portier heeft me al gezien en staat
meteen op. Moet een Fiets vlak voor de deur van
het huis van bewaring ook op slot? De portier
heeft het slot van de voordeur al omgedraaid, de
deur gaat open, ik mag naar binnen. Hij vraagt
naar mijn identiteitsbewijs. Ik heb alleen een
fototas bij me. Op zijn bureau ligt een papiertje.
'Mevrouw de Graaf van de PZC, half tien' staat
erop. Lichte verwarring. 'Ik ben Westland van
Nieuw Zeeland.' 'Van wat?' 'Van Nieuw
Zeeland'. 'Het zal wel in orde zijn', mompelt hij.
'Gaat u maar even in de wachtkamer'.
De kamer van de portier is rechts van de hal. De
wachtkamer is links van de hal. Dwars door de
hal is een stevig hekwerk van vloer tot plafond.
Na enige tijd meldt zich daar een bewaker. De
portier komt weer in aktie met zijn sleutels. Het
hek gaat achter ons op slot. 'Wilt u misschien
eerst een kop koffie?' Ik loop achter hem aan,
we steken de binnenplaats over, half schaduw,
half zon. Koffie in de kantine. Nog steeds krijg
ik Eelco niet te zien. 'U weet dat u hem niet in
zijn cel mag fotograferen?' Dat is mij bekend.
Maar toch wel in de bezoekersruimte? ja, dat
mag. 'Het is een maatregel ter bescherming van'
de gevangenen zelf, ziet u. Er zijn er die niet in
de bajes gefotografeerd willen worden, en
achteraf komen daar maar moeilijkheden van.'
Als de koffie op is ('Een aardige jongen hoor,
die Eelco Haak. Maar ja, hij verknoeit het wel
voor de rest van z'n leven.') gaat de man mij
voor door het gebouw tot we in een lange gang
komen met veel deuren. Ergens midden in de
gang blijft hij staan vooreen deur, steekt zonder
te kloppen de sleutel in het slot en opent de cel.
Achter de deur staat Eelco, half aangekleed,
bezig zijn haar te kammen. Had hij me niet
verwacht? 'Jawel, maar ik wist niet wanneer. Ik
kom net uit bed', lacht hij. Op zijn tafel staat een
kop koffie. De bewaker doet angstig als ik vast
wat door de zoeker van mijn camera kijk,
terwijl EElco nog midden in zijn cel staat.
'Vertrouwt u mij niet?' 'Ach ja hoor, zolang als
ik u zie.' Toch gaat hij even later op de gang
staan als ik hem vraag of de deur even dicht mag
voor de foto. Ik ben alleen met Eelco. Hij wijst
naar de deur: 'Kijk geen knop aan de deur aan
de binnenkant.' Ik maak nog wat foto' s van de
affiches aan de muur. Politieke affiches,
Woensdrecht, Lubbers met het opschrift 'Van
viskoppen kun je goed soep koken.'Ja', roept
Eelco: 'Zet Lubbers er maar op!'
We lopen met z'n drieën naar de bezoekers
ruimte, weer over de binnenplaats, naar binnen,
trap op. Een kale ruimte, een poster aan de
muur, drie tafels, één hoek van de kamer
afgeschermd door een gordijn. De bewaker gaat
er gemakkelijk bij zitten, aan de tafel bij de
deur. Ik vraag Eelco of hij bij het raam wil gaan
zitten, daar is het meeste licht. Dat licht valt
naar binnen langs dikke tralies. Ongehinderd
maak ik de foto's—hier mag het wel.