'...zie die onmogelijke
die walgen als ze je
De Socialistische
pers
in Zeeland (8)
Uit de rode cijfers
Redakteuren komen, redakteu-
ren gaan, maar De Toekomst
blijft bestaan. Zo valt de turbu
lente geschiedenis van het socia
listische weekblad simpel samen
te vatten. Na twee afleveringen
vol ruzies met de gevestigde
machten én onderling, gaan we
vrolijk verder. Waar waren we
ook al weer? Oprichter Van der
Veerd is afgevoerd en twee
Dordtenaren, Bergmeijer en Za
delhof nemen (met steun van
enkele Zeeuwen) de redaktie op
zich. Maar niet voor langWe
schrijven 1897.
Slechts anderhalf jaar (van okt. 1898 tot
januari 1900) was Janus van Emmenes
eindredakteur van de Toekomst.
Er zijn maar twee exemplaren van De
Toekomst bewaard gebleven uit de tijd dat
deze door Bergmeijer werd geredigeerd.
Bergmeijer was een radikaal socialist, die
gewoonlijk pittige stukjes schreef. Hij werd in
Zeeland een populair man.
De nieuwe redaktie was nauwelijks begonnen
of de dienaren van de rechterlijke macht
stonden alweer in de drukkerij. Op 21
oktober 1897 werd Keesde Voogd aangezegd
'door middel van een groot papier met
allemachtig veel geschrjjf erop', dat Pieter
van der Stad hem aanklaagde wegens
belediging in een artikel van 14 augustus.
Van der Stad was in de tachtiger jaren als een
van de nauwste medewerkers van Domela
een bekend en zeer berucht socialist geweest.
Iemand met 'een talent van voordracht, zoals
't maar zelden wordt gevonden,' schrijft de
SDAPer W.H. Vliegen van hem. Door een
proces wegens overspel raakte v.d. Stad
uitgerangeerd in de beweging. Via Mieremet
was hij in 1889 op 'De Schelde' terecht
gekomen, waar hij als bankwerker werkte.
Bij de Zeeuwse socialisten had hij het
vervolgens helemaal gemaakt, toen hij in het
Middelburgse Schuttershof hard od een
fluitje blies terwijl een mimespeler vol éerbied
de figuur van wijlen koning Willem III
nadeed.
Maar toen hij met kapitaal van 'de Schelde'
direkteur werd van zijn fabriekje van
'metallieke pakkingen', bekoelden de betrek
kingen behoorlijk: een socialist kon geen
direkteur zijn. In Vlissingen was hij boven
dien een van de tegenstanders van Van der
Veer, dat maakte het er niet beter op. Al op 1
september 1894 schreven 'Splinter en Balk'
dat hij meehielp zijn buurt te versieren voor
de komst van de koninginnen Emma en
Wilhelmina. Een week na De Voogd sleepte
hij ook nog de 'onbezoldigd administrateur'
De Lange voor de rechter. Het hele geval
eindigde ermee dat De Voogd en De Lange
tot fikse boetes werden veroordeeld, die
dankzij de kollektezak betaald konden
worden.
Intussen pakten zich weer donkere wolken
samen boven de Socialistenbond. Nog steeds
werd er stevig gediskussieerd of men aan
verkiezingen mee zou doen. Toen in 1897 op
een kongres te Rotterdam werd besloten de
leden vrij te laten, verliet Domela de bond en
legde de redaktie.van Recht voor Allen neer.
Dat besluit zat er na de oprichting van de
SDAP aan te komen. Die deed om leden en
Kamerzetels te winnen in zijn ogen ongeoor
loofde concessies aan socialistische principes.
Hij verwachtte dat de SDAP op die manier
snel een grote aanhang zou krijgen.
Als een kleine Gideonsbende zouden de
'vrijen' hun eenzame en langdurige strijd
moeten voeren. Pas wanneer de arbeiders de
schellen van de ogen zouden vallen zouden ze
weer naar het oude nest terugkeren. Intussen
mocht aan de principes van het vrijheidslie
vend socialisme absoluut geen afbreuk
gedaan worden en moest in de beweging de
vrijheid van het individu gewaarborgd zijn.
Dus geen Centrale Raad, zoals de SDB en
Socialistenbond hadden gehad, geen binden
de besluiten, geen landelijke organisatie,
maar plaatselijke verenigingen op basis van
vrijwilligheid en met korrespondenten in
plaats van sekretarissen. Op het kongres van
16