OORLOG I]S Met 40 mensen in een duiker. '...op een onbeduiien vrouwtje...' Veertig jaar geleden vielen geallieerde troepen Zeeuw sch- Vlaanderen binnen. 'De Sluissche vluchtelingen vertellen ontzettende dingen. Een meisje is in het water gesprongen en verdronken, alles brandt nog', tekent schilder, dichter, kloosterling Jan van der Leeuw uit Sint Annha ter Muiden op. De 22-jarige dochter van de smid in Biervliet zit met veertig mensen in een duiker onder de weg, mét haar 86-jarige grootmoeder. Zes dagen en nachten horen ze de oorlogsellende over zich heen gaan. Als de eerste Canadezen worden gesignaleerd schrijft ze: 'We waren blij doch niet uitbundig, daar hadden we teveel voor meegemaakt. Twee dagboekfragmenten over chaos en dood, de pijn van de bevrijding. 6 oktober 1944- Biervliet zwaar geteisterd door raketbommen. Verschillende doden. Alle mensen vluchten uit het dorp en zoeken elders een onderkomen. Wij hebben ook drie verschillende families geëvacueerd gekregen. Wij zijn met dertienen. De evacuees hebben hun bedden beneden gespreid. Zelf slapen we nog boven. 7 October-Vannacht vielen zoveel granaten dat we niet in bed durfden blijven en zijn met ons allen in de kelder gegaan. Toen het luwde zijn we weer terug naar boven gegaan. 8 October-Nog erger beschoten. Weer met ons allen in de kelder gezeten. Eén familie (van de Sande) is naar huis gegaan omdat ze zich niet veilig voelden bij ons. 9 October-Het is niet houdbaar meer. De granaten vallen reeds bij onze woning. In allerijl hebben mijn Vader en mijn verloofde vanmorgen heel vroeg den duiker onder de weg in orde gemaakt. Met ons allen zijn we daarin gevlucht. Het is een erg primitief verblijf. We zitten gewoon op een breede plank boven de modder. Moeder heeft een petroleumtoestel en een pan bruine bonen meegebracht om zodoende voor de mondvoorraad te zorgen. Alles wat boven de grond leeft wordt doodgeschoten. We horen steeds maar een aardig geronk doch kunnen niet begrijpen wat het is. Later blijkt dat het landingsvaartuigen zijn met Canadesche groepen. Ze zijn 4 km bij ons vandaan geland. Vader heeft de hele dag voor de Duitschers moeten werken onder steeds vallende grana ten. Ze haalden hem gewoon onder den duiker vandaan om hun paarden te beslaan of hun wagens te maken. 10 October- Onophoudelijk granaatvuur. Vanmiddag zijn op Driewegen bommen in een kelder met 24 menschen gevallen waarvan er 10 gedood werden en verscheide ne gewond. De lijken kunnen niet meer geborgen worden en worden vlug in tuintjes of onder bomen gestopt. 11 October-Het eten is bijna op. Iedere dag één boterham en één kop aardappelen. We hebben maar één vork welke we steeds afwasschen. Verder eten we appels welke Vader en mijn verloofde als het iets rustiger is onder de bomen in de nabije boomgaard gaan halen. Alles is al van de bomen geschoten, takken incluis. Onze duiker is inmiddels al aangegroeid tot 40 personen. Vanmiddag waren mijn Vader en mijn verloofde juist weer uit den duiker om een pak stroo, welke we nog voor den duiker wilden zetten in verband met schervengevaar, toen plotseling een vliegtuig 7 racketgranaten op en rond onze schuil plaats liet vallen. Wij hoorden een oorver- doovend lawaai terwijl zwarte stofwolken, dakpannen, steengruis en graszoden bij ons binnenvlogen. We zaten in hevige spanning omdat onze huisgenoten maar niet terugkwamen. Einde lijk kwamen ze. Op 3 meter afstand waren ze er maar vandaan geweest en mankeerden wonder boven wonder niets. Na een teug cognac genomen te hebben (welke we bij ons hadden) was de schrik voorbij. Er lagen 5 Duitschers dood en de hele buurt erg gehavend. Grote gaten waren in den weg geslagen. Nu we het er zoo goed afgebracht hadden in onze duiker waren we gerust. Geen stukje kalk was van de muren gevallen tijdens de bommen. De granaten huilen de hele dag verder. Ik zit reeds 3 dagen in dekens gerold in den duiker vanwege een zware verkoudheid. 12 October-Er zijn vandaag, naar ons later wordt medegedeeld, 4500 granaten in 3 kwartier in onze omgeving afgeschoten. In onze Helenapolder zijn reeds honderden granaten gevallen. Vanavond telden ze veertien brandende boerenschuren. Het granaatvuur is nu zoo hevig, dat je elkaar niet meer kun verstaan. Op enkele meters afstand blaft hele dagen een granaatwerper waar de vliegers naar schie ten. Bovendien staan overal in de nabijheid kanonnen te schieten. Wij hebben mijn Grootmoeder, welke 86jaar is, bij ons. Vanwege het hels kabaal is ze totaal buiten haar zinnen geraakt en weet niet meer wat ze doet. We moeten haar dag en nacht vasthouden in den duiker. Vanwege de beperkte ruimte kunnen we niet slapen en zijn zodoende erg stijf en vermoeid. Ook hebben we ons niet gewassen dezer dagen. Er was geen gelegenheid voor. De Duitschers die steeds razend van angst in onze schuilplaats komen dekking zoeken, vertellen dat Biervliet bevrijd is. Oh, wanneer zullen wij uit deze hel bevrijd zijn. De Duitschers beven van angst doch vechten zich dood. Vanacht viel er weer een granaat in de schuur naast de schuilplaats. We hoorden dat er een paard gewond was vanwege het vreselijk gekreun. Ook horen we de varkens erbarme lijk gillen en brullen. Wat zal er over zijn als we weer boven water zijn? Even later viel er weer een voltreffer in de schuur waardoor de koeien getroffen werden. Het is een angstig leven. Ook onze beide schapen liggen reeds dood in de wei. In al deze ellende heeft onze buurvrouw in een schuilkelder het leven geschonken aan een zoon. Tijdens die gebeurtenis vielen 4 granaten in hun woning waaronder zij in de kelder zaten. Onophoudelijk komen vliegers met boord- wapens en bommen. Het is een hel op aarde. Overal brandt het. 13 October-Nadat het even rustig geweest was, zijn wc even uit ons verblijf gekomen om wat frisse lucht te happen. Het is op den duur onhoudbaar met zooveel menschen bij elkaar. We zien allen lijkwit, temeer daar we ons niet kunnen verzorgen. Waar je keek zagen we paarden, koeien en varkens liggen sterven of waren reeds gestorven. Na nog een slapeloze nacht (de zesde) meegemaakt te hebben, welke onze laatste zou zijn, kwam eindelijk de bevrijding!!!! 14 October-Tocn we vanmorgen even uit ons hol gekomen waren om buitenlucht te nemen, zagen we een tankwagentje aanko men. Het waren de langverwachte Canade zen, komende richting Driewegen. We waren blij, doch niet uitbundig, daar hadden we teveel voor meegemaakt. Nu waren we dus eindelijk bevrijd, doch inplaats van in onze woning te mogen, welke wel erg stuk was doch met hulpmateriaal te verbeteren was, moesten we allen terugtrek ken naar bevrijd gebied. over; Ging vragi moe: een ze nu stuk een i kwaï gast! digd man blijv' gran kerk gen 1 is in alles 13 C Gist< De t beric kom Gist< mun een huizi Kan Blee tarnt tenn dage den keld kwa; rook Van acht vare schr ik et nog 12 October. Kan niet schrijven, groote verwarring. Voltreffers op St. Anna. Mijn ruit in (in) 't huisje-wind waait op alles. Sluis brandt nog... allen weg daar, de een wil blijven op St. Anna, de andere weggaan. Moet ophouden. Mitrailleurvuur telkens. Nacht in kelder met velen, verstikkend benauwd. Gelukkig schijnt de zon weer, de schoone herfstzon. Was even thuis. Rtiine van glas, ik bracht linnengoed naar den buurman, er schijnt gestolen te worden,- wie plundert wordt doodgeschoten-; bij een vrouw met een afgeschoten hand en man en kind dood, werd het goed van het eenig Een Een c de preel op e klein 14 C Weei ocht< opzo NacI dichl ge be ge ha niet 8

Tijdschriftenbank Zeeland

Nieuw Zeeland | 1984 | | pagina 8