II. Het ideale Recht op
Onderwijs
bij heeft. Het idee voor een middenschool
was er al lang; toen de economie slecht ging
had men de middenschool bijna doorge
voerd, maar nu de economie weer beter gaat
is het weer op de lange baan geschoven.
Mijn conclusie uit het voorgaande is dat
Recht op Onderwijs in onze maatschappij
het recht is om de gevestigde orde te dienen.
Rudolf Boehm zegt in zijn boek 'Kritiek der
grondslagen van onze tijd' het volgende: In
de klassieke griekse filosofie werd gestreefd
naar een zuiver theoretisch weten. De
opvatting was dat de mensen met het
verkrijgen van theoretisch weten zich een
bestaanswijze toeeigenen die hen in staat
stelde het hele leven de dood te negeren en
tot aan hun lichamelijke dood een leven als
onsterfelijk leven te leiden. Net alsof ze
onsterfelijk zijn. Het doel was dus onsterfe
lijk worden.
In ons tijdperk van wetenschap heeft men
het ideaal van theoretisch weten gereali
seerd, maar bij de verwerkelijking van'dit
ideaal veranderde er iets, het doel (het
ideaal dus) was niet meer het belangrijkste,
het middel om tot het ideaal te komen werd
het belangrijkste. De eens verheerlijkte en
nog steeds nagestreefde wijze van bestaan
verwerkelijkte zich, maar bleek een niet
menselijke, voor de mens als mens
ontoegankelijke bestaanswijze, maar voor
de mens dus wél toegankelijk tegen de prijs
dat hij de menselijkheid van zijn bestaan
opgeeft. Met deze laatste zin raakt Boehm
voor mijn betoog de kern; de menselijkheid
van ons bestaan is weg, er is geen doel
(tenzij men een godsdienst aanhangt maar
zo'n doel is voor mij twijfelachtig en ik vind
het een soort uitvlucht, omdat men het
leven niet onder ogen kan zien).
Guus Kuyer schreef in zijn boek 'Het
Geminachte Kind' enkele interessante
zienswijzen over onderwijsinstituten. Hier
volgen enkele geciteerde zinnen:
'Hoe de school erin geslaagd is van het
leergierige kind een onverschillige cijfertjes
jager te maken..'
'Wij beseffen dat 99% van de leerstof, die
eigenlijk weetstof zou moeten heten,
onzinnige ballast is'
'Scholen zijn middeleeuwse afstompfabrie-
ken'.
Boehm en Kuyer zijn heel verschillende
schrijvers, maar in feite hebben ze hetzelfde
doel met dit te schrijven, n.l. om te zeggen
dat door het soort onderwijs dat gegeven
wordt (en het streven naar?) geen mens
waardig bestaan gerealiseerd kan worden.
Ik vind dat er onderwijsinstituten moeten
zijn, waarin geleerd moet worden wat en
hoe een menswaardig bestaan is, dat ze
streven naar bestaande dingen te verklaren,
met hun kennis honger, rampen kunnen
voorkomen. Niet om mensen te 'ontwikke
len' die het leven kunnen vernietigen met 1
bom. Zij die het uitvinden kunnen er niets
aan doen, zij werken voor de wetenschap,
maar hun kennis wordt misbruikt,ze zitten
in het systeem vastgeworteld en denken niet
aan de gevolgen van hun uitvindingen.
Vóór alles zou de wetenschap van nut
moeten zijn voor de mens, dat geleerden
bacteriën kweken, waarvoor geen antistof
fen zijn, om zo een bacteriologische oorlog
te kunnen voeren, of een atoombom
maken, is toch niet om de mens (als mens)
ten dienste te staan, maar wél om het
systeen ten dienste te staan. Met alle kennis
die we hebben, zou er geen honger zijn, geen
tekort aan medische hulp; als we ze maar
gebruikten! Waar dient de kennis dan nog
voor. Het onderwijs dient het systeem en
het systeem heeft er geen baat bij om
onderontwikkelde landen te helpen (nog
niet).
Ik ben geen idealist, want ik weet dat mijn
idealen niet verwerkelijkbaar zijn; een
samenleving waar het onderwijs de mens
dient. Als mensen het systeem bepalen, en
het onderwijs dient het systeem, dan zit de
fout in die mensen, en deze fouten zijn niet
te verhelpen op een rechtvaardige manier
(maar ja, wat is recht nog). Recht op
Onderwijs voor ieder, nog zo'n ideaal, maar
nu heb ik duidelijk gemaakt, dat dit niet
doorgaat vanwege het systeem en de
mensen, anders was dit ideaal al lang
verwerkelijkt. Als de gevestigde orde
geschoolde mensen nodig heeft, dan pas zal
zij onderwijzen.
Jolyn de Zwart
16 jaar
vervolg van pag 11
concurrentievervalsing gaat niet op.
Verder is Guus ook nog een beetje
verwonderd en verbaasd over al die andere,
in zijn ogen onterechte beschuldigingen die
in en buiten het zeilwereldje de ronde over
hem doen. Zo circuleren er bijvoorbeeld
geruchten als zou het schip van hemzelf
zijn. 'Hoe komen ze erbij?' vraagt Van
Hecke zich af. 'Het schip is van de Stichting.
En als het over een paar jaar klaar is. gaat het
stichtingsbestuur er weliswaar als schipper -
maar op vrijwillige basis- aan het roer staan,
maar daarmee is het nog geen persoonlijk
eigendom.
Helaas heeft Guus de schijn ook een beetje
tegen. Om zijn stichting in de publiciteit te
brengen, geeft hij voor de krant van 6 juni
van dit jaar een uitvoerig interview aan het
huis-aan-huisblad 'De Bevelander'. Daarin
komen regelmatig beschrijvingen voor die
de indruk kunnen wekken dat het schip
eigendom is van de bestuursleden.
In het bewuste artikel licht Van Hecke ook
een tipje van de sluier op van het andere deel
van de 'Methode Van Hecke': het belasting
voordeel.
'De Stichting 'leeft' van het uitgeven van
renteloze obligaties en van vrijwillige bijdra
gen. Over vrijwillige bijdragen gesproken:
Om de Stichting Zeilvaart Goes van de
grond te helpen, verkocht Guus Van Hecke
zijn eigen jacht....', meldt De Bevelander in
stille bewondering.
Trucs
Let nu goed op, want hier gebeuren twee
dingen. Om te beginnen dit: schenkingen
(van geld dus) aan een instelling met een
algemeen maatschappelijk nut zijn van de
belasting aftrekbaar tot een hoogte van tien
procent van het onzuiver inkomen. Met een
beetje fantasie valt het 'maatschappelijk
nut' van de Stichting Zeilvaart Goes wel
aannemelijk te maken.
En dan het andere punt: ook de inkomsten
uit renteloze obligaties zijn belastingvrij.
De obligaties van de Stichting Zeilvaart
Goes (ze kosten vijftig gulden per stuk)
worden over drie tot tien jaar allemaal
uitgeloot. Belastingvrij
De trucs zijn zo oud als de wet die het
mogelijk maakt, maar je moet er maar net
opkomen. En je moet natuurlijk de weg
kennen en de nodige relaties hebben. Zoals
mensen bij de toetsingscommissie die je
persoonlijk kent. En last but not least moet
je natuurlijk ook over een vlotte babbel
kunnen beschikken.
Mocht dit alles nog niet genoeg zicht geven
op een goede afloop van de zaak, dan
hebben we tenslotte nog één tip: haal de
echte minima erbij. Als voorbeeld nemen
we nogmaals Guus van Hecke die zegt:
'Misschien willen we ook bepaalde groepen
mensen bepaalde kortingen geven.' Zoiets
gaat er natuurlijk ook wel in bij een
toetsingscommissie. Want dankzij de Stich
ting Zeilvaart Goes kan dus straks
misschien ook een bijstandsmoeder met
haar kroost een weekje met de 'Avontuur'
op stap.
Of zou Guus met die 'bepaalde groepen'
alleen obligatiehouders bedoelen, die een
korting van vijf procent op hun reis krijgen?
Jacqueline Baijens
18