V 1 v Henk Koch, directeur Zeeuwse Culturele Raad, in sommige kringen bekend als de cultuurpaus van Zeeland. foto Jan Koo/e «MK bent dus afhankelijk van het kabinets beleid. Als je aandacht vraagt voor kunstzinnige vorming in het onderwijs moet je concurreren met allerlei andere zaken die aandacht vragen. De vele veranderingen in het onderwijs van de laatste tien jaar vragen bijvoorbeeld ook veel tijd. Mensen die kunstzinnige vorming doen, moeten weten wat er in het onderwijs kan en niet kan, onderwijzers moeten weten wat er in de kunst omgaat. Kortom, het zijn hele langzame processen. Dat verander je niet in tien jaar. Ik heb wel de indruk dat er geleidelijk meer aandacht op scholen ontstaat voor kunst. Tegelijkertijd moetje je realiseren dat de politiek zich weer meer richt op het idee dat scholen voor het bedrijfsleven opleiden. Dat zit in No Nonsense, in de neiging de cultuur onder te brengen in de zachte sector. Terwijl kunst een hele vitale kracht is. Mensen die gewend zijn met kunst om te gaan, zijn soepeler, kunnen makkelijker met veranderingen omgaan, ze weten beter nieuwe oplossingen voor problemen te vinden. Die dingen zijn ook in het bedrijfsleven zeer nuttig. Ik ken best wel kunstenaars, waarmee bedrijven iets kunnen beginnen. Bijvoor beeld bij het zoeken naar en het werken met nieuwe materialen, ontstaan er soms zeer bruikbare vondsten voor het bedrijfsleven. Maar kunst wordt er buiten gezet, omdat mensen bang zijn voor vernieuwingen. Betekenis Ik heb 't gevoel dat kunstenaars, die heel gedreven, heel integer met hun werk bezig zijn, de werkelijkheid heel eerlijk onderzoe ken. Dat is volgens mij de essentie van de kunst, net als van wetenschap, filosofie en religie. Mensen uit deze sferen hebben geen van allen het standpunt: dit is de waarheid en daar is geen wrikken aan. Een toneelstuk van Globe, Het chemisch huwelijk, heeft bijvoorbeeld m'n idee over de werkelijkheid iets veranderd. Natuurlijk spelen er ook allerlei andere zaken mee die je rijp maken voor zo'n verandering, maar zo'n stuk zetje aan het denken. Hetzelfde geldt voor sommige schilders. Je weet niet wat je er mee aan moet, met de compositie, de kleuren die ze gebruiken. Later komt er dan toch een betekenis. Het lijkt erg abstract, maar beïnvloedt mijn denken wel. Dit soort dingen zijn niet de eerste zorg van de provincie. Men gaat er zeer wantrou wend met de kunst om. Binnen het cultuurbeleid zijn een aantal zaken geaccep teerd: dat vernieuwingen, grensverleggin gen belangrijk zijn. Dat is allemaal heel recent en heeft in het beleid geen diepe wortels. Het financiële beleid krijgt priori teit, andere zaken worden een beetje overeind gehouden, zolang het nog kan. Cultuur-politiek denken zit er nauwelijks achter. Als je dan de informatievoorziening kunt verbeteren met een regionale omroep, zie je dat er alles gedaan wordt om dat tegen te houden. Men wil er eigenlijk niet over praten. Men is in bepaalde politieke kringen nog steeds bang dat de mensen op de hoogte zijn. Als het aan die mensen ligt, verdwijnt ook de Stichting Nieuwe Muziek. Er zijn mensen die zeggen: Nieuwe Muziek en Forum moeten naar Amsterdam gaan. Maar Nieuwe Muziek heeft bewezen dat er hier een publiek voor is. Zoiets is overal belangrijk, ook in Zeeland. Laten we blij zijn dat we hier een paar van die dingen hebben. Het is belangrijk dat er iets gebeurt. Kunstklimaat Zo langzamerhand is er zelfs een aardig kunstklimaat aan het ontstaan, rond Middelburg dan. Je kunt hier goed op de hoogte blijven van de ontwikkelingen in de moderne beeldende kunst. Tussen Nieuwe Muziek, Forum en de Vleeshal liggen allerlei verbindingen. Er is een nieuwe galerie voor moderne beeldende kunst, een filmhuis. In het verleden is al zoveel verdwenen, zeventiende-eeuwse schilderij en, werk uit de tijd dat Jan Toorop in Domburg zat. Het is de taak van de overheid om deze initiatieven te steunen. Er wordt kwalitatief goed werk gemaakt in de beeldende kunst. Het is belangrijk daar een bezit van te vormen. Op muziekgebied is er ook heel wat aan het gebeuren. Als je ziet hoeveel mensen uit Zeeland naar converva- toria gaan. Maar genoeg is het niet. Er zou meer moeten gebeuren. Er zijn plaatsen waar men het moet hebben van de harmonie en het amateur-toneelgezelschap. Het zal heel lang duren voor ze daar beseffen dat kunst iets heel anders is dan ze dachten. En de media helpen ook niet erg mee om dat te veranderen. Daarom is het zo van belang dat er op scholen iets aan wordt gedaan. Daarnaast is er ook te weinig geld. Er is bijvoorbeeld geen geld voor een opdrach- tenbeleid op het gebied van de beeldende kunst. De percentageregeling wordt nauwe lijks toegepast, want niemand weet er iets van en er zijn geen regels voor. De provincie heeft veel over voor de nieuwe provinciale bibliotheek: 22 miljoen gulden. Er zou evenveel aandacht moeten zijn voor literatuur, muziek en architectuur. Met architectuur is het helemaal slecht gesteld. Het enige gebouw dat iets voorstelt is het stadhuis van Terneuzen. Dat is althans het enige wat me van de laatste 20 jaar te binnen wil schieten. Het is merkwaardig dat de provincie zich niet realiseert dat die 200 kunstenaars in Zeeland kleine zelfstandigen zijn. Een goed beleid levert ook werkgele genheid op. Als de overheid kunst als iets onbelangrijks ziet, kun je verwachten dat de mensen er net zo over denken.' Ad de Jong 9

Tijdschriftenbank Zeeland

Nieuw Zeeland | 1984 | | pagina 9