de kans krijgen om anders te zijn. Wie zo'n systeem maakt, heeft alle kans dat hij nog gelijk krijgt ook: de mensen gaan zich echt egoïstisch gedragen, want andere mogelijk heden laat het systeem niet toe.' Concurreren ondernemingen, omdat men sen, en dus ook ondernemers, concurre ren? De bij het onderzoek betrokken kaderleden draaien het liever om. Onder nemingen werken in een stelsel van concurrentie en dat dwingt de ondernemer tot concurreren; anders is hij niet langer ondernemer. Het samen een karwei klaren in de ploeg of samen een onderzoek doen, zoals dit, gebeurt volgens de kaderleden in een heel andere sfeer dan die van concurrentie. Daarop passen begrippen als saamhorigheid, kameraadschap, solidari teit. Een mens wordt kortom pas mens in zijn relaties tot anderen. Taktiek Wie deze gedachtengang er op na houdt, komt natuurlijk op alle mogelijke gebieden in conflict met Dow. Neem de i.a.o.'s. Bij de invoering paste Dow een beproefde taktiek toe. De arbeider die de grootste twijfels had, werd bij personeelszaken geroepen. Daar kreeg hij een loon aangeboden dat een stuk hoger lag dan hij via een c.a.o. zou krijgen. Dat was lang niet altijd te rechtvaardigen vanuit zijn kwali teiten als vakman. Ging hij eenmaal overstag, dan volgde de jaloerse ploeg vrij snel. Maar de voordelen van de i.a.o. zijn twijfelachtig. Ook al kunnen handarbeiders doorgroeien naar het fabelachtige loon van zo'n 6.000 gulden in de maand (voor enkelingen natuurlijk), gemiddeld betaalt de i.a.o. slechts 30 gulden netto meer dan de c.a.o., althans op het moment van overgang. 'Wat er later gebeurt, moet. men maar afwachten.meent De Kool. 'In de c.a.o. zit jaarlijks een loonsverhoging en prijscompen satie. Die ontbreken in de i.a.o. en die moeten de betrokkenen bijverdienen met behulp van een goede beoordeling. Voor het bedrijf heeft de invoering grote voordelen. De macht van de vakbond op het gebied van de loonvorming is uitge schakeld en de directie heeft het alleen recht bij het vaststellen van de arbeids voorwaarden. De directie heeft slechts te maken met 2200 elkaar beconcurrerende individuen. 'Het is best mogelijk', schrijft De Kool, 'dat de leden van de Board of management zeer hoogstaande motieven hebben voor het doordrukken van de i.a.o.'s, dat ze menen dat ze op die manier de menselijke vrijheid dienen. In de praktijk van de andere werknemers is de i.a.o. een tang, waarin ze klem worden gehouden- zo nietfijngekepen. Vakantie Het beoordelingssysteem, de merit rating, is regelrecht in strijd met de op gezamen lijke verantwoordelijkheid gerichte multi craft ploegen. De hoofdoperator is tege lijkertijd collega en beoordeelaar. Nadat ze onderling zijn overeengekomen wie van daag wat doet, beslist hij bij wijze van spreken over het geld voor een verre vakantie van Piet en een regenachtige kampeervakantie van Kees in Nederland. In ploegen waar de concurrentiegedachte is aanvaard, is de sfeer ontstaan datje moet bewijzen beter te zijn dan de ander. De mogelijkheid bestaat ook dat je je chef wil bewijzen dat de ander minder is dan jij ('God ja, Koos is ziek. Ik zag z'n vrouw in de ijzerwinkel; was-ie niet bezig zijn keuken op te knappen?'). De Kool noemt nog een paar zaken die van belang zijn voor een goeie beoordeling. 'Ziek worden is bepaald geen aanbeveling en het lidmaatschap van een vakbond evenmin. Je moet zorgen dat je alle cursussen volgt die het bedrijf je opdraagt en dat is vooral problematisch voor oudere werknemers. En je moet je ook altijd als er iets te doen valt, melden als vrijwilliger.' Tenslotte kunnen maar een of twee mensen per ploeg rekenen op een uitstekende beoordeling. Uit het verslag: 'Als we hierbij bedenken, dat je tegelijkertijd ook op allerlei manieren op die collega's bent aangewezen, dat je in het werk niet zonder hen kunt en dat je jaar in jaar uit, zeg maar acht uur per dag, met hen samen bent, dan wordt wel duidelijk wat voor gespannen toestanden dit geeft.' Alle eerlijkheid gebiedt te zeggen dat er enkele afdelingen zijn waar de beoordeling in overleg wordt opgesteld. Wie daar in de puree zit, maakt kans op meer geld. Werkzekerheid is er wel, maar iedereen moet bereid zijn naar totaal ander werk over te stappen. De Kool: 'Iemand kan jaren werken om de administratie onder de knie te krijgen, maar dat geeft geen garantie dat hij onderhoudswerk in het multi craft systeem moet doen. Lukt dat niet, dan is niemand verbaasd als hij werk krijgt als heftruckchauffeur. Vooral mensen boven de 40 raken zo in de knel. Het multi craft systeem heeft wel erkende voordelen. Iedereen vindt het leuk om ook ander werk te doen. Maar door de concurrentiedwang wordt het meer een wedstrijd in verantwoordelijkheid. Kistkalf 'De verantwoordelijkheid is een verantwoor delijkheid voor de eigen onderwerping aan de eisen van het bedrijf, en dat is een raar soort verantwoordelijkheid'concludeert De Kool in het verslag. De ontplooiing gaat slechts in de richting die het bedrijf wil. En de mensen moeten. Een arbeider zei het zo: 'Ze trappen je hier niet in de grond. Hier word je met je kop door het plafond gedrukt en dat doen pijn. De Kool noemt het de ontplooiing van het kistkalf. Hij trekt de conclusie dat er steeds meer mensen niet meer aan meedoen. Zij geven de concurrentie eraan en kiezen voor een minder welvarend, maar in hun ogen gezonder bestaan. Niettemin wordt in het verslag geconsta teerd dat Dow het systeem met veel succes toepast. De reden ligt in de door de concurrentie opgeroepen angst. Niemand durft zijn mond open te doen of kritiek te uiten (zelfs kaderleden van de FNV laten altijd notuleren dat zij het niet eens zijn met kritiek op Dow als het bedrijf op vakbondsvergaderingen ter sprake komt). Men is bang voor een slechte beoordeling, die tenslotte al snel voelbaar is in de portemonnee. Omdat angst moeilijk meetbaar is, evenals een klacht als voortdurend moe, richtten de kaderleden en De Kool zich op de meest concrete klacht: de werkdruk. Een repre sentatief onderzoek onder 114 handarbei ders in alle afdelingen leverde het harde gegeven op dat in de dag- en ploegdiensten gemiddeld bijna 20 procent van de mensen afwezig was door vakantie, ziekte of anderszins. In 45 procent van de diensten werd op of onder de minimum-bezetting gewerkt. Het personeel kijkt daardoor voortdurend tegen een achterstand in het werk aan. De personeels bezetting zou 19 procent groter moeten zijn om nog maar 10 procent van de tijd op een minimumbezetting te werken. 'Als je die kleine bezetting nu bekijkt in het kader van het hele produktie- proces, dan gaat het werken als drukmiddel' meent Kool. (De titel van het onderzoeks verslag is: 'Turbulentie in een drukvat'). 'De lonen maken maar 6 procent uit van de jaaromzet. Dow zou ploegen gemakkelijker wat groter kunnen maken. Dat gebeurt niet. Het onder druk houden van mensen is een onderdeel van de strategie. En het is natuurlijk ook bedrijfseconomie.' Persoonlijk ervaren de werknemers de werkdruk als het niet aan de normen (van- het bedrijf) voldoen. Zo wordt het een onderdeel van de angst die Dow ook op andere terreinen weet op te wekken. Het onderzoek heeft ook tot doel de vakbond een handvat, of strategie te bieden. Veel houvast biedt het onderzoeksverslag de vakbond echter niet. De werknemers hebben het denken van het management bij Dow nog niet overgenomen, ze vereenzelvigen zich doorgaans nog niet met het bedrijf, zo conculdeert men. Dat geeft hoop op het machteloos maken van de B.V. Angst en Druk. Dat moet dan gebeuren door de werknemers bewust te maken van de manier, waarop Dow werkt en ze sterk te maken in hun eigen normen die tenslotte haaks staan op die van Dow (kameraadschap, samenwerken, enz.) Ad de Jong 11

Tijdschriftenbank Zeeland

Nieuw Zeeland | 1985 | | pagina 11