Kan Hoechst zich veroorloven de consument te misleiden? De milieuvervuiling heeft de populariteit van de chemische industrie geen goed gedaan. Vooral bestrijdingsmiddelen in land- en tuinbouw staan in 'n kwade reuk. Om haar produk- ten toch te verkopen schuwt de industrie enige misleiding niet. Runnen wij het ons veroorloven gee 11 ge vv a I>eh e rn 1 i iim 111 h h I e Ie 11 w te gebruiken? Dit voorjaar kon men in onder andere het weekblad De Tijd een paginagrote vier kleuren advertentie van Hoechst aantref fen, onder de kop 'Kunnen we het ons veroorloven geen gewasbeschermingsmid delen meer te gebruiken?' (Dat woord klinkt positiever dan bestrijdingsmidde len). De advertentie begint met de terechte constatering dat 'nogal wat mensen niets van chemische gewasbescherming willen weten'. Waarna ervoor gewaarschuwd wordt dat 'alternatieve landbouw' onze voedingsmiddelen een stuk duurder zou maken. En waarom zouden we eigenlijk geen chemische middelen gebruiken?, vraagt Hoechst zich af. 'Angst voor de chemie? Het is waar, dat er in het verleden fouten zijn gemaakt. Maar daarvan heeft iedereen geleerd. Talloze onderzoeksresultaten van Rijksinstanties hebben aangetoond, dat met gewasbescher mingsmiddelen behandelde groenten, fruit- soorten en granen niet alleen vrij zijn van giftige residuen, maar ook vrij van ziekte verwekkende sloffen van natuurlijke oor sprong. Klacht Jan Boersma, stafmedewerker van de Interfacultaire vakgroep energie en mi lieukunde van Rijksuniversiteit Gronin gen, was zeer geïnteresseerd in die onderzoeksresultaten en schreef op 26 maart een brief aan Hoechst. Toen na twee weken een antwoord nog steeds uitbleef, diende hij een klacht in bij de reclame Code Commissie. 'Uit alle mij bekende onder zoeksresultaten van Rijksinstanties blijkt dat op zeer veel behandelde fruitsoorten, groenten en granen wel residuen en gewasbeschermingsmiddelen voorkomen', zo stelt hij in zijn klacht aan de commissie. 'De overheid heeft niet voor niets de zogenaamde residue tolerantiegrenzen vastgesteld. Uit genoemde onderzoeksre sultaten blijkt verder dat deze grenzen zeer regelmatig worden overschreden. Hetzelf de geldt voor ziekteverwekkende stoffen van natuurlijke oorsprong. Men kan twisten over de schadelijkheid van de aangetroffen concentraties, beweren dat de produkten er vrij van zijn is in strijd met de waarheid.' Een week later kwam het antwoord van Hoechst, waarover men kennelijk lang had moeten nadenken. 'Uit enkele reacties is ons gebleken dat de tekst die een vertaling is vanuit het Duits, tot misverstanden aanleiding kan geven. Wij beraden ons thans dan ook op de vraag of en zo ja op welke wijze wij de tekst moeten aanpas sen.' De heer H.C. Lammerts van Bueren, Public Relations Manager van Hoechst deelt Boersema verder mee voor hem in Frankfurt een boekje te hebben opge vraagd met de betreffende onderzoeksre sultaten. Duitse advertentie Jan Boersema schrijft hierop: 'Als er sprake is van misverstanden in verband met de vertaling uit het Duits, zou hij graag de originele Duitse advertentie ontvangen. Bovendien was in de advertentie sprake van 'talloze rapporten van Rijksinstanties'. Zo geformuleerd in een Nederlandse advertentie mag worden aangenomen dat het dan ook om rapporten van Nederland se onderzoeksinstanties gaat. Op 8 mei 1984 ontvangt Boersema de publicatie over een onderzoek van het 'Verband Deutscher Landwirtschaftlicher Untersuchungs- und Forschungsanstal- ten', benevens de tekst van de Duitse advertentie. Hoechst ziet kennelijk aankomen dat zij de zaak wel eens kan gaan verliezen, want twee dagen later volgt een brief aan de Reclame Code Commissie. Toegegeven wordt dat het onderzoek betrekking heeft op de Bondsrepubliek en: 'wij hebben daarom ook begrip voor de argumenten van de klager in die zin, dat wij besloten hebben de advertentie, in ieder geval niet meer met de gewraakte passage, in Nederlandse media te publiceren.' Boersema zelf schrijft de commissie op 10 mei dat de Duitse tekst van de advertentie even onjuist is als de Nederlandse. In de Duitse advertentie is sprake van 'Unzahli- gesuchenergebnisse staatlicher Kontroll- behörden.' De hem toegezonden pu blicatie was in de eerste plaats niet afkomstig van 'Staatlicher Kontrollbehör- den' en in de tweede plaats bleek uit het onderzoek helemaal niet dat de behandel de produkten 'frei von giftigen Rückstan- den' zijn. (Evenmin trouwens als de in het onderzoek betrokken produkten van 'al ternatieve landbouw'. Uitspraak Op 11 september volgt de schriftelijke uitspraak van de commissie, die alleen aan beide partijen wordt toegestuurd. 'Met betrekking tot de gewraakte zinsnede heeft de Commissie overwogen dat daarin de indruk wordt gewekt dat het resultaat van onderzoeken die verricht zijn door of in opdracht van de overheid zouden hebben uitgewezen dat met gewasbeschermings middelen behandelde groenten, fruit en granen vrij zijn van residuen. Omdat Hoechst echter niet van het bestaan van dergelijke door of in opdracht van Nederlandse Overheidsinstanties uitge- voede onderzoeken heeft doen blijken, neemt de Commissie aan dat deze niet verricht zijn. Dit brengt met zich mee dat de gewraakte passage in strijd is met de waarheid alsmede daardoor misleidend.' Jan Boersema zegt niet ontevreden te zijn met de uitspraak, maar wijst er tegelijker tijd op dat de commissie zich door haar formulering onthoudt van een oordeel over de bewering dat met bestrijdingsmid delen behandelde produkten vrij zijn van residuen. 'Men beperkt zich tot de vraag of er een Nederlands onderzoek is waarin dat wordt aangetoond. 'Hoechst was dan ook wel zo slim om alleen toe te zeggen dat de advertentie niet meer in Nederlandse media zal worden gepubliceerd. Verder is Boerse ma weinig te spreken over het feit dat de uitspraak 'onderhands' is gedaan en dus niet officieel is gepubliceerd. 'Maar op deze manier is daar nog wel iets aan te doen.' Willem de Bruin (Dit artikel verscheen eerder in Milieu Defensie van december 1984). 19

Tijdschriftenbank Zeeland

Nieuw Zeeland | 1985 | | pagina 19