De werknemers van de Nederlandse Stikstof Maatschappij in Sluiskil die woensdag 30 januari het zware stalen reactordeel naar beneden zagen storten, moeten hun hart in de keel hebben voelen bonzen. Het gevaarte viel op een leiding, waarin waarschijnlijk 67 ton vloeibare ammoniak zat. Ammoniak heeft de neiging snel in gasvorm over te gaan en een vrij lage concentratie van 700 milligram per kubie ke meter lucht had al voor blijvende schade aan de gezondheid van de werknemers kunnen zorgen. Bij een hoge concentratie kan zo'n gaswolk zelfs exploderen met alle gevolgen vandien. Voeg daarbij dat de wind richting Axel en het gehucht Axelse Sassing woei en het wordt duidelijk dat men bij NSM aan een ramp ontsnapte. Ontsnapte, want de leiding brak niet. Er zat een flinke knik in en een al even flinke deuk. De NSM blijkt weinig mededeelzaam te zijn over het ongeluk. Inlichtingen moeten via allerlei omwegen worden ingewonnen. De public relation-man van de NSM, Puype, bevestigt dat het ongeluk gebeurde tijdens de herstelwerkzaamheden naar aanleiding van een ander ongeluk in december vorig jaar. Toen brak er een leiding, waardoor zogenaamd synthese- gas naar de ammoniakreactor stroomde. Er ontstond een explosie die een werkne mer het leven kostte. Een menselijke vergissing van een hijsbaas was er de oorzaak van dat er opnieuw bijna een ramp gebeurde toen het stalen gevaarte naar beneden kwam. Op de vraag wat de gevolgen van een breuk in de ammoniak- leiding hadden kunnen zijn, blijft Puype het antwoord schuldig. Hij wil de vraag eerst aan het afdelingshoofd voorleggen, daarna kan hij antwoord geven. Een telefoontje op de afgesproken datum levert niets op, evenmin als de enkele keren gedane belofte terug te bellen. Je kunt niets anders concluderen dan dat de NSM wenst te zwijgen over het gebeurde. Vergunning Of de leiding op het moment van het ongeluk de volle capaciteit van 67 ton ammoniak bevatte, is dus niet met zekerheid te zeggen, dat er tonnen ammoniak in zaten staat echter vast, ook volgens Puype. Het zwijgen van NSM kan te maken hebben met een het hele bedrijf omvattende vergunningsaanvraag die nog bij de provincie ligt. Herrie over de veiligheid van het bedrijf kan wel eens tot zwaardere eisen leiden en tot uitstel van het verlenen van de vergunning. Bovendien maken ongelukken een bedrijf niet popu lairder. Naspeuringen maken bovendien duidelijk dat de NSM informatie onthoudt aan de instantie die de provincie moet adviseren over de vergunningsaanvraag: de provin ciale waterstaat. De aanvraag werd in mei 1984 ingediend en het betreft een nieuwe vergunning voor de hinderwet en de wet op de luchtverontreiniging. In de aanvraag zegt het bedrijf dat de ammoniakleiding wordt gebruikt om gekoelde ammoniak uit schepen op te nemen en dat dit slechts incidenteel, dat is een keer per jaar, gebeurt. De leiding wordt echter veel frequenter gebruikt dan het bedrijf zelf opgeeft en deze informatie komt uit zeer betrouwbare bron. De provinciale waterstaat, die de noodza kelijke studie maakt over gevolgen van luchtverontreiniging en mogelijke gevol gen van ongelukken voor werknemers en omwonenden, was van het veelvuldiger gebruik van de leiding niet op de hoogte. 'Het is voor een orgaan als provinciale waterstaat praktisch ondoenlijk om alle door bedrijven verstrekte informatie op waarheid te controleren', verklaart de heer Westhoek van provinciale waterstaat. 'Er mag normaliter worden aangenomen dat 3

Tijdschriftenbank Zeeland

Nieuw Zeeland | 1985 | | pagina 3