Vis Noordzee 4 tot 5 maal zieker dan elders 'Er zijn heel duidelijk aanwijzingen dat er verband bestaat tussen waterverontreiniging en visziekten' De vis in het zuidelijk deel van de Noordzee is vier tot vijf maal vaker ziek dan de vis die elders wordt gevangen, zo meldde de Volkskrant op maandag 25 februari. Vissers moeten voorde Zeeuwse en Zuidhollandse kust veel meer vis weggooien dan elders. Dat gaat vooral op voor bot, meldt onderdirekteur Hagel van het Rijks Instituut voor Visserij Onderzoek (RIVO) in IJmuiden. Zweren, wratten, kankerachtige misvormingen, daar zwem men de vissen mee rond. De vissers zwijgen er kortzichtig over, want dat schaadt de handel. Jan Siereveld bestuurslid van de zeeuwse vissersvereniging Zevibel bijvoor beeld: 'Daar wilt u over publiceren? Nee meneer, daar doe ik niet aan mee. Gaat u maar iets anders schrijven.' Dat doen we natuurlijk niet. Falcon De Vlissingse visser Lein de Nooyer is iets toeschietelijker. 'Dan moet u inTerneuzen wezen, bij de Falcon. Dan weet u alles.' De Falcon is een schip dat enkele malen per week chemisch afval uit België voor de monding van de Westerschelde in de Noordzee loost. En daar gaat het om: het verband tussen waterverontreiniging en visziekten. In 1980 kondigde het RIVO aan daar onderzoek naar te gaan doen. Het is inmiddels vrijwel afgerond: in mei komt het rapport in de openbaarheid. Onder direkteur Hagel wil de harde cijfers nog niet bloot geven. 'Dat zou nogal merk waardig zijn tegenover onze opdrachtge ver. Dan zou die de uitslag in de krant lezen. Maar er zijn heel duidelijke aanwijzingen dat er een verband bestaat tussen de waterverontreiniging en visziek ten, heel duidelijke.' De vissen zwemmen rond in het gebied dat door het Rijnwater, Westerscheldewater en door lozingen worden vervuild. Om aan te geven om welke hoeveelheden het alleen al bij scheepslozingen gaat, enkele cijfers. Ze zijn weliswaar uit 1977, maar de hoeveelheden zijn sindsdien zeker niet afgenomen. Lozingen Kronos uit Gent verscheept jaarlijks een half miljoen ton titaniumdioxyde, waarin een hele serie zware metalen die op de zwarte lijst van zeer giftige stoffen staan, giftige stoffen staan. Hooker Chemical uit Genk loost jaarlijks 13.700 kubieke meter chemisch afval, waaronder het vermoedelijke kankerver wekkende fenol. -De Belgische dochter van de Koninklijke Gist- en Spiritusfabriek stuurt elke maand drie schepen met elk 750 ton afval de Noordzee op. Het afval bevat onder meer aluminiumhydroxyde, een stof die vermoedelijk longbeschadigend is. Bayer uit Antwerpen doet jaarlijks leuk mee met 225.000 ton gif: zwavelzuur, mangaan, vanadium, calciumen chroom. - Agfa-Gevaert uit Mortsel loost per dag broom, ammoniak en kalium tot een hoeveelheid van 24 kubieke meter. Stauffer Chemical uit Antwerpen stuurt maandelijks twee schepen met elk 1350 ton de Noordzee op. De giftige bestanddelen zijn onder meer natriumchloraat en triocarbonaten. Dat is nog maar een kleine bloemlezing. 'Wij visten daar destijds in de buurt', meldt Lein de Nooyer over de stortplaats voorde Westerschelde. 'Maar daar is alles al over geschreven hé. Die jongens van Green peace hebben er hun leven voor gegeven door voor die schepen te gaan leggen. Je kan er over praten en over doen, maar je bent al te ver weg. D'r is geen weg meer terug hé. En de overheid doet er niks aan.' Zuurstoftekort Via het RIVO doet het Rijk dus wel iets, maar het gaat langzaam. 'Verontreining op zich geeft geen ziekte', begint Hagel de lange duur van het onderzoek te verklaren. 'Verontreiniging kan de vis wel vatbaar maken voor ziekten. Zij hebben bijvoor beeld minder weerstand. Nu zijn er heel sterke natuurlijke fluctuaties in visziekten. 's Zomers is het percentage zieke vis bijvoorbeeld veel hoger dan 's winters. Dat is door natuurlijke oorzaken en daar gaat het ons niet om. Wij moeten de onnatuur lijke oorzaken zien te achterhalen. Het volgende is bijvoorbeeld onnatuurlijk: Door de toestroming van enorme hoeveel heden voedingsstoffen -de eutrofiëring- is er een grote produktie van organische stoffen, die na afsterving veel zuurstof verbruiken. Het gevolg is een zuurstof tekort in de onderste waterlagen. En daar ligt de bot. Het is dus logisch dat deze vis het meest van ziekten te lijden heeft.' De onderzoeksresultaten gaan naar Rijks waterstaat, de opdrachtgever. Deze instan tie moet vervolgens gaan onderzoeken om welke stoffen het gaat en welke maatrege len er moeten worden genomen. 'Wat ons betreft, zijn er zulke duidelijke aanwijzin gen dat zo'n onderzoek nodig is', zegt Hagel Coïncidentie Een aardig detail dat de moeilijksheid- graad van een onderzoek naar de relatie tussen waterverontreiniging en visziekten - evenals een onderzoek naar die stoffen die de vis kwetsbaar maakt- aangeeft, vertelt een andere visserijbioloog van het RIVO. Volgens hem zit er bij de uitmonding van de Rijn (Nieuwe Waterweg) in de Noord zee merkwaardig genoeg juist een zeer grote concentratie vis. 'Er mogen dan wel giftige stoffen uitstromen, maar de hoe veelheid voedsel is er ook zeer groot.' Maar dit terzijde. Inmiddels heeft het RIVO het onderzoek naar de merkwaardi ge ziekte van paling in de Westerschelde voor Terneuzen ook afgesloten. De conclusie is dat er geen duidelijk verband tussen vervuiling en ziekte te leggen is. Hagel tekent er wel bij aan dat dat niet betekent dat vervuiling als oorzaak is uitgesloten. Het onderzoek daar begon op een moment dat tachtig procent van de paling was aangetast door merkwaardige gezwellen. In de voorgaande jaren was dat tot die enorme hoogte gestegen. Hagel: 'Maar toen we eenmaal met het onderzoek bezig waren, daalde dat percen tage pijlsnel'. Hij noemt dat een 'merk waardige coïncidentie'. Ad de Jong 9

Tijdschriftenbank Zeeland

Nieuw Zeeland | 1985 | | pagina 9