orgt voor
jactie-Commissie van 'De Toekomst'
I.;. Joh. J. Lodewijk, A. Grootveld, M.de Boer
Erkel en de gewezen Vlissinger Gerard
Angenent. Deze had altijd voeling gehou
den met de mannen van De Toekomst. Op
3 oktober 1915 besloot een konferentie in
Amsterdam onder voorzitterschap van De
Lange een Federatie op te richten.
Zeeuws nieuws
De Federatie van Revolutionaire Socialis
ten was grotendeels een produkt van De
Lange. Hij was het ook die haar verdedigde
tegen de aanvallen van andere anarchisten,
met name Rijnders. Ook zorgde hij ervoor
dat vanaf 1 januari 1916 De Toekomst het
blad van de nieuwe organisatie werd, op
voorwaarde dat minstens 1 kolom voor
Zeeuws nieuws overbleef. Op 1 januari
1916 ging de Federatie van start. Er zat
aanvankelijk een onmiskenbaar Zeeuws
element in, want terwijl De Lange
redakteur bleef, werd Angenent penning
meester van de federatie. Korte tijd later
werd Anton Seymour uit Koog aan de
Zaan lid van het bestuur. Deze was in 1902
op 'De Schelde' ontslagen, maar was ook
altijd met De Toekomst in verbinding
gebleven. De Toekomst zou niet lang een
Zeeuws blad blijven, want ook inhoudelijk
kwamen er veranderingen. Het probleem
was niet dat die ene kolom niet gevuld
werd, eerder het tegendeel. De Lange hield
het blad veel te Middelburgs om in den
lande te kunnen boeien. Hij stopte De
Toekomst vol met zijn persoonlijke
perikelen. Met de Middelburgse burge
meester P. Dumon Tak kon hij geweldig
goed opschieten. Samen probeerden ze de
prijsstijgingen van de levensmiddelen in
Middelburg in te dammen. Je kunt je
natuurlijk afvragen wat er aan deze
middenstands-aktie (nog wel samen met de
staat) nu zo anarchistisch was.
Begin februari 1916 begon een nieuwe
episode in de aktiviteiten van De Lange.
De melkleveranciers van Walcheren span
den samen om de melkprijs op te voeren. In
een stampvol Schuttershof besprak De
Lange de kwestie. Grote hoofdartikelen
riepen op front te maken tegen de boeren.
Toen zij de koöperatieve zuivelfabriek
'Walcheren' oprichtten, begon De Lange
een melkoorlog, bang dat de fabriek de
prijzen zou opdrijven. Waarschijnlijk met
financiële steun van Dumon Tak werd hij
in staat gesteld een tegenbedrijf op te
richten, 'Melkinrichting De Nieuwe Land
bouw', waar hij begin mei mee startte.
Het is de vraag of de overdadige aandacht
die De Lange aan zijn middenstandsaktivi-
teiten schonk de goedkeuring wegdroegen
van het federatiebestuur. Ook leek de
redakteur toenemend vermoeid. Maar
doorslaggevend was dat hij in mei
werkgever werd en dat werd onverenigbaar
geacht (waarschijnlijk ook door hemzelf)
met het redakteurschap van een anarchis
tenblad. Op 29 april 1916 hield De Lange
ermee op. Bijna twintig jaar had hij zijn
beste krachten gegeven aan een blad dat
nogal eens voor leven in de Zeeuwse
brouwerij had gezorgd. Veracht door de
burgerij, gehaat door de sociaaldemokra-
ten, was De Toekomst onder hem het blad
gebleven dat door de arbeiders het meest
gelezen werd en vanwege de schandaalver-
halen gretig ook.
Hoe is het verder met hem gegaan? Iemand
vertelde me dat hij altijd anarchist
gebleven is. Mogelijk, maar anarchisten
zelf hadden een andere mening. Al gauw
meldde men van hem dezelfde werkgevers
neigingen die hij voorheen altijd zo
gehekeld had: lange werktijden voor
weinig loon.
De Baanbreker wees daar eind juli met veel
plezier op, De Toekomst zweeg aanvanke
lijk nog. In november vinden we een
schuchtere opmerking dat De Lange, die in
de burgerbladen zo adverteert, best zijn
oude blad met advertenties zou kunnen
steunen. De toon werd kritischer, tot hij in
september 1918 werd aangeklaagd omdat
hij zijn ondergeschikten koejonneerde en
een paar maanden later, omdat hij ze veel
te weinig betaalde. De Lange was razend
en wilde met zijn oude kameraden niets
meer van doen hebben. Het kwam nog
zover dat hij in november 1921 adverteerde
in het blad van zijn vroegere doodsvijan
den, in De Baanbreker. Hij dreef later een
melkzaak in de Langeviele. In 1940 is hij
plotseling gestorven.
Met het vertrek van De Lange houdt De
Toekomst op een Zeeuws blad te zijn. De
inhoud veranderde nogal, want schandaal-
verhalen over Zeeland werden haast niet
opgenomen. Daarvoor in de plaats kwa
men degelijke artikelen. Eén traditionele
band met Zeeland bleef: de krant werd
gedrukt op de drukkerij aan de Lombard
straat. Tot 1 april 1920 bleef ook de
administratie nog in handen van de
Middelburgers, maar daarna nam de
Amsterdammer Jan Postma die over.
Onder de nieuwe redaktie, met Johan J.
Lodewijk als centrale figuur, steeg de
kwaliteit van De Toekomst. Nu waren de
tijden ernaar om spannender artikelen te
schrijven. Door de algemene 'stemdwang'
werden de Vrije socialisten gedwongen tot
herbezinning van de oude anti-parlemen
taire taktiek. Sommigen in de Federatie
voelden zich aangetrokken tot 'n initiatief
om tegenover de sociaaldemokraten een ei
gen partij op te richten. In Vlissingen had
deze Socialistische Partij nogal aanhang.In
1918 bracht ze twee vertegenwoordigers in
de gemeenteraad, onder wie L.P. van
Oorschot (de SDAP veroverde maar drie
zetels). De houding van de Federatie was
echter anders: stemweigering. In Zeeland
heeft dit initiatief niet erg aangeslagen.
Enkel uit Vlissingen werden zo'n tien
oproepingskaarten naar de aktiecentrale in
Amsterdam opgestuurd. Sommigen stem
den blanko.
Revolutie
Belangrijker voor de ideeënontwikkeling
in de Federatie was de Russische Revolu
tie. De Toekomst bevat hierover artikelen,
die de jaargangen 1917 tot 1920 maken tot
de interessantste uit haar bestaan. Allerlei
problemen werden bediskussieerd. Zeker
toen er revoluties in Oostenrijk, Duitsland
en Hongarije volgden. Zelfs Nederland
werd door revolutiekoortsen aangetast.
Midden november 1918 zien we P.J.
Troelstra op zijn manier bezig een
revolutie te ontketenen en meteen weer
afblazen. De Federatie had daar veel
kritiek op. De SDAP en het NVV hadden
eens te meer hun volkomen burgerlijkheid
bewezen. De Baanbreker besteedde amper
aandacht aan de Russische Revolutie. Een
uitbarsting van Oranjeliefde, zoals in Den
Haag, of een socialistenjacht zoals in
Brabant, schijnen niet te zijn voorgeko
men.
De partij leed amper schade, alleen het feit
dat F.Kakebeeke in Goes zijn lidmaat
schap opzegde was vervelend omdat hij fi
nancieel nogal eens te hulp kwam. Het aan
tal SDAPers bleef echter stijgen tot een
voorlopig hoogtepunt van 760 (waaronder*
174 vrouwen) op 1 oktober 1919. Ook de
verkiezingen leverden sukses op. In
Middelburg kwam in 1918 mevrouw Corné
als eerste vrouw in de raad. Louw
Onderdijk werd wethouder. In de Provin
ciale Staten kwamen maar liefst vier
sociaaldemokraten, waarondereen vrouw:
Dien Duiker uit Terneuzen, die al spoedig
de provincie moest verlaten omdat haar
man opeens ontslagen werd. Ingeburgerd
was de SDAP nog lang niet. Kolporteurs
werden in 1920 in het Axelse nog brodeloos
gemaakt en waren er onder rijksambtena
ren sociaaldemokraten, dan probeerden de
autoriteiten ze overgeplaatst te krijgen. In
het begin van de twintiger jaren gebeurde
dat nog regelmatig in Zeeuws-Vlaanderen
en op Tholen. In december 1924 waar
schuwde Lindeijer het partijsekretariaat
niets in een open envelop naar J. Kruithof
en zijn vrouw in Hansweert te sturen:
13