'Ik kan niet meebetalen aan de dolk, waarmee wij worden geacht zelfmoord te plegen' foto Elsa Westland oppervlakkigheid. Valse bescheidenheid past hier niet. Ik zal je een dingetje over hem vertellen. Hij schrijft voor de schoolkrant en in een kolom, analoog aan Terzijde in VN, maakt hij o.m. een grapje n.a.v. het bekende interview met Ruding: Rudings Kasboek: Mein Krampf. Of voor 'n spandoek in een demonstratie: no holocaust (but) holy ghost. Schitterend toch? Hij leest Stoker pas sinds een paar weken.' Vijf jaar geleden ging hij vrijwillig uit de BKR en Barbara werd kostwinner (Barba ra spreekt van kostwinnaar: zij is Ameri kaanse, zij spreekt de taal redelijk, maar heeft dat verschil, terecht, nog steeds niet helemaal door); er kan er maar één tegelijk in de BKR. 'Ik ben dus al vijf jaar huisvrouw. Je kunt me gerust een feministe-avant-la-lettre noemen. Ik had wel via allerlei sluipwegen in de BKR kunnen blijven, maar van dat soort dingen hou ik helemaal niet.' Raakt het schilderen zo niet op de achtergrond? 'Nee, schilderen is niet de enige vorm van beeldende kunst. Je hebt bijvoorbeeld ook conceptuele kunst, een heel ijle materie, je hebt er geen galerie voor nodig. De projecten die ik doe, kun je meestal onderbrengen onder de term: 'legale anarchie' en uiteraard: 'vredelievend'. Het uiterst effektief afbreken van vermolmde strukturen en opvattingen. Het klinkt arrogant hoor, een ridder zonder vrees of blaam, te voet, met open vizier, genade drank drinkend. Neem mijn belastingpro- jekt. Heel legaal betalen we nauwelijks of geen belasting. Ik schrijf naar de belasting: ik betaal niet om die en die reden. Klaar. De procedure gaat lopen en na maanden komt het volgende antwoord: wilt u alstublieft dat beroepschrift bij de Hoge Raad, intrekken? De beloning, onze worst, is dan dat we geen belasting en AOW premie hoeven te betalen.' 'Ik heb een legale weg ontdekt zonder te zoeken, ik heb er een neus voor. Ik schrijf één briefje, zó pregnant. Mijn rhetoriek met de mond, comprimeer ik in een prachtig briefje, dat ze als bijbelvorsers gaan zitten duiden. Materieel belang, baatzucht, is nimmer mijn motief geweest om geen belasting te betalen. Iedereen betaalt, ik dus ook, ik breek de wet niet, zoek zelfs niet naar mazen. Triviaal 'zou dat zijn'. Ik betaal zovéél indirekte belasting op alles wat ik koop, slager, bakker, de accijns op de beste whiskey, dat is zoveel, heb ik uitgerekend, dat daarmede precies onze BKR-inkomsten worden betaald. En dat vind ik mooi. En genoeg. Ik maakte 'n schitterend, ijl, conceptueel art-project dat effektief dekonditionerend blijkt, zo werkt kunst. Mijn morele motief om zelf met een dergelijk 'gemeen' gedrag te kunnen leven zonder schuldgevoel: ik wens en kan niet meebetalen aan de dolk die men overweegt te kopen, 'n dolk waarmede wij vervolgens worden geacht zelfmoord te plegen. Ik vind het tegelijk moreel en ethisch niet verantwoord de wet te ontduiken. Ik hou me eraan. Ze vragen me vriendelijk doch dringend dat geding te voorkomen. Ze bieden er 10.000,00 voor. Dat was vorig jaar. Ze willen voorkomen dat een uitspraak van de Hoge Raad in de Staatscourant wordt afgedrukt. Zes uur lang heeft die inspecteur moeten soebatten. Ik zei tegen Barbara: 'die man is bekaf, we hoeven dan geen belasting meer te betalen, laten we het maar doen.' Ik geef toe, dat is misschien corrupt. Dit jaar dezelfde procedure, ze zullen wellicht méér gaan bieden. Dat kunnen ze dus wel vergeten, dit keer krijgt de Hoge Raad het op Haar bordje.' Je betaalt dus geen belasting en dat lukt op ethische gronden? 'Het is kunst. Net als een goed schilderij, een Rembrandt. Vandaar dat Markies zegt: laat 'm maar schilderen, da's ongevaarlijk, en dat levert öök wat op. Ik kan niet onthullen waarom ik geen belasting hoef te betalen. Als ik niet had toegegeven en de uitspraak van de Hoge Raad was in de Staatscourant gepubli ceerd, dan zou 'n aantal lieden louter om financiële motieven geen belasting meer gaan betalen, 'n Verkrachting van de kunst derhalve, want zij dient mede om mensen op te voeden tot betere, dat wil zeggen authentiekere mensen. Geen navolgers, kopiëen zogezegd, van een aardig orgineel, een schitterende vogel desnoods,dat hebben we in het recente verleden al eens meegemaakthet heeft ons aan de rand van de afgrond gebracht. Kopieën zijn au fond waardeloos, laten we wel wezenik ga hier liever niet op doorik weet teveelik denk aan Victor Sergeeen Witrus.' Andere projecten van Gustaaf zijn rechts gedingen. 'Schuldeisers, die pak ik ook aan. Als ik vind dat mijn motief om niet (meer) te betalen voldoende valide is -ik denk daar vaak lang en intens over na natuurlijk-dan betaal ik niet, al heb ik twaalf mille geleend. Dat is een leuk project. Loopt nog. Ze kunnen me niet pakken, ik ben onkwetsbaar. Ik schrijf een briefje en wens ze veel succes met hun queeste, dat is een zoektocht. Het principe van waaruit ik wens te bestaan, in het reine te komen met mijn geweten -en dat is moeilijk in deze onvolkomen wereld- kun je, toch wel een goede term, legale anarchie noemen. Als het werkt tenminste. De wereld moet mooier en beter en gezonder worden, de mens moet leren zich niet als een dier te gedragen, 't Moetje opgevallen zijn dat ik niets ten nadele van het dier gezegd heb.' Hij staat op, gooit nog een houtje op het vuur en begint heen en weer te lopen, een soort vulkanisch ijsberen. Ik begin over zijn schilderijen. Ze zijn harmonisch, mooi van kleur vaak. Eén is er volkomen anders. Er staan geheimzinnige symbolen op, ongelijke, misschien wel gevaarlijke krui singen. 'Dat is het duurste, het belangrijkste wat er hangt. Moeilijk leesbaar ook. Het is een sleutelschilderij, en daar heb ik lang -'n week- over gedaan. De andere doeken zijn daarna, in een kreatieve stormbui, geko men. Je hebt, globaal gesproken, twee soorten schilders. Vermeer, helder, bewust en rationeel, en de meest schitterende schilder in die groep Mondriaan hoort daar ook toe. Van Gogh, Rembrandt, Appel vormen de andere, meer emotionele kategorie. In dat schilderij heb ik die twee kanten bewust bij elkaar gebracht, het gevoel en de ratio. De wereld overleeft, met iets meer ratio. Weet ik.' 17

Tijdschriftenbank Zeeland

Nieuw Zeeland | 1985 | | pagina 17