Aanvaringen en strandingen op de Zeeuwse wateren: 1981 -32 1982 - 35 1983 - 47 1984 - 58 1985 - 35 (tot 15 maart) moet er een vaarverbod voor schepen met blauwe kegels komen bij mist (op de weg mogen tank-auto's ook niet rijden bij mist). Er moet een volledig toegerust hulpverleningsvaartuig constant beschik baar liggen op het SRK, een schip dus met meetapparatuur, blusmiddelen, etc. Nu is er op het kanaal geen blusboot, terwijl de brandweerkorpsen van Tholen, Reimers- waal en St. Philipsland vanaf de dijk ook weinig kunnen uitrichten. Bij het Korps Controleurs Gevaarlijke Stoffen heeft men ook wel enkele verlan gens. De heer K.Stevens: 'Bij schepen van de grote rederijen heb je meestal een deskundige bemanning. Maar bij de particu liere schepen ligt dat minder goed. Ik heb het meegemaakt, dat een schipper een type-3 schip had gekocht (een schip dat dus alle gevaarlijke stoffen mag vervoeren) en dat die schipper vijf minuten met z'n matroos stond te diskussiëren, hoe zo'n schip gelost moest wordenhij wist het niet! Nou, daar mag je zelf je konklusies uit trekken. Zoiets zou voorkomen kunnen worden door te eisen, dat schippers, die met gevaarlijke stoffen varen een diploma moeten hebben. Op de weg is dat ook zo, dus waarom niet op het water?' Z'n collega A. de Meij: 'De conclusie is niet dat het één grote rotzooi is op het SRK, maar wel dat als je tien schepen controleert, dat er één is waar iets niet helemaal klopt. Westerschelde Ook op de Westerschelde zijn dit jaar enkele gevaarlijke situaties ontstaan. De botsing van de containerboot Contract Voyager haalde uitgebreid de kranten. In Oostburg werd toen een crisiscentrum ingericht omdat men bang was voor gifwolken uit het schip. Deskundigen vinden achteraf dat die zaak verschrikkelijk opgeblazen is. Want de Contract Voyager had weliswaar enkele containers met gevaarlijke stoffen aan boord, maar zelfs als die opengebarsten waren, dan nog was de situatie voor Zeeuws-Vlaanderen niet echt gevaarlijk geworden. Veel riskanter was de botsing voor de kust bij Westkapelle, kort na het ongeluk bij Oostburg. Daar werd de Nederlandse tanker Dutch Master geramd door een Panamees vrachtschip. De Dutch Master was geladen met zeer gevaarlijke stoffen en het scheelde niet veel of het Panamese schip had de tanks met gif opengeramd. Toch werd dat ongeluk met een paar regels in de krant afgedaan en de bevolking van Westkapelle heeft nooit geweten, hoe riskant de toestand is geweest. Opvallend was, hoe moeilijk het voor journalisten was op die vrijdag 8 maart om informatie over het ongeluk met de Dutch Master te pakken te krijgen. Ze werden van het kastje naar de muur gestuurd; niemand wist wat er aan de hand was. Maar al snel deden geruchten de ronde, dat de tanker geladen was met methyl isocynaat. En dat is dezelfde stof, die kort geleden 2500 doden veroorzaakte in de Indiase stad Bhopal. Volgens de heer Stevens, die aan boord van het schip was voor controle ging het echter om een ander isocyanaat. Niet minder giftig, want met een M AC-waarde van 0,02 (dat wil zeggen, dat de maximale concen tratie in de lucht slechts 0,02 deeltje op één miljoen delen lucht mag zijn -ter vergelij king: de MAC-waarde van blauwzuur is 500 keer hoger ofwel 10 p.p.m.) Stevens: Het grote verschil met de stof in Bhopal is, dat de stof in de Dutch Master, die we kortweg MDI noemen, een veel hoger vlampunt heeft. Met het koude weer was er dus niet of nauwelijks iets verdampt als de stof door botsing was vrijgekomen. We moesten in dit geval veel meer beducht zijn voor reakties met water. NZ: Hoezo? Stevens: 'In scheepvaartkringen zegt men als deze stof met water in aanraking komt, ze vier keer zo groot van volume wordt. Dat houdt in, dat het schip ter plekke uit elkaar was gebarsten als de tanks waren lek gevaren. NZ: Het was op het nippertje, hè? Stevens: 'Als die Panamees één kilometer harder had gelopen, was het raak geweest. Hij is nu al dwars door de wing-tank heengegaan en hij is op één centimeter van de tank-wand blijven zitten. NZ: Wat was er gebeurd als het schip uit elkaar was gebarsten? Stevens: 'Ik weet het nieter komen mogelijk dampen vrij..... Er lagen daar wel zestig schepen in de buurt te wachten om naar Antwerpen te kunnen varen. Laten we blij zijn dat die tanks niet geraakt zijn. Maar zo'n ongeluk drukt je weer eens op de risico's dat dit soort schepen met zeer gevaarlijke chemicaliën meebrengen als ze vlak onder de boulevard van Vlissingen door varen. Ik begrijp niet waarom dat soort schepen door het Oost gat -dus vlak langs de boulevard en de stranden van Dishoek en Zoutelande- mogen varen. De Meij: Voor gas-tankers is het Oostgat wel verboden. Die moeten via de Wielingen. Het zou verstandiger zijn als dit soort chemicaliëntankers ook zo zou moeten varen. Stevens: 'Er worden ook isocyanaten vervoerd met zeer laag vlampunt. Je moet je toch niet voorstellen, dat er vlak onder de boulevard een aanvaring gebeurt met zo'n schip, geladen met een stof met een vlampunt van rond de nul graden. Als dan zo'n tank scheurt komen er onmiddellijk dampen vrij, die met een zuidwestenwind Vlissingen indrijven. Vul maar inik zou nergens voor in durven staan. Knuppel De twee leden van het Zeeuwse Korps Controleurs Gevaarlijke Stoffen wachten intussen met spanning af, wat er gaat gebeuren met het procesverbaal, dat ze op de Contract Voyager hebben gemaakt. Want daarmee hebben ze de knuppel in het hoenderhok gegooid. Immers, tot nu toe is het zo, dat schepen met gevaarlijke lading, die naar België moeten (en dat is 95% van de schepen, die de Westerschelde opsto- men) niet melden, wat ze aan boord hebben. Gevolg: het duurde twee uur voor men in Zeeland wist, welke stoffen de Contract Voyager aan boord had. En dat vond men eigenlijk al heel snel. De Meij: 'Je leest in de krant, dat op de Westerschelde alles prima geregeld is, behalve het feit, dat de België-gangers geen meldingsplicht hebben. Maar in de zoge naamde Grote Beschikking staat -artikel 3 lid 4- dat alle schepen, die de Westerschelde invaren vier uur 'voor ze het loodskruispunt passeren, moeten melden welke gevaarlijke stoffen ze aan boord hebben. En als ze uit België komen, twee uur eer ze de grens passeren. Dat moet gebeuren bij de Schelde Inlichtingen Dienst te Vlissingen. Alleen vrijwel geen schip, dat naar of van België vaart, houdt zich er aan NZ: En als er dan een ongeluk mee gebeurt, weet je dus niet wat ze aan boord hebben. Waarom treedt u daar niet tegen op? De Meij: 'Omdat men daar aan niet wil.' NZ: Wie is 'men'? De Meij: 'Nou ehlaten we zeggen: een breed scala van mensen, die met de vaart op de Schelde te maken hebben. Ze vrezen dat de Belgen heel moeilijk gaan doen als wij proces-verbaal opmaken. Het licht staat niet op groen, zo is ons te kennen gegeven. NZ: Maar jullie hebben nu toch De Meij: 'Ja, we hebben de knuppel in het hoenderhok gegooid. Let wel: die Contract Voyager was een keurig containerschip en geen stuk oud roest, zoals er hier ook varen. Maar ze hadden zich niet gemeld. Als het volgens de regels was gebeurd, had men op het moment van de aanvaring, onmiddelijk geweten welke stoffen er aan boord waren. Zo hoort het. Daarom hebben we daar procesverbaal over opgemaakt. Stevens: 'En nou zijn wij benieuwd, wat daarmee gaat gebeuren. Als het goed is gaat het proces naar de Officier van Justitie in Middelburg en als er een veroordeling uitrolt, dan hebben we houvast om in de toekomst op te treden. De aanzet voor een nieuwe Belgisch- Nederlandse oorlog lijkt gemaakt. Kees Slager

Tijdschriftenbank Zeeland

Nieuw Zeeland | 1985 | | pagina 7