OPROEP AAN DE LEZERS Wat zijn dat nou eigenlijk, Zeeuwen? Dit is een oproep. Een oproep aan onze lezers, Zeeuwen en niet-Zeeuwen; aan hen die als import in Zeeland wonen en zij die als Zeeuw naar elders zijn getrokken. In ons juli-nummer willen we ruim baan geven aan de vraag:4 Wat zijn dat nou eigenlijk, Zeeuwen?' Aan u de vraag om uw oordeel over Zeeland en de Zeeuwen op papier te zetten. Als u dat een beetje leesbaar doet, drukken wij uw bijdrage af. Het mag zowel een theoretische verhandeling zijn als een poëtische bespiegeling, een prachtig praktijkvoorbeeld of een scheldkanonnade. Tekeningen en foto's zijn ook welkom. Gaat uw gang; de beste krijgen nog een Nieuw Zeeland T-shirt kado ook. Inzendingen graag vóór 10 juni opsturen naar: Nieuw Zeeland, Postbus 276 te Middelburg. Maximale lengte: 3 velletjes A4. In de afgelopen maanden hebben we in Nieuw Zeeland al twee keer aandacht besteed aan bepaalde trekjes, die Zeeuwen zouden hebben: hun gebrek aan naasten liefde en hun 'zuunigheid'. Er zijn in de loop der eeuwen nog veel meer waarde-oordelen over de Zeeuwen uitge sproken. En het opvallende is, dat ze zo ontzettend uiteenlopen. In onze tijd wordt een Zeeuw vaak als gezagsgetrouw gezien: de 'Geerse menta liteit', die het gezag als 'van God gegeven' i~' VH beschouwt en zich bij voorbaat niet verzet tegen wet en gezag. Hoe anders moet dat geweest zijn in de elfde eeuw. De oudste karakteristiek van de Zeeuwen dateert immers van omstreeks 1100 en is geschre ven door Theofried van Echternach in zijn beschrijving van het leven van Willibror- dus. Daarin noemt hij de Zeeuwen (meer precies: de Walcherenaren) 'een woest volk, dat wetten noch verordeningen vreest, dat geen juk, gezag of teugel gewend is, koppig van aard, ruw, vermetel en oorlogszuchtig, licht in beweging te brengen als de golven der zee, die schuimende de eilanden omringen.' Dat is andere koek dan acht eeuwen later door Levien de Bree wordt neergeschreven in het boekje 'Leer mij ze kennende Zeeuwen' 'Zeeuwen bezitten een sterke zin voor realiteit. Ze zijn bedachtzaam en hebben een piëtische inslag; ze zijn beschouwelijk, belerend, allemaal een beetje Vader Cats.' Terug in de tijd. In de zestiende eeuw woont er in Zierikzee een medicus, die internationaal beroemd is. Levinus Lem- nius heet hij. Behalve een goede dokter is hij ook een man, die zijn streekgenoten dóór heeft. 'Ze zijn slim, listig, sluw en geslepen', zo oordeelt hij. Ruim een eeuw eerder heeft bisschop Thomas Basinus van Lisieux een bezoek gebracht aan Zeeland. Hij keert ontdaan terug en schrijft in zijn dagboek, dat daar in Zeeland 'barbaarse' mensen wonen, voor wie de dronkenschap de hoogste deugd is. 'Niets heeft groter invloed op het karakter van de Zeeuwen gehad, dan de eeuwigdu rende strijd met de zee.' Die zin kom je ook in tal van boeken en boekjes tegen. Maar het is natuurlijk een opmerking waar je alle kanten mee op kunt. Immers, de één reageert op dreiging door te gaan zuipen, nummer twee door zich vroom tot God te wenden en nummer drie door heel slim en sluw z'n eigen hachje veilig te stellen. Al die soort Zeeuwen bestaan kennelijk. Wat kun je allemaal nog meer worden onder invloed van de 'eeuwige dreiging der zee?' Dr. P.J. Meertens schreef in 1938 over de 'schrielheid, winzucht en zinnelijkheid, zowel in het sensuele als sexuele.' Toen hij over die kenschets werd aangevallen verdedigde hij zich met er op te wijzen, dat een Zeeuwse boer vroeger niet trouwde tot zijn aanstaande had bewezen, dat ze zwanger kon worden. Dat was natuurlijk voor de erf-opvolging, maar -aldus Meer tens- 'natuurlijk speelt ook onbeheerste zinnelijkheid hier een rol. Iedere Zeeuwse dorpsdokter zal het bevestigen.' In 1848 verscheen er een brochure over de noodtoestand, waarin vooral de»landar beiders in Zeeland verkeerden. In die brochure -geschreven door de verlichte boer P. Bachiene uit Zeeuws-Vlaanderen- wordt geklaagd over het opvallend gebrek aan kameraadschap en de grote onver schilligheid voor het lot van de naaste, zowel onder boeren als arbeiders. Dr. P.J. Bouman, de schrijver van het gedenkboek van de ZLM zal het ont stellend gebrek aan offervaardigheid én aan principes bij de Zeeuwse boer signaleren. Maar ook zijn werklust en betrouwbaarheid. Tot slot dan maar de schrijver Willem Brakman. Zijn ouders waren Zeeuwen, maar zelf heeft hij er nooit gewoond. Hij ging er altijd op bezoek bij ooms en tantes, bij opa en opoe. Wellicht zijn zijn ervaringen inspirerend voor onze lezers. Een citaat: 'Ik heb mij te pletter verveeld in Zeeland. Ik heb er de verveling geléérd en er de eeuwigheid ervaren doordat de tijd stilstond. Ik verveelde mij en alles verveelde zich om mij heen. Zeeland, het land waarin ooms en tantes wezenloos babbelende sullen bleken, die onopvallend en in vrede rondkuierden. In Zeeland, die niet door te slikken pap met klonten, verveelde ik mij. In Zeeland verloor de wereld zijn zin; dat wil zeggen: de wereld had geen zin meer in mij, ik had geen zin meer in de wereld en ook niet in mijzelf.' Dat waren acht eeuwen schrijvers over de Zeeuwen. Nu is de beurt aan u!

Tijdschriftenbank Zeeland

Nieuw Zeeland | 1985 | | pagina 18