Het wroete
schermen e
roeren in cl
Het Zeeuwse Vij(
feodale yc er
'De charme van dit land is een
voortdurende bedreiging van
het kritisch denken.' Met deze
zin besloot ik mijn afscheidsar-
tikel in Het Vrije Volk op 15 juni
1963. Ik nam afscheid van
Zeeland, waar ik als redacteur
van dat Vrije Volk ruim vier jaar
het regionale nieuws had ver
zorgd in een 'eigen' editie: één
pagina per dag. Samen met een
klein aantal slechtbetaalde me
dewerkers, van wie ik de belang
rijkste niet onvermeld wil laten:
Rien Neels uit Vlissingen, een
voortreffelijk journalist, een
goede vriend en een ontembare
Zeeuw.
Zeeland heeft na de oorlog jarenlang een eigen linkse krant gehad. Er verscheen
althans een linkse krant met één pagina Zeeuws nieuws. Dat was Het Vrije Volk,
jarenlang de grootste krant van het land, spreekbuis van de PvdA en opgezet met
meer dan veertig regionale edities. Tot de ineenstorting in 1970 bleef dat zo.
Omdat er in Zeeland niet zo erg veel abonnees woonden, moest de hele provincie
het met één pagina doen, die gemaakt werd door één journalist.
Erg lang bleven de journalisten meestal niet op dezelfde redaktie werken, want
zodra er ergens in één van de edities een man wegviel, volgde een enorme
schuifpartij.
Een van de meest opvallende journalisten, die voor Het Vrije Volk in Zeeland
werkten, was Kees Wiese. Dat was in 1959 tot '63. Een tijd, waarin Zeeland als
geen andere streek in het land nog 'feodaal' gebied was, compleet met een
provinciale pers, die zich daar keurig aan aanpaste en dus nooit iets schreef, dat
de autoriteiten onwelgevallig was.
De komst van Wiese werkte als een steen in de vijver. Hij introduceerde de
'participerende journalistiek', snuffelde in geheime stukken en onthulde het ene
schandaal na het andere. Vooral dankzij hem kende Zeeland in die tijd vele
'burgemeester-kwesties': eerste burgers, die moesten verdwijnen omdat in de
openbaarheid was gekomen, dat ze teveel misbruik hadden gemaakt van de
welhaast onbeperkte macht die ze in 't feodale Zeeland nog konden uitoefenen.
Op deze pagina's een terugblik van Kees Wiese (thans redakteur wetenschappen
bij Het Nieuwsblad van het Noorden) op zijn Zeeuwse tijd.
In dat afscheidsartikel schreef ik: 'Je rijdt
de Stationsbrug over, de Zeeuwse weg op.
En je denkt: mijn opvolger zal hopelijk een
nieuwe brug zien bouwen en de weg zien
verbreden tot vierbaans. Je denkt aan al
het andere, dat veranderen zal terwijl je er
niet bent. Aan het nieuwe gezicht van
Zeeland, waarvan je je al werkend een
voorstelling hebt trachten te maken, maar
waarvan je straks, in een verre toekomst,
de trekken niet als iets eigens zult
herkennen.'
Het was wat overdreven. In de jaren
daarna, tot nu toe, kom ik nog met enige
regelmaat in Zeeland. Als vakantieganger.
Ik heb Zeeland zien veranderen, de nieuwe
brug over het kanaal bij Middelburg zien
bouwen, de wegen vierbaans zien worden.
Maar echt betrokkën voelde ik me daarbij
inderdaad niet meer.
Het nieuwe Zeeland zag er ook heel anders
uit dan het beeld, waarvan ik me tussen
1959 en 1963 'al werkend een voorstelling
trachtte te maken'. Hoe vaak heb ik niet in
20
vlijmscherpe commentaren (die bij lezing
nu zeer zoetsappig klinken) de verant
woordelijke bestuurders en politici 'gebrek
aan visie' verweten; hoe weinig kwam mijn
eigen visie uit
In mijn afscheidsartikel schreef ik:
'Eén groot verhaal is er, dat nog steeds
ongeschreven is. Een verhaal over de
werkelijke machtsverhouding in dit gewest,
een verhaal over erfopvolging in macht. De
lijst van hoogstaangeslagenen voor de
belastingen van 1900 inspireerde me daar
toe. Men vindt er de familienamen van de
machthebbers van nu. Het oude patroon is
nauwelijks aangetast door de tijd; het is
mede door het isolement bewaard gebleven
als nergens in het land. Het zal straks, als de
ontwikkeling groter vlucht gaat nemen,
worden gewijzigd tot onherkenbaar toe. Nu
is er nog tijd de Zeeuwse structuur en al zijn
in niet-Zeeuwse ogen 'vreemde' consequen
ties te bestuderen. Hoe leerzaam zou een
schets van de huidige structuur ook politiek
zijn
Is Zeeland in die laatste ruim twintig jaar
echt veranderd? Is het oude patroon nu
aangetast door de tijd? Of regeren in
Middelburg nog altijd de twaalf families,
waarover drs. Verburg (toen directeur van
het ETI) eens schreef? Het is niet meer aan
mij om daarover te oordelen -het is
allemaal te ver weg.
Bladeren en lezen in oude kranten is leuk.
Het brengt mij echter opnieuw tot de
conclusie, dat je oude krantestukjes niet
moet bundelen en uitgeven. Het zijn
eendagsvliegen, ze zijn zo gedateerd dat
zelfs de schrijver niet eens meer weet waar
het over gaat en waarom hij toen zo
woedend uitviel. In een plakboekje, waarin
ik een paar van de toen dagelijks
geschreven commentaren bewaarde, stuit
ik van de ene verrassing op de andere.
Het was journalistiek een rijke tijd, dat
begin van de jaren zestig. Een rijke tijd
voor iedere wat kritische journalist; voor
iedere journalist verbonden aan een krant
die niet verweven was met de feodale
Zeeuwse structuur. Het Vrije Volk was
zo'n krant.
Het was een partijgebonden krant, die
overal in het land met regionaal en
plaatselijk nieuws verscheen. Daar had die
krant in feite geen geld en geen mankracht
voor. De edities leden derhalve een
marginaal bestaan. We hadden, meen ik
me te herinneren, in mijn tijd zo'n
zesduizend abonnees (hoofdzakelijk wo
nend in Vlissingen, Middelburg, Goes en
Terneuzen-Sas van Gent); er was één
redacteur en één rode motorfiets (merk
Jawa) -er waren 101 gemeenten, de
Deltawerken waren in uitvoering en Guus
de Casembroot was commissaris der
Koningin, was een soort super-burgemees-
ter, was de baas
Het was mogelijk de krant dagelijks te
vullen met simpele verslagen van gemeen
teraadsvergaderingen, met statenstukken,
met burgerlijke standen, lijstjes gevonden
voorwerpen en een enkele reportage. Maar
leuk was dat niet. Veel leuker was het in de
feodale structuur te prikken, uit te vinden
wat er na de raadsvergaderingen werd
afgesproken, te zoeken naar botsingen
tussen de gevestigde machten, te schrijven
over datgene waarover de grote concur
rent, de PZC, angstvallig zweeg.
Dat was geen 'nieuwe journalistiek' -het
was hoogstens nieuws voor Zeeland. Het
was ook geen hoogstaande journalistiek-
het was eigenlijk ook commercieel het
enige, waarmee je abonnees kon houden.
Met al het 'gewone' nieuws kon je nooit
opboksen tegen die oppermachtige, dikke
PZC, die -ook uit concurrentieoverwegin-
gen- uitvoerig aandacht besteedde aan alle
Pvd A-vergaderingen.
Wie het laatste nieuws wilde lezen over de
'burgemeesterskwesties', over de 'ver
schrijvingen' in de gemeente Goes en bij de
Provinciale Waterstaat, over de lonen van
de landarbeiders, gesjoemel rondom het
Veerse Meer - die kon bij Het Vrije Volk
terecht. Het werd me allemaal niet in dank
afgenomen door de bestuurders, ook niet