Zeeuwse gemeenten toleren inwoners beneden bijstands minimum De overheid en de logica Dat de Zeeuwse gemeenten bepaald niet voorop lopen in het erkennen van het recht op een minumum bijstandsuit kering aan een erkend gewe tensbezwaarde, in afwijking van gemeenten als bijvoor beeld Delft en Rotterdam, ondervond onlangs Bob Mij- waard. Voor het weigeren van de dienstplicht, wordt hij gestraft met een korting op de bijstandsuitkering van ƒ124,40 Bob vestigde zich half januari 1985 in de gemeente Goes. De reden voor zijn verhuizing van Arnhem naar Goes was, dat hij als erkend gewetensbezwaarde zijn 18 maanden durende vervangende militaire dienst moest vervullen als tewerkgestelde bij het konsulentschap Natuur, Milieu en Faunabeheer in Goes. Als actief P.S.P.-er deed hij een beroep op de Wet Gewetensbe zwaarden, omdat hij onder de huidige omstandigheden alle vormen van geweld afwijst. Voor zijn verhuizing naar de gemeente Goes, kreeg de zelfstandig wo nende Mijwaard van de sociale dienst in Arnhem een RWW-uitkering van ƒ1029,85 per maand toegekend. Eenmaal in Goes bleek zijn inkomen per maand gedaald tot ƒ905,85. Hoe kan dat? Door een kabinetsbesluit zijn de minimum-jeugdlonen per 1 juli aanmer kelijk lager geworden. Omdat de wedde van dienstplichtige militairen en gewetensbe zwaarden gekoppeld is aan het wettelijk minimum-loon van een 20 jarige, kwam door de maatregel de wedde onder het bijstandsminimum voor 23-jarigen en ou der te liggen. Mijwaard is 26 jaar. Formeel Evenals veel lotgenoten, diende Bob eind februari een aanvraag in voor een aanvul ling oj) zijn wedde op grond van de Algemene Bijstandswet. Óp zijn aanvraag werd, ondanks dat hij een netto maandin 16 komen van ruim 100,- beneden het voor hem geldende bijstandsminimum had, door de gemeente Goes afwijzend beslist. De reden: Goes verschuilt zich formeel achter een circulaire van het Rijkskonsulentschap Sociale Zekerheid Zeeland, waarin de Zeeuwse gemeenten wordt geadviseerd geen aanvullende uitkering toe te kennen. 'Iemand die vervangende dienst verricht moet geacht worden over voldoende inkomsten te beschikken om in de kosten van bestaan te voorzien', aldus een citaat uit deze circulai re. 'Blijkbaar zijn er in Nederland verschillende minima', zegt Gerald Waanders van de Vereniging Dienstweigeraars in Amster dam hierover. Ondanks het feit dat soortgelijke circulaires aan alle Nederland se gemeenten zijn toegezonden, is het echter wel zo dat bijvoorbeeld Rotterdam en Delft overgaan tot het verstrekken van een aanvullende uitkering. Frans Wetzels, hoofd voorlichting van de gemeentelijke Sociale Dienst Rotterdam, bevestigde dat, evenals de heer Burggraaf, adjunkt-direkteur van de gemeentelijke Sociale Dienst van Delft. Beiden zeggen wel dat aan een aantal voorwaarden moet worden voldaan. 'Zo moet diegene die een beroep op de bijstandswet doet over zelfstandige huisvesting beschikken en voordien ook zelfstandig hebben gewoond. Verder moet er sprake van zijn dat men voordien een inkomen had dat minstens gelijk was aan de geldende bijstandsnorm voor een 23-jarige', verklaart Wetzels. Burggraaf voegt daaraan toe, dat 'diegene die een beroep op de bijstandswet doet, moet kunnen aantonen dat hij zijn huur niet kan betalen.' Inmiddels heeft ook Gedepu teerde Staten van de provincie Groningen het recht op aanvullende bijstand voor gewetensbezwaarden erkend. De Jong, werkzaam bij de provincie Groningen, deelt ons desgevraagd mee, dat G.S. inmiddels in vier gevallen gemeenten, die in eerste instantie weigerden een uitkering te ver strekken, in het ongelijk hebben gesteld. Aan de betrokken gemeenten werd door het gegrond verklaren van de beroepsschriften opgedragen om alsnog een aanvullende uitkering van ruim 100,- te verstrekken. Een telefoontje met de gemeente Goes leert dat men daar van deze recente ontwikkelin- Bob Mijwaard gen niet op de hoogte was. Volgens directeur Bongenaars van de gemeentelijke sociale dienst heeft zijn dienst hierover nog geen beleidsstandpunt ingenomen. Feit is echter wel dat uit de stukken, die de gemeente Goes opstelde, blijkt dat er aan deze gemeente door mevrouw Camfferman van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid in Den Haag (afdeling Tewerkstelling Erkend Gewetensbezwaar den) foutieve informatie is verstrekt. Een citaat verduidelijkt dat. 'Zoals reeds genoemd werden inlichtingen betreffende deze zaak ingewonnen bij het ministerie van Sociale Zaken en wel bij mevrouw Camfferman. Laatstgenoemde vertelde dat in Rotterdam een rechtszaak loopt in een soortgelijke situatie. De G.S.D.-Rotterdam had namelijk aan iemand in een vergelijk bare situatie als de heer Mijwaard bijstand verstrekt, maar moet nu aan de gang om het verstrekte geld terug te krijgen'. Frans Wetzels verzekert: 'Dit is onjuist. De gemeente heeft geen problemen over deze materie met welke instantie dan ook'. Merkwaardig, maar het is even een zijsprong. Belangrijker is de circulaire van het Rijkskonsulentschap Sociale Zekerheid van de provincie Zeeland. Daaruit wordt duidelijk dat het advies om geen aanvullen de uitkeringen te geven, afkomstig is van de afdeling Tewerkstelling Erkende Gewetens bezwaarden Militaire Dienst van het ministerie van Sociale Zaken. Die afdeling heeft ernstige bezwaren tegen het toeken nen van een aanvullende uitkering en het is met name aan de activiteiten van deze afdeling te danken, dat mensen als Bob Mijwaard het recht op een aanvullende uitkering wordt ontzegd. Je kunt gerust de conclusie trekken dat het kabinet het de dienstweigeraars zo moeilijk mogelijk wil maken. De heer Vos, plaatsvervangend hoofd van de afdeling, zegt desondanks toch geen moeite te hebben met de toekenningen van de gemeente Rotterdam en Delft. En uit zijn verhaal blijkt weer eens hoe merkwaardig de overheid soms te werk gaat. Onderhoudsplicht 'Het gaat hier eigenlijk om een onnodig probleem, aangezien de overheid ten vervolg op pagina 34

Tijdschriftenbank Zeeland

Nieuw Zeeland | 1985 | | pagina 16