'Toen ik nog op het kakschooltje zat, was ik
bang voor de grote school, zoals je dat toen
noemde. Ik liep wel 'ns doordat straatje, de
Sint-Bastiaanstraat en dan zag je die dichte
muren en die hoge ramen. Het leek allemaal
zo streng. Daar moest je dan straks naar
toe.
Maar toen ik er eenmaal op zat, was dat
gevoel gauw verdwenen. In kinderogen lijkt
alles natuurlijk groot en overweldigend. Ik
weet nog wel, het zal in de derde of vierde
klas geweest zijn, dat ik een tijdlang graag
naar de gang werd gestuurd. Nou, graag is
misschien overdreven, maar ik vond 't niet
erg. Dan stond ik uren, voor mijn gevoel
natuurlijk, naar de steentjes in de gewelven
te kijken. Je kon die lijntjes zo mooi volgen
in het metselwerk. Je begreep niet dat die
steentjes zo ik de lucht bleven hangen. En
daar bovenop kon je gewoon lopen. Dat
kon ik maar niet snappen.'
Het gaat over de Rijksleerschool in
Middelburg, waar kweekschoolleerlingen
op de lagere-schoolkinderen plachten te
oefenen. De school wordt in augustus
afgebroken. Pogingen het gebouw te
handhaven hebben niets opgeleverd. Voor
al van binnen is het een zeer verrassend
gebouw met mooi gekruld ijzerwerk,
pilaren, gewelven, een schitterende gymzaal
(die ook voor grote bijeenkomsten van de
leerlingen werd gebruikt), prachtige trap
penhuizen. Het gebouw werd in 1879
gebouwd en was heel wat minder mooi
geweest als het aan de Zeeuwse bestuurders
had gelegen. Het ontwerp van de bouw
meester J. van Lokhorst en met zeer grote
inbreng van P. Cuypers (inderdaad, de
architect van het Rijksmuseum, van het
Amsterdamse centraal station en meer
fraais) kreeg flinke kritiek van gedeputeer
de staten van Zeeland: 'Eenvoud en
doelmatigheid moeten ons inziens op den
voorgrond staan, al wat onnodige ver
fraaiing, overdaad of weelde is, moet
worden geweerd. En dit niet alleen ter wille
van 's Rijks financiën, maar ook opdat de
Rijkskweekscholen niet onderwijzers vor
men die in hun opleidingsjaren een te
weelderige omgeving hebben gekend.'
Ze schrapten al die onnodige verfraaiing.
Lokhorst wist het merendeel van de
bezuinigingen weer te schrappen, zodat er
uiteindelijk toch een fraaie school kon
worden gebouwd.
Nog een herinnering van een oud-leerling:
'Achteraf zeg je gewoon: het is een
schitterend gebouw. Maar als kind zie je dat
niet. Je ziet kleine dingen. En de meeste
dingen neem jé in je op zonder dat je 't
beseft. Ik weet wel dat ik het er altijd prettig
vond. Je had van die mooie slanke pilaren
met die boogjes ertussen. Die moesten de
boel bij elkaar houden, dacht ik altijd. En in
het trappenhuis kon soms zo'n merkwaar
dig licht vallen. Die ijzeren ornamenten,
daar kon je soms ineens een menselijk
figuur in ontdekken met hele grote ogen:
En je kon ook hele gruwelijke dingen
bedenken. Stel datje ruzie met een vriendje
had, een echte ruzie, dan kon je hem op die
ijzeren punt gooien. Dan wasje in één keer
klaar. Zal ik maar ophouden?
Die gymzaal? Daar had ik 't altijd zo druk
dat ik me er niet veel meer van herinner dan
al die bogen en die grote ramen. Nee, ik was
een enthousiast sporter.