n de oplossing v/lu^ wa*/" i)<A_ I'KV 5 fvu. mfK^ 1. Zit mijn haar goed? 2. het geld zit in de wasmachine. 3. De kinderen van Thea lijken niet voor niks zo op mij. 4. Sex is mijn eerste interesse niet meer. 5. En nu alle slangen eruit want ik ben het zat. 6. Als ik al niet doodziek was, zou ik het nu worden van die verdomde stervensbegeleider. 7. Als de hoofdzuster straks jullie mijn gebit en bril geeft. Smijt gerust keihard in haar gezicht, ik heb ze toch niet meer nodig. 8. Mag Dallas nog even aan, ik baal zo van die witte schermen. 9. Ik haat frezia's. 10. Ik heb altijd zo hard gewerkt en nooit met een goed glas wijn een strandwandeling gemaakt om een diep gesprek uit te laten. 11. Waar is god nu en de trompetjes. Dit betekent niet dat je je jeugd zonder woorden moet doorbrengen, je moet het gewoon verstandig verdelen. Onmisbaar in je jeugd zijn: 1. Mijn broek zit al uren vol. 2. Mama moet even dood. 3. Spruitjes ruiken naar poep. 4. Ik wil een ijsje. 5. Ik kots nooit van honderd keer in de draaimolen. 6. Donder van mijn lego af. 7. Ik poep waar ik sta. 8. Ik doe het zellef. 9. Nee nee nee. 10. Meer. 11. Waar is god nou en de trompetjes. Het is duidelijk dat het opraken van je woorden een ramp is. Sprakeloosheid is het probleem. En overal zijn sprakelozen. Zij vallen niet op omdat zij niets zeggen. En wij praten zoveel dat we denken dat ze luisteren. De oplossing Er is geen oplossing. Ma Samarpan Vanita '<\yo\r cAcc^oi. t'-e f 21

Tijdschriftenbank Zeeland

Nieuw Zeeland | 1985 | | pagina 21