Dombur r A Ze ziet het feest dat zweeft uit hel verlichte ramen van de verlaten villa op de toppen van het duin. Breekbaar op een bankje kijkt ze langs morsige touristen naar het Badhotel dat, licht door nieuwbouw aangevreten nog bergt de schimmen van de chicque de schrijvers, schilders en bedriegers voor een zomer De liefde en de droom hangt op het middaguur nog even loom tussen de houten gevels en de opgang naar de zee Fin de siècle het onverplicht verstrijken van de dag het kraken van de rieten stoelen op een wijd terras het zacht gesprek dat tot de avond reikt de aankomst van vrienden de koffers, het karos nieuw werk dat wordt betast, geproefd gelezen en elk seizoen een eeuwigheid totdat september stil de herfst inleidt ze had haar rug naar zee haar lichaam ijl nog enkel tijd te leen ik was voor 't eerst in Domburg en kende elke steen 1-9-'84 Niek Kalberg Peize

Tijdschriftenbank Zeeland

Nieuw Zeeland | 1985 | | pagina 24