Is een Zeeuw een Zeeuw? 'De Heere heeft gegeven, de Heere heeft genomen. Het Woord van de Heere zij geloofd.' Ik was een jaar of 15 toen ik een documentaire zag over de sluiting van het Veerse Gat en een oude knoestige Zeeuw sprak deze woorden uit. Close up 'in full color. Waarschijnlijk geënsceneerd, maar goed. Het was voor mij niet minder indrukwekkend. De kommentator had even tevoren al iets gezegd over de harde strijd van de Zeeuwen tegen het eeuwige water, de onbuigzaamheid, bla bla bla. En ook de aanvankelijke weer stand tegen de voorgenomen sluiting, de gezagsgetrouwheid en uiteindelijk het buigen voor de wil van de overheid. De hoge heren weten het tenslotte het beste. Dat was jarenlang het traditionele beeld van de Zeeuw en terecht. Een volk dat jarenlang zo geïsoleerd heeft geleefd weet geen andere waarheid dan die welke ze decennia heeft meegekregen. Maar alles verandert. Met het ontsluiten van de eilanden hebben ook de oude waarden een gevoelige deuk opgelopen. De Heere heeft nog steeds gegeven, maar eens gegeven blijft gegeven. En het woord van de Heere wordt niet altijd meer geloofd. Natuurlijk, er zijn nog types die weigeren de Nieuwe Orde in zich toe te laten en hardnekkig vasthouden aan het oude. Nog maar enkele jaren geleden stond in de P.Z.C. een berichtje over een tachtigjarig raadslid in Tholen die een vlammend betoog hield tegen arbortus, aan het einde waar van hij uitriep: 'En geloof mij nou maar, want ik ken de wereld.' Het bleek dat de goeie man van zijn leven nog niet van het eiland was af geweest. 'De liefde voor zijn land is een ieder aangeboren.' Ik heb daar zo mijn twijfels over, maar het geldt in ieder geval wel voor Dove Merien, die een prachtige hoeve had op de plaats waar nu de Total zijn olie-tanks heeft staan. Na jarenlang vechten tegen de overheid werd Merien dan toch onteigend tegen een schadeloosstelling van 2,5 miljoen. Een gigantisch bedrag weliswaar, maar hij wenste nog steeds niet te kapituleren. Hij posteerde zich met een jachtgeweer in het deurgat en riep: 'M'n grotte voaderei de n'oeve ebouwd, m'n voader ei t'er aoltied frweund en ik bin ier oppegroeid. Ze zulle me motte wigjaege.' En dat hebben ze dan ook gedaan. Een week later was er van de trotse hoeve niets meer over en Merien verhuisde naar de Noord-Oostpolder, waar hij van heimwee is gestorven. Wat zijn dat nou, Zeeuwen? Gezagsgetrouwe volgers of kei harde vechters voor hun bestaan. Beide denk ik. In het verleden is meer dan eens gebleken dat de vrees voor de overheid omslaat in agressie tegen diezelfde overheid als het eigen bestaan in gevaar komt. Fietsend door het schitterende Zuid-Beveland passeerde ik tussen 's-Heerenhoek en Ovezande de statige hoeve van zwarte Ko Boonman. Zwarte Ko zoals hij werd genoemd, had eventjes een beetje teveel geld gestoken in een twijfel achtige onderneming, n.l. het lichten van het goudschip 'Lutine'. Toen bleek dat alle verhalen rondom dit schip uit de lucht waren gegrepen zat Ko in de puree. Geld weg en geen goud. Hij moest van zijn hoeve af. Met een knokige grimmigheid die de Zeeuwse boer eigen is barrikadeerde hij alle ramen en deuren en wachtte de strijd af. Dagenlang heeft de belegering geduurd en een grote politiemacht slaag de er niet in hem naar buiten te krijgen. Tenslotte werd hij gepakt toen hij even naar 't'uusje' moest. De w.c. stond daar nog los van het huis. Tot het laatst toe vechtend verdween hij op z'n klompesokken in een politieauto en zijn naam werd een legende in de streek. Wat zijn dat nou, Zeeuwen? Ik weet het niet. Ik woon al 35 jaar in Zeeland en spreek het dialekt als geen ander. Ik weet niet of je Zeeuwen een specifieke waarde moet toekennen. Het zijn mensen en ze hebben dezelfde menselijke eigen schappen als iedereen. Wij hebben jarenlang naast een Indonesische familie gewoond. De mensen hadden 16 kinderen en waren net zo arm als wij. Mijn moeder kwam van de Zuid-Hollandse eilanden. Óp een dag in de winter was het weer eens zover. De aardappelen waren op. En het geld ook. In een kleine gemeenschap ruiken de buren van elkaar wat er aan de hand is, dus nog geen kwartier later stond onze buurvrouw bij ons binnen met een zakje aardappelen. 'Maar buure toch', zei mijn moeder, 'dat moet je toch niet doen'. 'Ach buurvrouw', zei de vrouw met een onvervalst Indonesisch akcent. 'Wij Zeeuwen moeten elkaar toch helpen.' Raats

Tijdschriftenbank Zeeland

Nieuw Zeeland | 1985 | | pagina 26