teruggekomen uit Marseille, waar hij
meespeelde in voorstellingen van de inter
nationale groep Dogtroep (ook weer te zien
op het Straatfestival).
Even terug naar eerder. In 1983 kwam de
tweede plaat uit onder de titel 'Ieke
Osjegoi'. Het titelnummer is volgens de
hoestekst 'een vreugdekreet op zondag die
appelleert aan een nummertje op zondag,
aardig gefluister, gestamel, geboorte en
groei. Feitelijk is het sport op zondag..' In
het blad Jazz Freak schrijft Kees Stevens
over deze elpee: 'Het geluid van Sint
Juttemis is direct herkenbaar. Het ensemble
spel is vrijwel altijd warm en vol, het rytme
volksmuziekachtig Zuidamerikaans getint en
eenvoudig van structuur door het beperkte
slagwerkinstrumentarium. De balans tussen
compositie en soloruimte bevalt mij uit
stekend.
De ervaringen, opgedaan tijdens de toren
concerten, zijn in deze elpee verwerkt. In
1981 beklommen de Juttemisleden achter
eenvolgens tien Zeeuwse kerktorens en de
Dromedaris in Enkhuizen om er samen met
de galmende klok het eigentijdse muziek
stuk 300 Uren te spelen. Een jaar later werd
het nog eens hoog overgedaan ter gelegen
heid van het 600-jarig bestaan van de
Utrechtse Domtoren. Het idee lag er al
jaren voor Dies zich aan de verwezenlijking
kon zetten. Het aardige van die toren
concerten was dat torenklokken, die
doorgaans alleen luiden voor dood, over
stromingen, huwelijken en andere ellende,
nu werden gebruikt voor iets feestelijks.
Dies: 'En mensen die nooit naar een concert
gaan, konden nu ook muziek horen. Zonder
dat ze van huis hoefden. Ze waren in hun
tuintje aan het werk en hoorden dan ineens
muziek en klokgelui. Dan stonden ze vreemd
op te kijken. Basis van het muziekstuk is dat
de tijd op hol slaat. De klok begint te slaan,
maar houdt niet op bij twaalf. Hij slaat 300
keer in een half uur.
Het geeft een nieuwe richting aan van Sint
Juttemis. Het is de tijd dat de groep nog
overal fanfare wordt genoemd, maar dat
niet meer wil zijn. Dat leidt vaak tot
komische aanheffen in bladen. Bijvoor
beeld deze in Jazz Freak: 'Voor Sint
Juttemis, voorheen fanfare Sint Juttemis, die
In eigen hand
De derde langspeelplaat is in feite een
Zeeuws onderonsje geworden. Sint Jutte
mis wilde de registratie in eigen hand
houden. De opnamens werden gemaakt in
de studio van Ron Konings in Vrouwen
polder. 'Dat is prima gegaan, het was veel
ontspannener dan de vorige elpees en hij is
ook op een betere manier opgenomen'vindt
Dies. Het is een directe stereo-registratie
van het hele orkest tegelijk, en niet, zoals bij
nummer 1 en 2, elke instrument apart op
een bandje en later mixen. 'Als Dies en ik elk
een instrument bespelen, dan klinkt er meer
geluid dan die twee instrumenten. Samen
maken ze iets extra's, dat is bewezen. Als je
twee instrumenten mixt, pak je dat niet. Nu
klinkt de plaat alsof het een live optreden is.
Dies houdt het op een geluid dat het midden
houdt tussen live en studio. Niettemin kreeg
geen fanfare was
De zaal verdringt steeds meer de straat als
plaats van optreden'Maar het komt nog wel
eens voor dat we in stoeten meelopen', zegt
Nick van Raay. 'Dit jaar doen we mee aan
Musica 85, een manifestatie in het kader van
het jaar van de muziek. Willem Breuker
formeert een 'wonderbaarlijke stoet' van
1200 tot 1500 muzikanten die als een lang
veelkleurig muzikaal lint door de stad zal
trekken. Iedere groep speelt zijn eigen
muziek, alleen op de Dam speelt iedereen mee
aan een hymne van Breuker. Dat zou in juni
gebeuren. Door het slechte weer is dat nu
verschoven naar september.
Nick en Dies diepen een serie foto's op van
optredens tijdens een vorig Straatfestival.
Het gaat om de ideeën. Een foto toont
Patricia Beysens in prachtige rok en een
ander groepslid in pak op het strand tussen
blote mensen: musicerend. Een andere een
drumconcert in een kerkportaal. Van het
duetje 'Vogelzang' dat op de Vlissingse
Jacobstoren werd gespeeld, zijn geen
platen.
Nick: 'De muziek evolueerde van het maken
van sfeer, een ambience, tot muzikale
gebeurtenissen. Ik kom daarop door dat
duetje. De mensen zouden 't misschien
gezelliger vinden als we als Juttemis beneden
op het pleintje speelden.
Dies vult aan: 'Het kan best zijn dat de
mensen er meer moeite mee hebben. Maar het
is voor ons het doorbreken van sleur. We
willen niet steeds dezelfde dingen blijven
doen, we gaan door. Iemand schreef eens: hoe
ingewikkeld en moeilijk de stukken in wezen
ook zijn, Juttemis weet het te spelen alsof het
doodeenvoudig is. En zo componeer ik ook.
Ik vind het geen pré als je iemand uit Japan
moet laten komen om een compositie te
spelen omdat die verder voor iedereen te
moeilijk is. De muziek moet levend blijven.
De som van wat elke muzikant aan geluiden
laat horen, moet meer zijn dan de som der
delen.
'Iets kan je aanspreken'zegt Nick van
Raay, 'en iets kan je juist niet aanspreken.
Dat is ook goed. Dat zet je ook aan het werk.
Hij laat de naam van die lange drummer in
die korte broek vallen: Han Bennink. 'Die
zag ik in '79 spelen. Zijn muziek sprak me
niet aan, maar de manier, waarop hij 't deed,
fascineerde me enorm. Het liet me niet los. Er
zat een spanning in. En een kracht.