De bedoeling is dat we er blijven wonen tot we dood gaan Samen gezellig oud worden en fit blijven op Popkensburg 'Je staat er van te kijken hoeveel mensen nog vereenzamen in een bejaardentehuis. Daar zitten ze toch allemaal bij elkaar, zou je zeggen. Maar ik hoorde van een verzorgster dat veel mensen op fleuren als ze de kamer even komt doen. Dan hebben ze even aan spraak. Voor de 63-jarige Middelburger P. Riemens hoeft een bejaardentehuis niet. Hij ver wacht veel van de leefgemeenschap van ouderen die er in het dorpje St. Laurens zit aan te komen. Zijn vrouw (57) zou nog niet zoveel bezwaar hebben tegen een bejaar denhuisje, maar dan zou er wel een wat grotere tuin bij moeten zijn en dan zou je dieren moeten kunnen houden. Wij hebben snel besloten erin te stappen'. zegt ze. 'Het enige punt was de financiën. Maar als we naar een bejaardenhuisje gaan. moeten we ons huis ook verkopen. Dan stoppen we het liever in de leefgemeenschap. De keus was niet zo moeilijk. In de Kasteelstraat achter de Hervormde Kerk van Sint Laurens staat het fraaie Hof Popkensburg. De opzet is de grote schuur, hij meet 25 bij 10 meter, inwendig om te bouwen tot een gemeenschappelijke ruimte met een grote kookgelegenheid, eetruimte, woonkamer, wasserette, hobbykamer en op zolder logeergelegenheid met douches. Dit moet het warm kloppende hart van de leefgemeenschap worden. Iedereen, alleen of als paar, heeft daarnaast een huisje om zich desgewenst in terug te trekken. Rondom dit alles ligt een grote tuin van bijna een hectare waar de liefhebbers groente en fruit kunnen telen, kippen, duiven of zelfs schapen kunnen hóuden. Voorlopers Alle leden van de gemeenschap kunnen zo een eigen leven leiden en naar behoefte allerlei dingen samen met anderen doen. De initiatiefnemers tot de leefgemeenschap geven nieuwe gegadigden ter informatie een tekst van een lezing door gezinssociologe I. Weeda. De titel is: Historische en maat schappelijke achtergronden van groepswo nen. Over de ontwikkeling van het groepswonen van ouderen meldt zij onder meer het volgende: 'Ik verwacht dat groepswonen voorat zal aanslaan bij mensen, die een grotere zelfstandigheid nastreven in hun leven. De essentie van groepswonen is namelijk, dat men privacy per persoon en eventueel pet- paar kan vragen, dat men zich mag en kan terugtrekken, dat men eigen bezigheden heeft, zelf naar buiten optreedt, buiten de groep eigen vrienden heeft, dat men zich niet hoeft op te sluiten in die groep. Dus ook in een woongroep willen mensen hun eigen leven behouden en hun zelfstandigheid handhaven. Daarmee geven we dus al aan dat ouderen in woongroepen voorlopers zijn, die een nieuwe kijk krijgen op tussenmenselijke relaties. Ik denk dat alleen in deze vorm de woongroep in de huidige kuituur, die toch verregaand geïndividualiseerd is, een kans van slagen heeft. In grote lijnen zal de Walcherse leefgemeen schap ook zo werken. Er ligt wel veel nadruk op het gemeenschappelijk eten. Het koken van een volledige maaltijd is in de huisjes ook vrijwel onmogelijk. Riemens meent dat enige zachte dwang om dagelijks samen te eten geen kwaad kan om vereenzaming te voorkomen. Hetzelfde geldt wat hem betreft voor de tuin: 't liefst ziet hij iedereen daar maar wat in rommelen. De grote tuin maakt deze leefgemeenschap ook uniek in Nederland. Je zou het een boerderijwoonprojekt kunnen noemen. Barbecuetje We kunnen de tuin zo groot maken als we zelf willen', zegt Riemens. 'Er is grond genoeg. Maar nu is er al voldoende tuin om op een mooie zomeravond nog 'ns een barbecue tje te kunnen doen of om kleinkinderen te kunnen laten kamperen. We wonen er vrij, et- is geen verkeer, behalve dat van ons zelf. De opzet is dat de hele gemeenschap, rond 25 personen verdeeld over 16 huisjes, het hele jaar groente uit eigen tuin eet. Op de vraag of het niet wat veel wordt om zo'n grote tuin te onderhouden, antwoordt Riemens: We gaan niet moeilijk doen. Voor het spitwerk kopen we een frees en zware karweien Uiten we over aan loonwerkers. Het gaat erom dat mensen zich niet hoeven te vervelen. Het gesprek met de familie Riemens wordt onderbroken door Pieter Duijne, een van de initiatiefnemers tot de leefgemeenschap, die een half uur te laat binnenkomt. 'Ik dacht dat we drie uur hadden afgespro ken. Half drie? Ik vergeet 't snel als ik 't niet opschrijf. Ik word oud.' Duijne is 61. Hij pakt de draad, na van mevrouw Riemens een kop koffie aangepakt te hebben, snel op. 'Door die grote tuin en de hobbykamer heeft iedereen de mogelijkheid zich in zijn hobbies uit te leven, dat is de opzet. Het is een manier om gezame/ijk gezellig oud te worden en zo fit mogelijk te blijven. Gezelligheid Riemens valt hem bij: 'Als je een half jaar op je stoel blijft zitten, ben je zo stijf als een plank en oude mensen hebben de neiging zich zo weinig mogelijk te bewegen. 'De groep moet een lid ook opvangen', vindt mevrouw Riemens. 'Ik ben toevallig bedre ven in de sierteelt en er is iemand bij die alles van de groenteteelt af weet, maar Pieter heeft van die dingen bijvoorbeeld helemaal geen kaas gegeten. Hij helpt wel mee en wie weet wat er nog voor tuinman in hem steekt. Er volgt een discussie over hoe het nou met de tuin moet worden geregeld. Pieter begint over het opstellen van een rooster voor het 7

Tijdschriftenbank Zeeland

Nieuw Zeeland | 1985 | | pagina 7