M afschieten dan is dat gelijk een stuk minder selektief. Ze mógen wel afge schoten worden tijdens bepaalde perio den van het jaar. De meeuw is een van de weinige vogels, die niet meer beschermd is. Er zijn organisaties, zoals Natuurmonu menten, die eieren van zilvermeeuwen wegnemen. De beste methode is om regelmatig iets anders te verzinnen. Je kunt ook met angstkreten werken. Dan neem je die kreten op een bandje op en je draait het af via een luidspreker. Nou, dan gaan ze er gelijk vandoor. Er wordt de laatste tijd behoorlijk wat onderzoek gedaan door het Rijks Insti tuut voor Natuurbeheer. Ze hebben daar ook ontdekt, dat die meeuwen snel wennen aan zaken als knalapparaten. En ja, dan schrikken alleen toevallig passerende mensen zich nog het apelazerus van die dingen, maar die meeuwen niet meer. Natuurlijk hebben meeuwen wel nut. Elke vogel heeft nu eenmaal z'n plaats. En de meeuw is er voor om de troep 'n beetje op te ruimen. Het is een soort vuilnisman. Daarom gedijen ze ook zo goed op die belten. Ze zijn ook heel slim, want omdat de mensen daar alle voedsel voor hen bij elkaar brengen gaan ze ook niet meer verder zoeken. Zo'n vuilnisstort is voor hen een uitgelezen manier om te overleven. Omdat de mensen tegenwoordig zoveel troep achterlaten krijg je een soort eco-dynamica. Dat wil zeggen, dat de broedsuksessen van de meeuwen wor den gestimuleerd omdat er zoveel voedsel voor ze is. Het is ook al gebleken dat daarom het wegrapen van eieren weinig nut heeft. Onderzoek heeft aangetoond, dat als je uit het ene nest de eieren weghaalt, dat een ander koppel méér jongen krijgt. Omdat er genoeg voedsel voor veel jongen s. Afschieten heeft daarom ook weinig ïut, want ook daarop reageert de groep door extra jongen te produceren. Maar de meeuwenplaag heeft toch z'n begrenzingen: hij wordt nooit groter dan de hoeveelheid voedsel er beschik baar is. We hebben nu in Zeeland ongeveer het plafond bereikt. Dus stabiliseert het zich. Het zit allemaal zo logisch in elkaar in de natuur hè. Je kunt als mens daar wel in proberen in te grijpen, maar dan laten die vogels daar toch hun eigen wetten op los. Thijs Kramer (Zeeuwse Milieu Federatie) van 2il/errweeuwen 18 vd rschiÊtende ba \end de als All KJ AU KJ AU <end\\schreeuw die de van een waarschu- c ep. De opval- katte- diei\t voor het lokken i de '<ongen. H oogst- naam 'meeuw' Bij de nol waren vissende meeuwen. Het was het oude spiegelgevecht van kampend hangen in de wind, van wijkend ijlend drijven voort langs de lange lijnen van het water, het oude spel van vluchten en trotseren, van aarzel-wiekend speuren boven het watervlak, van steenrecht néértetsen dan opeens in het plonsende water, naar een vis. Het was het schone leven van alle dag en zij vierden het weids en rustig. (J.C. van Schagen) het bewegen in de wind en meeuwen die vluchtziek, speels, in tegenlicht onder de kim rimpels, golven, wat als water beweegt, meevoeren in het kleiner, inniger leven van de lucht. (Chris J. van Geel) De kopmeeuwkliek van dak tot dak, hun lente-lef, het dagelijks uitzicht over de stad, ik leef het; het is groot en toch voorgoed iets ongenadigs. (Ed Leeflang) Overal in de polders rond Saeftinge zie je zilvermeeuwen op rooftocht. Als grootste zilvermeeuwenproducent van de delta zal er in Saeftinge krachtig ingegrepen moeten worden. Als men bedenkt dat hier in 1945 het eerste nest van een zilvermeeuw werd gevonden, dan vraag je je af wat de toekomst gaat brengen, nu een aantal van vierduizend is bereikt. De gebieden waar ze broeden worden stinkende, dode poelen met groot gevaar voor botulisme. (Jos Neve - vogelwachter) feel zijn, zodat je ze altijd wel te •?en strandwandeling of (Bert Garthof)

Tijdschriftenbank Zeeland

Nieuw Zeeland | 1985 | | pagina 13