De Grote Kerk van Goes in een overgangsfase Godsvrucht en verleiding Langzaamaan worden kerkgebou wen weer van iedereen, zoals in de tijd dat god de wereld nog bestierde. Het schaars wordende kerkvolk dat Hem die centrale plaats nog toe bedeelt, kan de godshuizen niet meer onderhouden. Noodgedwongen gaan de deuren open voor het publiek. En voor al voor de centen. Prachtige ruimtes komen vrij, waarin je veel leuke dingen kunt doen. Neem de Grote Kerk van Goes. De mooie lichtval en de enorme ruimte, het lijkt wel een overdekt plein, maken het gebouw bij uitstek geschikt voor tentoonstellingen van beeldende kunst. De akoestiek is uitstekend, zodat klassieke muziek, pop, jazz of nieuwe muziek er goed klinken. Maar, de kerkdiensten moeten doorgaan. En 't valt niet mee de lof van de heer te zingen, terwijl je tegen een schilderij met blote vrouwen aankijkt. Dat is 'obsceen' en 'seksistisch'. Problemen in een overgangsfase. Al enkele jaren zijn er in de Grote Kerk van Goes concerten en, in de zomer, tentoon stellingen van beeldende kunst. Soms huurt de Culturele Raad van Goes de ruimte voor een tentoonstelling, zoals deze zomer voor drie Zeeuwse en drie Vlaamse schilders. Soms ook organiseert de Hervormde Kerkvoogdij een tentoonstelling, zoals in september met de Bevelandse schilder Paul Bartels. Het is voorspelbaar: nadat de zaak was beklonken, de schilderijen opgehangen en de glazen afgewassen, kwam na de eerste de beste dienst het kerkvolk in opstand. Het regende telefoontjes bij de leden van de kerkvoogdij. De schilderijen waren 'aan stootgevend' en 'obsceen'. Je kunt natuurlijk zeggen: Paul, dat moetje ook niet doen, joh, je schilderijen naar een kerk brengen. 'Maar vantevoren had ik alles met de kerkvoogdij doorgenomen en ze vonden 't prima', voert Paul Bartels aan. Paul was bereid één schilderij weg te halen, Moving to exposures geheten. Zes vrouwen geven zich er in verschillende standen bloot. Uitgangspunt waren foto's in modebladen, waarop vrouwen soms zo mooi onnatuur lijk kunnen poseren. Het ging Bartels om verschuivingen van die plaatjes; bij de een werd de nadruk gelegd op een arm die langer is weergegeven, bij de ander valt een ander lichaamsdeel langer dan gewoon uit. 'Het was me geen rel waard', vindt Paul Bartels. 'Was 't me in de Vleeshal gebeurd, dan had ik een enorme herrie gemaakt, maar in een kerk, met diensten, ligt de zaak anders. Wel maakte Paul Bartels zich kwaad toen de week daarop een aantal schilderijen van de muur werd gehaald en de rest omgedraaid teneinde de kerkgangers te behoeden voor de verleiding van de allemachtig rijke vrouwen van Paul Bartels. Onder de schilderijen bevond zich een reeks die door de provincie is aangekocht. Paul Bartels typeert de schilderijen als een reeks over moederarche-typen, 'dat wat de vrouw tot vrouw maakt'. De reeks werd afgemaakt als seksistisch. 'Ze hoeven niet plat te vallen voor een schilderij of voor kunst in 't algemeen, maar ik erger me aan de mateloze stompzinnig heid, waarmee dit soort dingen wordt afgedaan. Aan de ene kant wil men er goeie sier mee maken, aan de andere kant heb je de vooroordelen. Ik heb m'n poot dan ook stijf gehouden na dat ene schilderij en uiteindelijk hebben ze toegegeven. Je kunt er tijdens de dienst een doekje voor hangen, maar ze moeten van m'n spullen afblijven.' Het is een incident in een overgangsfase. De kerkgangers moeten eraan wennen dat hun kerk een beetje van iedereen is geworden en dat doet pijn. Overigens zijn er al jaren concerten en tentoonstellingen in de Grote Kerk en het ziet er naar uit dat het niet religieuze gebruik nog sterk zal toenemen. Er is een comité opgericht dat Redt het gezicht van Goes heet. Dit comité wil allerlei evenementen in de kerk organiseren om aan een half miljoen te komen voor verbeteringen van het interieur. Het moet een beetje een schouwburg worden met w.c.'s, verwarming, een podium, zodat het gebouw echt als een multifunctionale ruimte dienst kan doen. En daardoor komt er weer geld binnen voor het grote onderhoud van de kerk. 'Maar', vindt Paul Bartels, 'als je de kerk met gemeenschapsgeld en als gemeen- schapsbezit overeind wil houden, dan heeft dat ook consequenties. Je zou een club mensen bij elkaar moeten zetten die onafhankelijk tentoonstellingen kan orga niseren. Dan ben je van dit soort incidenten af.' De heer Clement van de Hervormde Kerkvoogdij, die op het standpunt staat dat tentoonstellingen in de kerk 'eigenlijk wel passend moeten zijn', ziet in de toekomst ook wel een tentoonstellingscommissie ontstaan. Ad de Jong

Tijdschriftenbank Zeeland

Nieuw Zeeland | 1985 | | pagina 8