haven. Men tracht daarbij alle informatie
systemen aan elkar te koppelen omdat men
verwacht dat in de toekomst de kwaliteit
van de informatie- en communicatiesyste
men van havens een sterke invloed zullen
uitoefenen op de aantrekkelijkheid van de
haven.
Dit soort ontwikkelingen dienen door onze
havenschappen nauwlettend gevolgd en
beoordeeld te worden.
Zonder te willen pleiten voor eenzelfde
soort project ben ik van mening dat er wel
beleidsrelevante conclusies getrokken die
nen te worden uit dergelijke ontwikkelin
gen.
De Amerikaan John Naisbitt spreekt in'zijn
boek 'Megatrends' de verwachting uit dat
een groot gedeelte van de werkgelegenheid
van de toekomst zich zal bevinden in de
informatiesector.
Eén van de verdiensten van Naisbitt is zijn
vaststelling dat de oude hiërarchische
structuren falen in hun probleemoplossend
vermogen en dat zeker zullen doen in het
nieuwe tijdperk. Oude hiërarchische orga
nisatievormen moeten worden vervangen
door netwerken waarin mensen op een
horizontaal, gelijkwaardig niveau van
elkaar leren en waarin iedereen op zijn
beurt een inspiratiebron is voor de ander.
'De bedrijven die zullen slagen zijn de
bedrijven waar de werknemers zullen
deelnemen in de besluiten over het reilen en
zeilen van het bedrijf.' De grote uitdaging
van de jaren tachtig is niet zozeer de
herscholing van de arbeiders maar de
herscholing van de managers. Managers
moeten niet langer opdrachten geven, maar
omstandigheden scheppen waarin dingen
tot stand kunnen komen. Het gaat erom de
aanwezige menselijke vermogens te stimu
leren, aldus Naisbitt.
Als ik door de bril van Naisbitt naar het
merendeel van de Zeeuwse organisatie
structuren kijk, zowel bij de overheid als bij
het bedrijfsleven, moet ik constateren dat
juist in Zeeland het traditioneel hiër
archisch denken een goede voedingsbodem
heeft. Als Naisbitt gelijk heeft en ik ben
geneigd te denken van wel, dan zullen er
nog heel wat verschuivingen in denken
moeten plaatsvinden wil Zeeland geen
achterstand oplopen of versterken. Er zal in
Zeeland ook op korte termijn nagedacht
moeten worden over de wellicht 'nieuwe'
vestigingseisen van bedrijven.
In de scriptie 'High Tech in Nederland,
vestigingsplaatsen en ruimtelijke spreiding'
noemen Bouman, Thuis en Verhoef vier
belangrijke vestigingsfactoren voor hoog
technologische bedrijvigheid:
de scholingsgraad van de beroepsbevol
king
de kennisinfrastructuur
de aantrekkelijkheid van woon/werk
omgeving (amenity) en
het 'venture capital' (meer dan normaal
risico-dragend kapitaal).
Zij hebben deze vier indicatoren gestandari-
seerd over de elf provincies en geïndexeerd
met een maximum van 100. Het resultaat is
af te lezen uit de volgende tabel:
indicatoren gestandaardiseerd over elf
provincies
Jopie Boogerd: sociaal-economisch beleid Zeeland is de afgelopen jaren sterk gericht geweest
op de traditionele sectoren.
scholing kennis venture amenity
Groningen
65
32
90
80
Friesland
41
37
95
100
Drenthe
46
36
90
98
Overijssel
57
53
93
73
Gelderland
65
70
98
78
Utrecht
100
100
100
83
Noord-Holland
76
84
100
76
Zuid-Holland
92
86
100
60
Zeeland
62
45
88
83
Noord-Brabant
84
74
98
66
Limburg
73
35
90
78
Uit dit overzicht blijkt dat Zeeland met
name op de punten 'scholing' en 'kennis'
betrekkelijk laag scoort, maar ook op de
punten 'venture' en 'amenity' niet gunstig
afsteekt bij het merendeel der andere
provincies. In welke mate de afwezigheid
van grote kenniscentra in Zeeland gecom
penseerd kan worden door snelle nieuwe
communicatietechnieken blijft voor mij
ondanks een optimistische visie daarop van
anderen, een open vraag. Persoonlijk ben ik
geneigd te denken dat Zeeland moet zorg
dragen voor een wellicht kleine doch goede
kennisinfrastructuur.
Nu er een discussie gaande is over de
opheffing van het E.T.I zouden wede moed
moeten hebben een geheel nieuwe vorm
te ontwikkelen voor de onafhankelij
ke onderzoekscapaciteit in Zeeland. De
onderzoekscapaciteit van de Provinciale
Planologische Dienst, van het opbouwor-
gaan en van Provinciale Waterstaat mogen
daarbij naar mijn opvatting niet buiten
schot blijven. Een koppeling van volwasse
neneducatie, open universiteit, provinciale
bibliotheek en onafhankelijk onderzoek
zou mijns inziens het overwegen waard zijn.
Werkgelegenheid
In het begin van mijn bijdrage heb ik er al
op gewezen dat volgens het merendeel van
de deskundigen de informatietechnieken
arbeidsplaatsen zullen kosten. De meeste
15