van deze arbeidsplaatsen zullen de lage
functies betreffen.
Het rapport van de commissie Rathenau
(1979) geeft aan dat er absoluut gezien meer
banen voor mannen dan voor vrouwen
zullen verdwijnen tengevolge van de
automatisering. Toch is de invloed op de
werkgelegenheid voor vrouwen relatief
groter, omdat de concentratie van vrouwen
in bepaalde functies groter is. Veel
uitwijkmogelijkheden hebben ze niet. Een
ander risico voor vrouwen wordt veroor
zaakt door de ontwikkeling van administra
tieve computersystemen, waardoor het
thuiswerken met behulp van een terminal
zal kunnen toenemen. Op zich zou dat de
combinatie van werk en huishouden
kunnen bevorderen. Thuiswerken met de
mogelijkheid op verschillende onorthodoxe
werktijden stelt echter nogal wat eisen aan
de rechtspositie en gaat bovendien ten koste
van sociale contacten.
Persoonlijk ben ik een groot voorstander
van flexibele werktijden; daar mag onder
bepaalde omstandigheden thuiswerk bijzit
ten, mits het ook geldt voor mannen en
geod geregeld is.
Het probleem dat juist vrouwen en meisjes
door nieuwe productieprocessen in hun
werkgelegenheid bedreigd worden, verdient
veel aandacht. Dat is goed gezien door de
vrouwenbond-FNV, die bezig is met de
oprichting van een vrouwenvakschool met
een lagere en middelbare opleiding in de
informatica. Daarnaast verdienen ook de
computercursussen van de Nederlandse
Bond van Plattelandsvrouwen waardering.
Een andere risicogroep in de informatica-
ontwikkelingen is het midden- en kleinbe
drijf. Van het midden- en kleinbedrijf valt
veel nieuwe werkgelegeheid te verwachten,
maar juist daar bestaat een lage automati
seringsgraad en juist zij kunnen een zetje
van de overheid in de vorm van scholing en
voorlichting goed gebruiken. Met name de
provincie zou er goed aan doen ten behoeve
van het kleinschalig bedrijfsleven stimule
rend op te treden met betrekking tot deze
problematiek. Een deel van de middelen uit
het werkgelegenheidsfonds en een voor
waarden scheppend beleid zouden kunnen
worden aangewend voor watje zou kunnen
omschrijven als de informatieinfrastruc
tuur. Themadagen, congressen, en vorming
van een kenniscentrum zijn voorbeelden
van zaken die op korte termijn realiseerbaar
zijn.
Basisinkomen
In de toekomst zal de arbeid in beperkte
mate te vinden zijn in de landbouw en de
industrie. In meerdere mate in de informa
tievoorziening, in de-zorgverlening en in de
commerciële dienstverlening. De totaal
beschikbare arbeid zal afnemen, 'óm te
voorkomen dat er een tweedeling ontstaat
in de maatschappij tussen werkenden en
niet-werkenden met een uitkering zullen wij
toe moeten naar een geheel nieuw sociaal
verzekeringssysteem en arbeidsstelsel.
Mijn voorkeur gaat daarbij uit naar de
invoering van een persoonlijk basisinko-,
men. Dat basisinkomen dient aan iedere
Nederlander, man of vrouw, kostwinner of
niet te worden toegekend. Het grote
voordeel van dit basisinkomen is, dat we
daardoor de factor arbeid flexibeler kunnen
16
maken en goedkoper. Er zijn momenteel
talloze diensten, die niet betaald kunnen
worden, terwijl ook kunst en andere
handenarbeid veelal alleen kunnen bestaan
via subsidiëring.
Indien mensen over een basisinkomen
zouden kunnen beschikken waarna het hun
vrij staat bij te verdienen naar believen, kan
tal van bedrijvigheid ontstaan die we nu de
kop indrukken. Uitkeringstrekkers die de
creativiteit hebben om samen te wonen,
worden nu gestraft omdat hun uitkering
wordt gekort vanwege de voordeurdelers-
regeling. Een samenleving, die creativiteit
van mensen dood maakt{ wordt zelf een
dode samenleving. We zouden talloze
subsidies kunnen afschaffen indien we
serieus bereid zouden zijn tot het invoeren
van een basisinkomen. De steeds toenemen
de macht van de werkgever over de
werknemer veroorzaakt door angst voor
ontslag, zou door invoering van een basis
inkomen aanzienlijk verminderd kunnen
worden en daarmee een natuurlijk impuls
geven aan de eerder door mij geschetste
nieuwe arbeidsverhoudingen. Ook voor
midden- en kleinbedrijf en de kleinschalige
landbouw zou de invoering van een
basisinkomen een doeltreffend middel zijn
om arbeid en diensten in stand te houden.
Invoering van een basisinkomen is geen
Zeeuwse zaak.
Nadenken over de effecten ervan op de
Zeeuwse bedrijvigheid zou dat wel moeten
zijn.
Kennis en macht
Eerder heb ik al aangegeven dat één van de
grotere risico's van de informatiemaat
schappij is, dat een aantal mensen de
ontwikkelingen niet kunnen bijhouden of
oppakken. De beste manier om zoveel
mogelijk mensen de benodigde kennis bij te
brengen lijkt mij een samenwerkingsver
band tussen de volwasseneneducatie en de
andere maatschappelijke organisaties. De
volwasseneneducatie en vormingscentra
zullen op korte termijn grote aandacht
dienen te schenken aan het omgaan met
informatietechnieken. Om te voorkomen
dat met name jongeren uit de armere sociale
milieu's en vrouwen in nieuwe achter
standsposities terecht komen, zullen ook
het buurt-en clubhuiswerk en het overig
sociaal-cultureel werk deel moeten nemen
aan programma's om die achterstanden te
voorkomen of weg te werken.
Een loffelijk initiatief dat in Zeeland
navolging verdient, is ontwikkeld door het
Steunpunt voor Volwasseneneducatie in
Almelo. Zij hebben de volgende activiteiten
ontwikkeld:
a. een cursus burgerinformatica
b. activiteiten op het vlak van computer-
steunende educatie
c. een cursus op het gebied van beroepsge
richte informatica
In overleg met het Bureau Volwassenen
educatie van de Culturele Raad van
Overijssel wordt nu gewerkt aan een
docentenopleiding voor cursusleiders op
voornoemde onderdelen in de sociale
culturele sector.
Naar mijn opvatting is ook in Zeeland een
doeltreffende Burgerinformatie-project te
ontwikkelen via het trainen van allerlei
potentiële begeleiders die de provincie
heeft, waarna we mogen verwachten, dat
dezen in staat zijn een eigen netwerk op te
zetten.
Het steunpunt volwasseneneducatie zou
hier een centrale rol kunnen vervullen.
Een ander aspect dat nader aandacht
verdient is de informatiebehoefte. Joost
Kist onderscheid drie soorten:
1nieuwsberichten en snelle practische
informatie; kenmerken: doelgerichtheid
prioriteit: actualiteit;
2. feiten, gegevens, methoden, procédé's
kenmerken: ontsluiting, samenhang,
beschikbaarstelling
prioriteit: relevantie
3. kennis en wetenschappelijke bronnen
kenmerken: opslag, verzameling enerzijds
en toelichting, commentaar anderzijds
prioriteit: begrijpelijkheid.
Met name de prioriteiten actualiteit,
relevantie en begrijpelijkheid zijn naar mijn
opvatting belangrijke aspecten van de
informatiebehoefte. We moeten immers
voorkomen dat de zo zeer door ons
gewenste vrijheid van informatie en open
baarheid van bestuur wordt platgewalst
door een kleine elite van informatietechno
craten en beheerders van communicatie
kanalen en computerbestanden.
Het indammen van informatiestromen tot
werkelijk beleidsrelevante gegevens is daar
om een kwestie van de eerste politieke orde.
Gedurende de nu zes-jarige periode als lid
van de Provinciale Staten heb ik mij het
meest voelen disfunctioneren door gebrek
aan directe, makkelijk toegankelijke be
leidsinformatie.
Het meest ergernis verwekkend is nog altijd
de productie van dikke nota's die vaak het
gebrek aan daadwerkelijk beleid moeten
maskeren. De samenleving in zijn totaliteit
zou er zeer mee gediend zijn als de politici in
staat zouden zijn te eisen dat besluitvor
ming plaats vindt op basis van essentiële
informatie en beleidsmedewerkers gedwon
gen zouden worden de voorstellen te
presenteren op basis van enkele kantjes A-
4.
Vechten voor kennis
De computer maakt verregaand beheer van
informatiestromen in één hand mogelijk, en
daarmee centralisatie en technocratische
besluiten zonder weerga. Maar de informa
tietechnologie maakt evengoed een verre
gaande decentralisatie mogelijk, en brengt
beschikkingsmacht over informatie bij
mensen die deze direct aangaat.
Bijvoorbeeld de onderzoeksgegevens van
de patiënt in een ziekenhuis. Patiënten
organisaties zullen zich met name sterk
moeten maken voor het recht op toegang
van de patiënt tot informatie die zijn eigen
gezondheid betreft.
Politici en milieuorganisaties zouden kun
nen pleiten voor provinciale milieucentra
waar alle relevante informatie op korte
termijn beschikbaar is in zake milieueffec
ten. Te vaak nog staan individuele
belanghebbenden met de rug tegen de muur
als het gaat om directe effecten van lozingen
van bepaalde stoffen. De oorzaak daarvan
moet vaak gezocht worden in het gebrek
aan informatie van overheidswege. Sommi-
vervo/g op pag. 20