IBaecat^ttcb Berbatl
PIRMERIBA.
De Reviere Seraname
M tfi |i|fr j'H |.t 1 i'',l'"'*r'irn'ffTTr,nf,t|irp;>^^l|
Irfi
^jt|| ^1i^' Ht WhtyNém ^fA
Rt ijfijfi illiil él» U lu k *i) ItilliilkiilJ A tAJ li l it'I it
Vandc Heerlijke overwinning van
Ende
Gelegen aen't vaftelant van America, doorde
Zecufche Oorlogfchepen, en't gene zy daer verrigt
hebbenNevens't weder veroveren van
Yfequepe, Boumeronaen Tabago,
En war haer verder op hare Reys ontmoet is onder het
Commando vanden Commandeur Crijnfen.
Gtfcbreven m 't Schip de Vtffcrs-Htrdtrden 19. <JMej
1667. Sejtende tujjcben Gvardeloupe en Antigoa.
In 'sGRAVENHAGE,
Gedtuckt by Ioharmet Rarrmazeyn, Boeckdrucker woonco
de op Stadts Cingel over de Nieuwe- have
ann
laamnfi
"Cr
q, a P \P
lUk
'ia'*»"iLi"
Geen plek mocht onbenut blijven in de Zeeuwse slavenschepen. Daarom werden er tevoren
stuwplannen gemaakt, waarin duidelijk is te zien. dat er net genoeg plek was voorde slaven om
te liggen. Drie weken lang zaten ze zo (de mannen geboeid) zo opgepropt in de bedompte
scheepsruimen.
gearriveerd kapt. Johan Gerritse, voerende
't schip Middelburgs Welvaren. Hij heeft
het ongeluk gehad dat de slaaven een op
stand hebben begonnen en op 't scheeps
volk zijn aangevallen, weshalve sy genood-
saakt syn geweest om daarp te schieten. De
tegenweer der slaaven is so hevig en lang
durende geweest, dat van ruim 260 maar 30
stuks syn overgebleven, doch hy heeft by
geluk geen één van syn volk verlooren.'
'Na eenige dagen werden zij in het
openbaar, bij paren, geveild; de slaaf of
slavin werd gedwongen op eene tafel te
klimmen en werd nogmaals door den
chirurgijn onderzocht, die hen verscheidene
houdingen aannemen liet om over de
krachten en gezondheid te kunnen oorde
len. De nieuwe eigenaar liet dan met een
gloeijenden stempel de eerste letter van zijn
naam op de borst of den arm van den slaaf
of slavin inbranden'.
'Wanneer de slaaf in het veld of in het
stookhuis of den molen zijnen moeijlijken
arbeid verrigtte, stond hij steeds onder
opzigt van den blanke officier, en op diens
bevel was de 'Bomba' aanstonds gereed om,
mogten zijne krachten eenigszins verflaau-
wen, deze door eenige zweepslagen op te
wekken. Kwam hij des avonds moede en
afgemat te huis en had hij zijne taak niet
voldoende afgewerkt of het ongenoegen
van den opzigter op den hals gehaald, dan
werd hij, zonder dat hij iets tot zijn
verdediging mogt inbrengen op bevel van
de eigenaar aan een paal gebonden en
ontving hij een opmerkelijk aantal slagen
met de lange zweep op zijn ontblootte dijen.
Wanneer meerdere gestrengheid noodig
werd geacht, werden de leden meer
uitgerekt, waartoe men gewigten aan de
beenen bevestigde en de slagen waren meer
in getal. Hierop volgde de straf der
'Spaansche Bok', waarbij men den slaaf de
handen te zamen bond en de knieën
hierdoor wrong, terwijl men een stok
tusschen de zaamgebonden handen en
opgetrokken knieën stak en stevig in de
grond bevestigde, waarna de slaaf met een
bundel knoestig hout op de bovenliggende
zijde der billen werd geslagen en was de eene
zijde geheel rauw vleesch, dan werd hij
omgekeerd om de andere zijde in dezelfde
toestand te brengen. Deze straffen werden
op zowel mannen als vrouwen toegepast.
Enige meesters gebruikten ook hoepelstok
ken, maar daar de slaven ten gevolge
hiervan dikwijls stierven, werd dit als te
onvoordelig, niet als regel ingevoerd.
Somwijlen geschiedde de toediening der
Spaanschen Bok op de plantage zeiven,
meermalen echter ook op de hoeken der
straten van Paramaribo door de cipier van
Fort Zeëlandia en zijn handlangers. De
genoemde straffen behoorden tot de be
voegdheid der meesters; het afsnijden der
Achilles-pees als straf voor het wegloopen,
werd hier meestal bijgerekend. Het verder
verminken of dooden van de slaaf was den
meester volgens de wet niet geoorloofd,
maar die beperking werd vaak niet
nageleefd, gelijk meermalen uit de notulen
van de gouverneur blijkt'.
Uit die notulen citeert het boek enkele
vonnissen, die officieel werden uitgespro
ken. Bijvoorbeeld: '1 mei 1729. -Bij vonnis
wordt de neger Quakoe, die zich tegen de
blanke officier verzet heeft, veroordeeld om
aan een paal strengelijk te worden gegeeseld
en gebrandmerkt en vervolgens een voet te
worden afgekapt.
2 augustus 1757. -De neger Pedro, een
weglooper, wordt veroordeeld om een been
te worden afgekapt'.
Het is niet verwonderlijk dat de slaven
probeerden de bossen in te vluchten. Daar
vormden ze groependie af en toe aanvallen
op de-plantages deden, o.a. om lotgenoten
te bevrijden. Toen er op die manier
duizenden slaven de vlucht namen en zich in
bosneger-dorpen verenigden, werd (in
1721) de doodstraf gesteld op het kiezen van
de vrijheid door de slaven. En toen dat nog
niet hielp, werden straf-expedities"uitgerust,
die dorpen platbrandden en zoveel mogelijk
negers gevangen namen. Bij terugkomst op
Fort Zeelandia werden die dan op een
gruwelijke manier gemarteld. Wolbers geeft
er enkele treffende beschrijvingen van:
'Een neger, Joosje genaamd, werd met een
ijzeren haak door zijne ribben geslagen en
alzoo aan de galg gehangen, zoodat het
hoofd en de voeten naar den grond hingen
en hij onlijdelijke pijnen moest uitstaan. Hij
gaf hiervan echter geen blijk. Nadat hij
gestorven was werd zijn hoofd afgekapt en
op een ijzeren staak tentoon gesteld; de
negers Wierai en Manbote werden aan
palen gebonden en met een klein vuur
levend tot asch verbrand; het vleesch
intussen zo nu en dan met gloeijende
tangen genepen.
De negerinnen Lucretia, Ambia, Agia,
Gomba, Maria en Victoria werden op
kruizen gelegd, daarna levehd geradbraakt
en na gedane executie de hoofden afgekapt
en op staken geplaatst. De negerinnen
Diana en Christina werden eenvoudig de
hoofden met een bijl afgeslagen en die
hoofden mede tentoon gesteld.
Deze wreede en onmenschelijke strafoefe
ning, in plaats van het beoogde doel
'afschrik en vrees' te wekken, verbitterde in
tegendeel en wekte een gloeijenden haat
tegen de meeste blanken, niet slechts bij de
Marrons (gevluchte slaven) maar ook bij de
overige slaven'.
Tijdens de opening van de tentoonstelling te
Middelburg zei een gepikeerde burgemees
ter Rutten dat we moesten ophouden om de
schuldvraag te stellen over de situatie,
waarin Suriname en zijn bevolking is
beland. Voor een juiste beoordeling lijkt het
toch niet gek om de geschiedenis (zoals bij
Wolbers) eens te lezen. Het boek is te leen in
de Zeeuwse Bibliotheek.
Kees Slager
15