De sociale controle en de zwaar
drukkende last der liefdadigheid
Het Burgerlijk Armbestuur van Heinkenszand (2)
Wie de notulenboeken van het Burgerlijk Armbestuur van Heinkenszand doorleest, vraagt zich herhaaldelijk af
of verzoekers om ondersteuning vroeger niet te vaak in de kou zijn blijven staan. Niet te beroerd om anderen er
aan te herinneren dat er een morele plicht was om de eigen familie te helpen, moest ze zelf vaak verzoeken
afwijzen omdat de kas geen ondersteuning toeliet.
Kapitaalsbeheer dat verre van briljant was en tegenzin om steeds meer een beroep op de gemeente te doen,
stelde grenzen aan de hulp.
In deze tweede bijdrage over het Burgerlijk Armbestuur van Heinkenszand aandacht voor de eis om dankbaar te
zijn, de bemoeienissen en morele vermaningen, de kapitalen van het armbestuur en de ondergang van de
liefdadigheid.
In de Louissepolder onder deze gemeente,
vermelden de notulen uit 1912, woont een
gezin, bestaande uit een man en een vrouw,
beide lijden zoals men zegt aan kanker.
Burgerlijk behoort dit gezin tot Heinkens
zand, kerkelijk tot de parochie Ovezande,
die wekelijks 3,50 onderstand verleent;
die onderstand is lang niet toereikend.
Bovendien heeft die man, want zijn
bejaarde vrouw is daartoe niet in staat,
oppas en verzorging van vreemden nodig;
ook dat moet worden betaald. Bij de
voorzitter is een verzoek tot ondèrstand
ingekomen. De kas van het armbestuur laat
zulks echter niet toe. De burgemeester
schijnt echter een middel gevonden te
hebben, om te hulp te komen. Als de
gemeenteraad er subsidie voor wil geven,
kan voor het volgend jaar een gelijk bedrag
worden gereserveerd. Anderhalve week
later bleek 1,- per week beschikbaar te zijn.
In december werd meegedeeld dat de man
overleden was. De voorzitter zei dat de
weduwe nog werd bedeeld door'het R.K.
Armbestuur van Ovezande en hij achtte die
omstandigheden waarin de weduwe J. de J.
verkeerde vrij gunstig 'terwijl tot heden nog
geen aanvraag tot onderstand is gekomen.
Een hoog bejaard echtpaar, zeer behoeftig,
waarvan de man op sterven ligt, maar de
kas laat weer eens geen ondersteuning toe.
De vrouw midden in de winter alleen
achtergebleven, waarvan wordt gedacht,
dat haar situatie gunstig is omdat er geen
nieuw verzoek tot ondersteuning is binnen
gekomen. Krullende tenen geven zulke
verhalen me ook omdat er blijkbaar geen
vast criterium was en geen recht waarop
men zich als armlastige kon beroepen. Het
Armbestuur was een organisatie van
Weldadigheid. Liefdadige hulp is verleend
op grond van wat door velen een
christenplicht werd genoemd, maar ook
talloze malen geheel of gedeeltelijk afgewe
zen. Niet omdat de noodzaak er niet was,
maar omdat het geld er niet was.
Bij het bepalen waarop de armlastige kon
rekenen, speelde in een kleine gemeen
schap als Heinkenszand ook mee of men
dronk of roddelde. Heel wat inkt is besteed
aan het optekenen van morele vermanin
gen. Eenmaal in aanvaring met de voorzit
ter, kon het vuur aan de schenen worden
gelegd. Van twee broers werd geconstateerd
dat ze geen volwaardige werkkrachten
waren, de een had zelfs een invaliditeitsren-
te: 'de jongens moeten ook maar aanpak
ken'. De voorzitter wil 'niets te royaal zijn
voor dit gezin'. Hun hond moest verdwij
nen, omdat anders de ondersteuning zou
worden gekort. 'Het is toch wel te gek om op
kosten van het Armbestuur honden te houden
en deze de belasting te laten betalen'. Vaak
werd ondersteunden verweten ondankbaar
en trots te zijn. Voor alles moest men
proberen zelf de problemen op te lossen. Al
voor de oorlog nam een enkeling geen
genoegen met de beslissingen van het
Armbestuur en sommigen wendden zich zo
tot het provinciaal bestuur. Het lijkt erop
dat het steeds tevergeefs is geweest.
Kostgangers
Weduwe J. de J. kon zich na de dood van
haar man, die lidmaat van de Hervormde
Kerk was niet meer tot de diaconie van deze
kerk wenden tot voortzetting van de
ondersteuning voor haar en haar vier
kinderen. 'Was het een gezin', merkte de
voorzitter op, 'waar meer in zat en waar wat
van te verwachten was, mogelijk had de
diaconie zich niet zo geheel teruggetrokken,
maar daar voldoende bekend geacht wordt
te zijn, wat haar familie is en hoe
ondankbaar deze mensen zijn is het te
begrijpen dat de kerk, nu zij niet meer
verplicht kan worden om te ondersteunen,
zich teruggetrokken heeft. De voorzitter
heeft de weduwe De J. dan ook goed doen
voelen in welk daglicht zij staat er haar
tevens op de noodzakelijkheid gewezeq, dat
het nu eindelijk tijd wordt om de handen uit
de mouwen te steken en trachten door zelf
al het mogelijke te doen wat in haar
vermogen ligt, te proberen brood vóórhaar
en haar kinderen te verdienen, het is toch te
betreuren, dat een gezonde flinke vrouw
absoluut niet beseft, dat zij op de eerste
plaats zelf alles in het werk moet stellen om
het noodzakelijke levensonderhoud te
bekomen en niet zoals tot nu toe het geval is
geweest maar leven op de gemeenschap en
de tijd doden met lasterpraatjes en niets
doen.
De Hervormde diaconie voteerde 5,-.
'Minder kunnen wij niet doen', zei de
voorzitter, 'daar dit samen met een bedrag
van 3,45 aan weduwenrente de enige
inkomsten vormen'. Het totaal kon hij niet
ruim noemen. De diaconie bleek in
voorkomende gevallen enig schoeisel, kolen
of anderszins te willen verstrekken. Een jaar
later, in mei 1934, zei de voorzitter
voortdurend geërgerd te zijn om de
onbehoorlijke wijze waarop de weduwe
omsprong met de gelden die zo moeilijk
gemist konden worden. 'Zij koopt maar
raak, maakt schulden, houdt personen in
haar woning op, die er niet horen en geeft ze
zelfs de kost.' Als strafmaatregel werd de
ondersteuning (op dat moment 4,-), met
een gulden per week geminderd.
Een jaar later was er een hulp in de
huishouding nodig vanwege een longont
steking. Er kon, volgens het Armbestuur,
voor die hulp niemand anders gekregen
worden dan de vrouw van L.T. Het werd
geen gelukkige vinding genoemd, maar
'volkomen begrijpelijk dat er niets behoor
lijks daar wilt komen.... In datzelfde jaar
werd door opneming van haar zoon in de
steunregeling de ondersteuning van het
Burgerlijk Armbestuur stopgezet. Een
verzoek om wekelijks een paar broden te
mogen ontvangen werd hetzelfde jaar nog
afgewezen. 'Zij heeft geen meerdere steun
nodig.'
Anderhalve maand later werd mededeling
19