Provinciaal Opbouworgaan
manipuleert 2 consulenten
buitenlanders op hun stoel
Geen paling
Er moest maar weer eens wat op
gebouwd worden, dacht het Provin
ciaal Opbouworgaan Zeeland.
En men benoemde twee consulen
ten buitenlanders, waar de betrok
ken buitenlanders al bij voorbaat
niets van willen weten. Is dat no-
nonsens beleid of gewoon stom?
Geruime tijd geleden besloten 'Middelburg
se kringen' dat er -nu de Stichting Buiten
landse Werknemers door interne konflicten
ter ziele was gegaan- op dat vlak weer eens
wat gecoördineerd zou moeten gaan
worden. Er was tenslotte geld voor dat werk
beschikbaar.
Men besloot, dat er twee consulenten
zouden moeten komen in een zogeheten
tweede-lijns funktie. Dat wil zeggen:
consulenten die als een trait-d'union staan
tussen Nederlandse maatschappelijke hulp
verleningsorganisaties en de 'zelforganisa
ties' van buitenlanders. Protesten van
laatstgenoemden ('wat wij nodig hebben zijn
eerste-lijns maatschappelijk werkers')
mochten niet baten. In Zeeland bestaat al
een eerste-lijn voor iedereen, zo meende het
Provinciaal Opbouworgaan (POZ), laten
'ze' daar ook maar naar toe gaan. Dat
bevordert bovendien de integratie.
Advertentie
Dus verscheen er een paar maanden geleden
een personeels-advertentie. Tussen de plus
minus dertig sollicitatiebrieven bevonden
zich ook de exemplaren van werkers, die
ooit bij de opgedoekte Stichting Buiten
landse Werknemers in dienst waren. Een
begeleidingscommissie, bestaande uit POZ
en 'zelforganisaties' werd in het leven
geroepen om op haar beurt de taken van een
sollicitatiecommissie vast te stellen, de -
buitenlandse- leden van die commissie aan
te wijzen en de overige kriteria vast te
stellen.
Een van de besluiten, die de begeleidings
commissie nam, was dat de sollicitatie
commissie uit 5 personen zou bestaan: 2
leden uit de POZ en 3 leden uit de
'zelforganisaties'. Het POZ wees niet alleen
de eigen twee leden aan, maar ging ook op
zoek naar de drie buitenlanders. Men vond
een vertegenwoordiger namens de Marok
kaanse vereniging en een namens de Turkse
gemeenschap in Zeeuws-Vlaanderen. Zie
zo, moet men toen bij het POZ gedacht
hebben, we hebben er twee en da's welletjes.
Nummer drie werd nooit benoemd.
Een andere afspraak was dat de sollicitatie
14
commissie met unanimiteit van stemmen
een voordracht zou doen. Maar dat bleek
minder makkelijk dan men aanvankelijk
had gedacht. De meerderheid in de
commissie liet namelijk het oog vallen op
een ex-werknemer van de Stichting Buiten
landse Werknemers, laten we hem meneer X
noemen. Niet zo'n wonder overigens, die
keuze, want voor meneer X was flink
gelobbyd: een tiental aanbevelingsbrieven
uit Zeeuws-Vlaanderen was in de brieven
bus van het POZ gevallen. Maar helaas, er
was geen unanimiteit, want de Marokkaan
se vertegenwoordiger was tegen.
Wat te verwachten was, gebeurde: op de
dag dat de Marokkaan afwezig was, werd
meneer X (samen met een Nederlandse
mevrouw) op de kandidatenlijst geplaatst.
Protest
Dan raast er storm door het kleine wereldje.
De Walcherse Marokkaanse én Turkse
verenigingen tekenen protest aan: unanimi
teit is unanimiteit, en ze moeten meneer X
niet, want ze kennen hem nog van vroeger.
En vroeger was niet leuk.
Het meningsverschil loopt zo hoog op dat
de Marokkaanse organisatie afhaakt. Van
het dan ontstane vacuum maakt het POZ
handig gebruik en drukt (kennelijk met
instemming van de Turkse Zeeuwsvlaming,
of andersom) de beide voordrachten er
door.
In een brief van 23 november schrijft de
Marokkaanse vereniging aan het POZ: 'Wij
zijn bijzonder teleurgesteld over het feit dat u
uiteindelijk toch een nederlandse gekozen
hebt. Ubent dus ook de mening toegedaan dat
neder/anders weten wat goed of slecht is voor
buitenlanders. Wij menen, dat het tijd
geworden is. dat buitenlanders zelf hierover
beslissen. Om het bovengestelde tegen te
spreken heeft u een ex-medewerker van de
Stichting Buitenlandse Werknemers Zeeland
benoemd als consulent.
In een reaktie van drie dagen later aan de
begeleidingscommissie deelt het POZ een
vaderlijke pets op de billen uit: gezien
de zeer beperkte inbreng van de buitenlandse
organisatiesen zegt verder dat ze de
Marokkaanse interpretatie niet juist vindt.
Hoe die dan wèl moet zijn, staat er niet bij.
Inmiddels lijken de benoemingen onher
roepelijk. Maar omdat het POZ toch wel
wat onvrede bespeurt -zo hier en daar-
wordt alsnog de begeleidingscommissie
uitgenodigd om te komen pratenop 7
januari 1986. Ofwel: 6 dagen nadat de heer
X en zijn vrouwelijke Nederlandse collega
hun werkzaamheden hebben aangevat.
Riet Suwijn
'Nou moet u wel blijven zitten en niet
weglopen', reageerde Piet alert en
verbeten toen Wim met veel gevoel voor
drama vanachter de tafel wilde opstaan
na, als hoogtepunt van een zorgvuldig
opgebouwd betoog vol driftige gebaren
en stemverheffingen, te hebben meege
deeld geen paling te zijn. 'Zelfs niet', zo
liet hij de overvolle zaal Middelburgse
PvdA'ers weten, 'terwille van een hoge
plaats op de kandidatenlijst zal ik me als
een paling gaan gedragen.'
Hij bedoelde de provinciale, nu stond de
gemeentelijke lijst centraal.
Overbluft door Piet zonk Wim weer terug
op z'n stoel en keek verongelijkt en
verbaasd de zaal in. Want waarom was
hij hier zo plotseling ter verantwoording
geroepen voor zijn stemgedrag bij het
statendebat over het wel of niet geven van
tien miljoen voor het voorbereiden van
kerncentrale 2 in Borssele? Wim, die toch
beweert had tégen te zijn, had voorge
stemd. Maar geen partijgenoot die hem in
de nek was gesprongen. In de statenzaal
waren zijn kollegaas met een wijde boog
om hem heen gegaan als was hij nucleair
afval; de gewestelijke vergadering (de
volgende dag) had de krant niet gelezen
en deed net of probleem-Don al in een
zoutkoepel lag. Waarom begonnen ze nu
in de afdeling Middelburg ineens te
zieken?
'Geen paling' blikte verbaasd.
'Mijn krakerig kniegewricht en te laat uit
bed', verklaarde aanvaller Tjeu z'n
afwezigheid op de Goese gewestelijke
vergadering. Vandaar. De aanwezigen
waren niet overtuigd, maar stemden in.
Behalve met zijn motie om Wim tot
stemgedrag conform de partijlijn te
dwingen. De sussende bas van Paul en
veel abop/ikv-geleuter brachten nog niet
het dondonderop-etfekt, doch slecnts
een afkeurend gevoel, wat dat ook mag
zijn, richting gewestelijke vergadering.
'Geen paling' daagde de aanwezigen uit
om hem bij de opstelling van de
provinciale lijst te straffen voor zijn
stemgedrag. Als het aan de Middelburgse
sociaal-demokraten ligt, gaat dat ook
gebeuren. Maar was dat vier jaar geleden
al niet precies zo?
Ton