Overheid diskrimineert homo's in affaire Sluiskil Moet Eric Landuyt het land uit? Als je de politici mag geloven, wordt er in ons land niet gediscrimineerd tussen mensen die getrouwd zijn of die ongetrouwd- samenwonen. De Tweede Kamer nam daartoe zelfs een Wet Gelijke Behandeling aan. Vlaar dat die wet nog geen garantie is voor (overheids-)diskriminatie bewijst de affaire van Jan Buuron en Eric .anduyt te Sluiskil. Zij vormen een homofiel stel, dat al een paar jaar samenwoont en ook graag bij elkaar wil blijven. Maar omdat Eric een Belg is en geen werk heeft dreigt hij door justitie het land te worden uitgezet. Zoiets zou bij justitie nooit opgekomen zijn als er sprake was geweest van een -werkloos- getrouwd stel, waarvan één der partners buitenlander was. Maar omdat homo's niet kunnen trouwen, kan de overheid Eric het and uitzetten en een relatie kapot maken André van Himme bericht over de 'gelijke behandeling' in de praktijk. )e Terneuzenaar Jan Buuron en z'n ïelgische partner Eric Landuyt wachten in panning af, of Eric alsnog een verblijfs vergunning krijgt. Op 27 november '85 creeg Eric van het ministerie van Justitie >ericht, dat de verblijfsvergunning, die hij >egin van dat jaar aanvroeg, werd gewei gerd. De reden: Eric is evenals zijn vriend an werkeloos en -aangewezen op een >ijstands-uitkering. lun advocaat, Lex Penders uit Roosen- laal, vindt dat er nogal wat principiële ;anten aan de zaak zitten. Omdat de Nederlandse wet niet toestaat dat homo- exuelen met elkaar in het huwelijk treden, oopt Eric een verblijfsvergunning mis, die lij anders zou hebben gekregen. Er lijkt naar één uitweg mogelijk en dat is, dat één an beiden werk vindt, zodat het stel over igen financiële middelen beschikt. Een ndere mogelijkheid is, dat de staatssecre- aris alsnog terugkomt op haar besluit. Dat vil advocaat Penders via een herzienings- erzoek proberen te bereiken, want - indanks alle pogingen- krijgen Jan en Eric een werk te pakken op dit moment, 'o heeft Zeeland ondanks een Wet Gelijke behandeling zijn eigen probleem-geval, waaruit duidelijk blijkt dat homo's nog teeds gediscrimineerd worden vergeleken net hetero's. En zo wordt een samenle vingsverband, dat volgens de nieuwe Mgemene Bijstandswet gelijk is aan dat van en gezin, toch door de overheid uit elkaar ;erukt. Dit is het verhaal van Jan en Eric. Relatie an: 'Ik hab sinds 1976 steeds gewerkt. Via e WSW werd ik uitgeleend aan het Centrum voor Vakopleiding in Terneuzen. "ijdens mijn werk daar heb ik veel iroblemen gehad omdat ik homosexueel en. n augustus 1983 leerde ik Eric kennen. Wij •evielen elkaar en we knoopten een relatie an. Na een poosje besloten we om oortaan samen door het leven te gaan. Maar daarmee begonnen de problemen pas goed. Eric woonde in Oostende in België en ik in Terneuzen. Dat is een afstand van ruim tweehonderd kilometer (heen en terug) en als je dan bedenkt dat we allebei ons werk haddenBovendien mag ik niet in België wonen omdat ik anders kan worden ontslagen, want als je in WSW-dienstver- band werkt, ben je verplicht om in Nederland woonachtig te zijn. Ondanks die verplichting zijn we -begin 1984- toch gaan samenwonen. Maar ja, dat was nauwelijks te doen. Door een samen loop van omstandighedëh heb ik toen besloten om per 1 juni '84 mijn ontslag te nemen bij de WSW. Vanaf dat moment kon ik mij officieel in België vestigen, wat ik ook deed. Café Omdat ik geen stilzitter ben, nam ik het initiatief om in Oostende een eigen café te beginnen. Ik investeerde m'n laatste vijfduizend gulden aan spaargeld en ging enkele financiële verplichtingen aan. Op 1 juli '84 opende het café z'n deuren en al meteen was het erg druk. Zo druk zelfs, dat het onmogelijk was om het werk in m'n eentje te doen. Er moest dus personeel in dienst worden genomen of Eric zou moeten stoppen met zijn werk en mij helpen.' Eric: 'Ja, ik heb daar toch een tijdje moeten over nadenken, wat ik zou gaan doen. Ik werk al sinds mijn 21ste jaar en ik ben nu 36. Zo'n stap naar het zelfstandig ondernemer schap zet je niet zomaar. Uiteindelijk was doorslaggevend voor mij, dat als ik met mijn baan zou stoppen, wij pas echt met elkaar zouden kunnen samenleven. Tot op dat moment was dat immers nog niet echt mogelijk geweest: als Jan werkte, sliep ik en als Jan sliep, werkte ik. Dat kwam omdat ik bij de Buurtspoorwegen in Oostende erg onregelmatige werktijden had, terwijl Jan altijd 's avonds en tot midden in de nacht met zijn café in de weer was.' Jan: 'Maar wat gebeurde erNauwe lijks één maand nadat Eric met z'n werk gestopt was, zien we op onverklaarbare wijze bijna geen klant meer in ons café. Omdat ik de eerste drie maanden erg goed gedraaid had, hadden we wat reserve kunnen opbouwen. We dachten dat die terugloop van bezoekers maar tijdelijk zou zijn en we spraken onze reserves aan. Maar de bezoekers kwamen niet terug en ja, je moest toch leven, je huur betalen en aan je financiële verplichtingen voldoen. Het duurde dan ook niet lang, of het was duidelijk dat we het niet meer konden volhouden. Gevlucht We hebben nog geprobeerd een nieuwe lening af te sluiten, maar toen dat niet mogelijk bleek te zijn, zijn we -met achter lating van onze hele inboedel èn de schulden - naar Nederland gevlucht. We waren van plan om daar weer werk te zoeken. Begin januari '85 kwamen we in Terneuzen aan, zonder een cent op zak. En toen begon de lijdensweg pas goed. Hoe Erip en ik ook naar werk zochten en brieven schreven, tot op de dag van vandaag is het ons niet gelukt om werk te vinden. Intussen moesten we wel leven. Dus we vroegen een bijstandsuitkering aan bij de Sociale Dienst in Terneuzen. Toen hebben we maandenlang met een wekelijks voor schot van honderd gulden moeten zien rond te komen. Hoewel we dus geen cent hadden, kregen we zelfs geen beetje hulp van de Sociale Dienst. Zo vroegen we om een lening om onze woning in te richten. Het werd zonder pardon afgewezen.' Eric: 'Omdat ik als Belg voor mijn verblijf in Nederland een verblijfsvergunning moet hebben, vroeg ik die begin '85 aan. Daarnaast werd gelukkig ook aan mij -per februari- een bijstandsuitkering toegekend. Maar het heeft wel maanden geduurd voor ik- daarvan ook maar een stuiver heb uitbetaald gekregen. Jan en ik moesten dan 15

Tijdschriftenbank Zeeland

Nieuw Zeeland | 1986 | | pagina 13