De herders kfval )ckeloen Migraine Een van de voordelen van kerncentrales -zo kun je tijdens voorlichtingsavonden horen- Js, dat het afval dan wel gevaarlijk is, maar het is wel erg weinig. En daarbij krijg je dan het idee, dat zo'n centrale niet veel meer dan ben paar vrachtwagens per jaar oplevert. Maar wat onthulde het Vlissingse raadlid F. Schets op 11 december? Dat er voor het bpbergen van radio aktief afval de komende paren in het Sloegebied 30 tot 40 hectare grond nodig is. Dat wil zeggen: een terrein, bven groot als zo'n 50 tot 60 voetbalvelden pan één stuk. Volgens de Terneuzense burgemeester gaat et de gemeenteraad niets aan, welke hesluiten er door het college van B. en W. orden genomen. Op een vraag van aadslid Ardengo Persijn (Links Perspek- ief) om notulen en besluitenlijsten voor de aadsleden ter inzage te leggen, zei Dckeloen: 'Het college vormt een aparte •estuurslaag en het gaat de raad niets aan, welke besluiten door deze bestuurslaag genomen worden.' Ondanks de Wet Open- saarheid Bestuur kan de raad (het hoofd der gemeente) dus niet toekomen aan een controle op het doen en laten van B. en W. Vlaar dat Ockeloen in Terneuzen alleen- leerser is werd pas goed duidelijk, toen geen der fraktievoorzitters het aandurfde om een motie van Persijn (om de informatie ïf te dwingen) te ondertekenen. - Jew# de> «tó <7 APPELLATION UEMOCNATKJUE CONTHOLÉE 3'66, ooit in een café opgericht door(o.a.) croegbaas Gruyters verloochent ook in Zeeland z'n afkomst niet. Ter gelegenheid an de verkiezingscampagne van dit jaar >eeft de statenfraktie een voorraadje 'D'66- wijn' ingeslagen. Kennelijk wil men het mage, dat D'66 meer te maken heeft met een goed gesprek na een goed glas' dan met politiek, hooghouden. Het is alleen de raag of dat gaat lukken met een fles, die oor het luttele bedrag van 5,50 verkocht wordt. Als dat maar geen Chateau Migraine s. Met de onvermijdelijke kater als toegift. Een hemels licht daalde neer over drie herders, die zaten te toepen en een engel streek ruisend naast hen neer. 'Gaat naar gindse velden en gij zult hem vinden klaar' zong hij met kristallen stem. De herders keken elkaar een tijdje aan. Tenslotte legde een van hen zijn kaarten neer. 'Luister eens vriend', zei hij vermoeid. 'Ik vind het echt prachtig hoor, hoe je dat zegt en zo: 'Gaat naar gindse velden'. Maar daar trappen we deze keer toch mooi niet meer in. De vorige keer hebben we ons dagenlang de pestpokke lopen zoeken en pas half januari kwamen we er achter waar het feest te doen was. De drie koningen waren al een week vertrokken. Je begrijpt natuurlijk dat we mooi voor paal stonden. We willen best gaan kijken, hoewel ik een beste kaart in m'n fikken heb, maar dan moet je wel wat duidelijker zijn in je berichtgeving. Wat zou je denken van een naam, adres en postcode? Dan zijn we in ieder geval al een stuk verder.' De engel keek beteuterd. 'Ja', zei hij verlegen, 'dat weet ik zo gauw effe niet te vertellen. Ik krijg mijn tekst ook maar mee van boven. Ik word ook maar gestuurd.' 'Mooi', zei de herder tevreden en pakte zijn kaarten weer op. 'Ga dat dan eerst maar eens vragen. 'Ik heb zeven pond aas. Wie meer?' 'Ik pas', zeiden de beide anderen. De engel vloog met bezwaard gemoed terug naar boven. 'Daar komt een dot herrie van', dacht hij bedrukt. 'Volgende keer moesten ze maar eens anderen uitkiezen daar boven. Altijd die herders. En zoveel zijn er ook niet meer, dus de keus is wel verrekte klein. Nou ja, ze zoeken het maar uit.' God zat een ogenblik zwijgend voor zich uit te kijken. Hij was net kerstmis aan het vieren en zat met z'n hele familie aan tafel. Het werd doodstil toen de engel z'n verhaal had gedaan. Zijn hoofd werd langzaam rood en de aderen zwollen op zijn voorhoofd. 'Socialisten zeker', barstte hij tenslotte los. 'Herrieschoppers! Puin der aarde. Altijd gedonder met die lui. O Mij, wat een ellende. Denk je dat alles geregeld is en dan verzieken ze alles weer. t'ls goed, laat ze maar zitten, ik zoek wel een paar andere.' Grommend begon hij in de Gouden Gids te bladeren, maar verder dan Den Herder, aannemer te Nieuwdorp kwam hij niet. De H. Geest kuchte en keek op z'n horloge. 'Zoveel tijd hebben we niet meer God', zei hij. 'Bovendien vind ik het idee dat een onderaannemer op onze zoon z'n dak gestuurd wordt nou niet zo aanlokkelijk. Ik denk dat we het ermee moeten doen.' God zat een tijdje zwijgend te koken en te zieden, haalde toen diep adem en knikte tenslotte. 'Zeg het ze maar', zei hij tandenknarsend. Als een straaljager vloog de engel terug naar de aarde en wapperde zo met z'n vleugels dat de kaarten alle kanten opwaaiden. 'Ik heb het', riep hij opgewonden. 'Het gebeurt in het schuurtje van Pier de Jonge.' 'Kijk, daar kunnen we wat mee', zei de eerste herder opgeruimd. 'Okee mannen, op de fiets en er op af.' Het was een stief kwartiertje fietsen en vanuit de verte zagen de herders al waar ze zijn moesten. Bij het schuurtje van Pier de Jonge was het een drukte van belang. Een politieauto met blauw zwaailicht en een ambulance met oranje zwaailampen stonden al gereed, ledereen liep door elkaar heen. En net toen de herders bij de plaats ven bestemming aankwamen reed de hele meute met loeiende sirenes weg. Zwijgend keken ze de wagens na tot deze uit het zicht verdwenen waren. 'Volgend jaar verdom ik het', zei een van de herders. Raats 17

Tijdschriftenbank Zeeland

Nieuw Zeeland | 1986 | | pagina 15