Hoe de Sociale Dienst aan zijn informatie komt 3 li DE VERKLIKKERS Sinds het fenomeen sociale recherche ook in Zeeland zijn intrede heeft gedaan, is de jacht op uitkeringstrekkers en bijstandsvrouwen pas goed op gang gekomen. In de afgelopen jaren zijn er dan ook al heel wat bijstandsuitkeringen -al dan niet terecht- stop gezet. Een van de redenen van stopzetting is, dat in sommige gevallen wordt aangenoen dat een uitkeringstrekker samenleeft met een vriend of vriendin, op een wijze die niet of nauwelijks verschilt van die van een gezin. In zulke gevallen vormt men volgens de termen van de Gemeentelijke Sociale Dienst een 'ekonomische een heid'. Het vormen van een ekonomische eenheid op zich, stuit bij de autoriteit niet op problemen. Anders wordt het als de partners beiden over een eigen inkomen beschikken, een inkomen dat -gezame- lijk- de bijstandsuitkering aan een gezin overtreft, terwijl een van hun inkomens bestaat uit een bijstandsuitkering. Zodra men iets dergelijks vermoedt, treedt het opsporingsapparaat in werking. Over de wantoestanden rond het opspo ringsapparaat hebben we in Nieuw Zeeland al eerder verslag gedaan. Daarover gaat dit artikel niet. Centraal staat nu de vraag (die velen zich ongetwijfeld wel eens hebben gesteld), hoe de Sociale Dienst aan zijn informatie komt.In Nieuw zeeland van november '83 hebben enkele direktcuren al laten weten, dat ze 'in' zijn voor anonieme tips, terwijl anderen dat verfoeielijk zeggen te vinden. De direkteur van de Sociale Dienst te Terneuzen (F. Willaert) drukte zich in dat artikel genuanceerd uit: 'In principe doen wij niets met anonieme tips, tenzij we zelf al bezig w aren met een onderzoek naar dezelfde persoon. Maar ik ga u niet zeggen, dat we nooit op anonieme tips ingaan.' Nu treft het dat in die tijd Nieuw Zeeland-medewerker André van Himme bij de Terneuzense Sociale Dienst werkte. Aan hem vroegen we om een verslag van zijn ervaring tijdens twee jaar werken bij die dienst. Een kijkje in de keuken dus met onthullende medede lingen over de 'verklikkers'. Allereerst lijkt het zinvol om een definitie te geven van wat er nu eigenlijk onder een 'economische eenheid' verstaan wordt. Een economische eenheid is een samenlevings vorm die niet of nauwelijks verschilt van een gezin. Dit houdt in dat er in de praktijk van de opsporing, zal worden gekeken of er tussen de mensen waarvan men vermoedt dat zij op een dergelijke wijze samenleven, een ekonomische binding is. Deze ekono mische binding probeert men aan te tonen door na te gaan of er een gezamelijke bank- of girorekening is; of de ene partner de andere heeft gemachtigd om van zijn rekening geld op te nemen; of de ene partner voor de andere rekeningen betaalt; en of de ene partner voor de andere goederen koopt. Daarnaast wordt er gekeken of diegenen waar het om gaat zich naar buiten toe gedragen als man en vrouw. Dat komt omdat door uitspraken in beroepszaken is gebleken dat de administratieve rechter genoegen neemt met het aannemelijk maken dat er in de praktijk sprake is van een samenlevingsvorm die vergelijkbaar is met die van een gezin. Er hoeft door de sociale diensten geen overtuigend bew ijs te worden geleverd. Dit geeft de zwakke rechtspositie van de uitkeringsgerechtigden al aan, want zij zijn het die (bijvoorbeeld door getuigen verklaringen) het tegendeel moeten zien aan te tonen. a Alvorens sociale diensten aannemelijk kunnen maken dat er van een ekonomische eenheid sprake is zullen zij een aantal feiten moeten verzamelen. Deze feiten zijn: man en vrouw worden regelmatig in dezelfde auto gezien; men doet samen boodschap pen; de een rijdt in de auto van de ander; het gas-, elektra- en waterverbruik in een van hun woningen is erg laag; men verblijft regelmatig bij elkaar; beiden worden regelmatig samen gezien; men gaat samen op vakantie; de man haalt de kinderen van de vrouw uit school; de man en de vrouw hebben geen afzonderlijke ruimte waaruit duidelijk blijkt dat men gescheiden leeft Als je al deze feiten op een rijtje zet, voldoen er heel wat vriendschappelijke relaties aan de defenitie van een ekonomische eenheid. Dat komt er in de praktijk op neer dat bijstandsgerechtigden zichzelf zouden moe ten gaan isoleren willen zij niet het gevaar lopen dat hun uitkering wordt stop gezet. Immers, ben je alleen dan heb je behoefte aan kontakt, wat nog niet wil zeggen datje met iemand samenleeft. Maar vóór het tot enig onderzoek komt moeten er uiteraard aanwijzingen zijn dat in een bepaald geval er wel eens sprake zou kunnen zijn van een ekonomische eenheid. Het meest gekke heb ik altijd gevonden dat beheerders, in dienst van de woningbouw vereniging dit soort aanwijzingen aan de Sociale Dienst doorspelen, het is immers zo

Tijdschriftenbank Zeeland

Nieuw Zeeland | 1986 | | pagina 1