1
i t Cl
j Uitdragerij
1
krijgen van wat er in Zeeland wordt
gemaakt. De aankopen beslaan ruim de
'1 helft van het totaalbedrag. Kwaliteit is de
enige norm, niet de financiële positie van de
kunstenaar. De provincie voert een kunst-
i beleid, geen kunstenaarsbeleid, zo staat er
expliciet in de verklaring, geen sociaal
I beleid dus, zoals bij de BKR vaak wel het
I geval was.
Kwaliteit
j .leitje Ratsma, eveneens een van de 92 die
i werkstukken naar de Statenzaal brachten,
vindt dat een prima uitgangspunt.
'De BKR is een sociale regeling, terwijl de
j provincie koopt op kwaliteitsnormen, voor
een eigen kunstcollectie. Het mag dan zijn
gebeurd met aan de BKR onttrokken
gelden, maar daarom moet je die dingen
nog niet door elkaar halen. Bij de BKR was
I juist het grote probleem de vermenging van
sociaal en kunstbeleid. Als dat ook bij de
provincie zou gebeuren, zou je ook daar die
onduidelijkheid krijgen. In principe kunnen
1 ze het hele budget aan een kunstwerk
besteden, daar is niets op tegen. Ik heb dat
liever ook niet, maar het kan. Ik heb meer
kritiek op de presentatie. Het was een
J puinhoop in de statenzaal en de hal. Het is
ook godsonmogelijk die driehonderdzoveel
werken in een dag te beoordelen, zoals de
jury nu heeft gedaan.'
j Het was 'n zootje, daar is iedereen het over
I eens. In de hal en de statenzaal stonden 356
j werken, te veel om ze een mooi plaatsje te
j geven en er eens rustig naar te kijken.
Bovendien lag er dan nog van 92
kunstenaars documentatie over hun werk.
Het werd dus stapelen. In rijen stonden de
werkstukken tegen de muren, op tafels of
stonden op de grond.
Een kunstenaar, die vergeten was zijn
documentatie in te leveren, kwam daags na
het inleveren de statezaal binnen. Hij trof er
behalve de selecterende juryleden een grote
groep kinderen aan die een rondleiding
maakten door het statencomplex.
In die chaos werd beoordeeld. De jury had
vier uur de tijd om de 356 werken op te
diepen en te bekijken. Dat is nog geen
minuut per stuk. 'Hoe kun je in zo'n kort
tijdsbestek een goeie selectie maken?',
vraagt Kees de Valk zich af.
Elsa Westland zag het als een uitdragerij.
'Op zo'n manier krijgt een werk een heel
andere uitstraling dan het in normale
omstandigheden behoort te hebben.'
Er was zelfs een werk dat helemaal geen
uitstraling had, omdat het eenvoudig
onvindbaar .was. In het verslag van de
vergadering van de provinciale adviescom
missie van 20 november staat het zo: 'Het
werk van J. Klein wordt niet beoordeeld,
omdat het onvindbaar is.'
Een betere presentatie, vindt Jeltje Ratsma,
zou al heel wat schelen als het om de
beoordeling gaat. 'Het zou ook beter zijn
als ze zich wat meer op de hoogte stelden.'
Niveaus
Peer van Meer zou tevredener zijn als de
juryleden het Zeeuwse kunstklimaat als
uitgangspunt nemen. 'Dat klimaat kennen
ze niet. Je kunt geen Amsterdamse
maatstaven aannemen. Ook Marinus Boe
zem valt door de mand als je hem bij de
In totaal 356 kunstw erken stonden op elkaar
en tegen elkaar in de Statenzaal.De jury
slaagde er in om ze in 4 uur tijd te beoordelen
Nederlandse top zet. Op zijn niveau kan hij
aardig mee, hij is niet de beste, niet de
slechtste, ik denk dat je die dingen op
niveaus moet zien. Als je een provinciale
collectie wilt aanleggen, dan moet je
rekening houden met de niveaus in Zeeland
en ik denk dat er op elk niveau heel aardig
wordt gewerkt. Topkunst is in deze
opvatting niet aanwezig in Zeeland. Dat is
te wijten aan het slechte culturele klimaat.
En hoe vitaler het kunstklimaat, hoe vitaler
het werk en hoe hoger ook het niveau. Als
het om de hoogste niveaus gaat, telt
Zeeland niet echt mee in den lande.'
In Peer van Meers visie is nu aangekocht
wat in de Randstad mee zou kunnen. Hij
doelt dan op de grote aankopen. 'Het gaat
me niet om die anderen die 500 of 1000
gulden krijgen, dat is het uitdelen van
peperbollen, een beetje Sinterklaas spelen.
Ik denk dat je, uitgaande van het Zeeuwse
kunstklimaat, een ander startpunt hebt bij
beoordeling dan nu is gebeurd met de
'randstadbenadering'. Bij de vorming van
een provinciale collectie moet je uitgaan
van het Zeeuwse kunstklimaat.'
Weg
Een goeie vraag is ook: wat gebeurt er nu
met de aankopen? 'Tja. Weg', zegt Jeltje
Ratsma. Soms zie ik ze nooit meer terug.
Het zou aardig zijn als je een idee had hoe de
provincie in de loop der jaren heeft
aangekocht.'
Ad de Jong.
7