Poster
infrastruktuur is ook niet altijd berekend op
leverantie, reparatie en onderhoud van de
machines. De oplossing kan mogelijk
gevonden worden in het vergroten van het
rendament van de al aanwezige trekkracht..
In de Derde Wereld zijn naar schatting zo'n
400 miljoen trekdieren.'
Ossen en ezels
De methodes die hier verouderd zijn. kunnen
daar een hele verbetering betekenen?
'Jazeker. In Zeeland is heel wat know how
aanwezig. Het is nog niet zolang geleden dat
het trekdier, bij ons het paard, een grote
bijdrage leverde aan de landbouw. In onze
provincie is vooral na de oorlog het
trekpaard snel verdwenen. In 1939 waren er
maar 411 traktoren, goed voor 5% van de
trekkracht. Er waren toen 18200 trekpaar
den.
Nu zou een trekpaard in tropische gebieden
niet kunnen functioneren. Het vraagt teveel
voedsel, is zwaar en niet tegen extreme
temperaturen bestand. De nog aanwezige
kennis van tuigenmakers in Zeeland, kan
echter wel worden aangewend om de
trekkracht van aanwezige trekdieren, zoals
ossen en ezels, te vergroten.
Men is bij ontwikkelingsprojekten, gericht
op de ontwikkeling van de landbouw
geneigd om te veel ons systeem als
zaligmakend te zien en het trekdier te
onderschatten, af te doen als ouderwets, te
zien als een symbool van onderontwikkeld
heid.'
Sloppenwijken
Bij het vergroten van de produktie, moeten we
dus rekening houden met het ontwikkelings
peil van de landbouw ter plekke?
'Ja. Bij ons zijn trekdieren door traktoren
vervangen omdat de industrie, vooral na de
oorlog, arbeidskrachten nodig had. Daar
door stegen de loonkosten. Onze exportge
richte landbouw mocht niet meer arbeids
intensief zijn. Ze is echter wel energie- en
kapitaalintensief. Niet alleen kost het laten
draaien van machines veel energie en
kapitaal, ook de produktie ervan, van
traktoren, machines en kunstmest, kost veel
energie en veel geld. Na de oorlog is het
verbruik van fossiele brandstof enorm
toegenomen in de landbouw.
Op een aantal punten is de landbouw in de
ontwikkelingslanden vergelijkbaar met die
bij ons voor de oorlog: ze moet weinig
energie- en kapitaalsverslindend zijn, ge
richt op de eigen markt dus niet per sé op
grote kavels en arbeidsintensief werken is
geen bezwaar. Er is namelijk genoeg arbeid
aanwezig; er is zelfs een grote behoefte aan
werkgelegenheid op het platteland. Ont
wikkeling van de landbouw kan zo de trek
naar de sloppenwijken in de steden nog
tegengaan ook.'
Kan men dan wel een grote produktie
toename realiseren?
'Jazeker. Onze produktietoename is niet tot
stand gekomen dankzij de traktor. Die had
ook gerealiseerd kunnen worden met
dierlijke trekkracht. De produktieverho-
ging is vooral toe te schrijven aan het
gebruik van kunstmest en gewasbescher
mingsmiddelen zoals insektenverdelgers.
Daarnaast speelt ook rasverbetering een
rol.
Ontwikkeling van de al aanwezige trek
kracht in de ontwikkelingslanden zou een
hele sprong voorwaarts kunnen betekenen.
We moeten daarbij niet vergeten dat de
trekdieren ook gebruikt worden voor het
ophalen van water, vervoer van de oogst en
produktie van meststof.'
Brandweerslangen
Wat is precies de Zeeuwse bijdrage?
'De landbouworganisaties stellen voor 3 tot
5 jaar jaarlijks zo'n tienduizend gulden ter
beschikking. Er is in Kenya al een cursus
tuigenmaken gegeven. Henk Dibbits, die
zich afwisselend in Nederland en Kenya
bevindt, wil een handboek samenstellen
over grbruik van trekdierentuigen, waarbij
hij de Zeeuwse kennis gebruikt.
De laatste professionele tuigenmaker in 's
Heerenhoek -men kan bij hem nog steeds
tuigen bestellen- is bereid hierover te
vertellen. Hij heeft al een suggestie gedaan
delen van oude brandweerslangen te
gebruiken in plaats van leer. Wie zo'n
cursus heeft gevolgd, moet bij het opzetten
van een bedrijfje, een werkplaats waar
tuigen gemaakt worden die de trekkracht
optimaal benutten, wel materiaal aanschaf-
Een voorbeeld van slecht gebruik van
trekkracht door verkeerde aanspanning.
Daar wil het Zeeuwse projekt iets aan doen.
fen. Voor zulke kosten is een fonds gescha
pen. In de toekomst zal men naast tuigen
ook werktuigen maken. Door het geld van
de landbouworganisaties wordt dit alles
mogelijk.'
Ziet men in Zeeuwse landbouwkringen ook
het belang hiervan?
'Binnen het Z.A.K.J. en de landbouworga
nisaties wordt men zich steeds meer bewust
van de bijdrage die we kunnen leveren aan
ontwikkeling van de landbouw in de Derde
Wereld. Dat niet moet worden uitgegaan
van het ontwikkelingsniveau van onze
landbouw nu, is voor velen nog wennen.
Het is de opzet fondswerving te combineren
met informatie geven hier en zo bewust
wording op gang te brengen. We pakken
een concreet projekt bij de kop om
uiteindelijk toch ook uit te komen bij de
onderliggende strukturen. Hierbij denk ik
aan het ter discussie stellen van de negatieve
effecten van het Europese landbouwbeleid
voor de boeren in ontwikkelingslanden.'
Jan Bruijns
Koor een tientje (ofmeer, dat mag ook)
ontvangt men een paardenposter (30x40
cm), met daarop drie Zeeuwse paarden
voor een ploeg. De foto is gemaakt in
Wolphaartsdijk. De opbrengst komt ten
goede van de aki ie Kenya van de Zeeuwse
landbouworganisaties en Z.A.J.K.. Stuut-
een briefkaart met volledig adres (en
postcode) naar het Z.A.K.J.. Korte
Kerkstraat 10. 4461 JE Goes en maak tien
gulden over op rek. nr. 3205.02.635 van
Rabobank Goes. Bij gebruik maken van
de giro (nummer van de bank is 64539)
vermelden: ten gunste van rek. 3205.635.
ZLO-ZAJK-aktie Kenya.
9