Jasje mei :g dat? edrie ar cf Cerk lies.' jn loop te hebben, alleen dan is echte emokratie mogelijk en is er een kans dat dit lies zich niet zal herhalen. /e hebben hei over de vaak wat Dorzichtig positieve (soms ook ronduit egatieve), afstandelijke houding van ker en en partijen. Maar ook over de blije srrassing toen vanaf een Vlissingse kansel >t deelname aan de tocht werd opgeroe- en, over de collecte-opbrengsten (een ken van medeleven) en over de PvdA aarin 'stevig wordt gediscussieerd'. Iet gesprek stokt als ik naar concrete leidsdaden van die direkte omgeving raag. 'Tja, nou, je weet het niet hè?', arzelen ze. Boertien vertikte het om iedere ser we^r een petitie in ontvangst te nemen. In Van den Broek stuurt petities niet meer oor naar ambassades van de betreffende inden. Want, is het argument, Buitenland- Zaken moet iedere keer maar weer itzoeken of hetgeen in de petities als feiten ordt aangedragen ook echt waar is. Ook Irieven naar de vaste kamercommissies aor Buitenlandse Zaken worden, op een tzondering na, niet beantwoordt. 'Nee, s je 't zo zegt ien nette vrouw >e aandacht voor andere landen dan alleen rgentinië viel overigens niet bij alle deel- eemsters in even goede aarde. Sommigen aakten af, herinneren de drie zich. Velen adden het toch al moeilijk thuis, met ïannen en familieleden. 'Een nette vrouw oet zoiets niet', was en is hier en daar de vertuiging. •ommigen in het comité hebben het er ook et makkelijk mee hoor', peinst Lenie. 'Ik ;n iemand bij wie het thuis wel eens mis )u kunnen lopen'. 'Nee toch', schrikken de ndere twee. En dan komen de verhalen ver de problemen thuis, maar ook over de :1e solidaire mannen en vrouwen. 11e drie herinneren ze zich nog levendig de daden sfeer die er heerste toen ze tijdens :n Middelburgse braderie een tocht ielden en hoe toen alle muziek werd tgezet. 'Nou, dat was prachtig'* zegt lettie. 'Je zag dat de mensen onder de idruk waren'. 'En', voegen ze er aan toe, och fantastisch dat men ons toen zo gemoet is gekomen.' Da's ook wel eens iders. Niet alle toeschouwers tonen altijd enveel begrip. 'Die mosten ze tuus eens n bitje beter anpakken', is een veel hoorde. 'Daar lachen we dan maar om', gt Wilma. 'Ze weten niet beter hè, en dat •vijgen van ons -de tochten verlopen in >soluut stilzwijgen- werkt velen ook op de nuwen, daar kunnen ze niet tegen.' aam waai lruk naai i. Ei d uil mei 'Hei diem p 20 februari is het dus weer zover. Van oskade naar Hofpleinkerk, waar met een bedsdienst (voor hen die daar aan deel illen nemen) en een informatiemarkt waar mensenrechten-situatie in Chili aan de de wordt gesteld. De Dwaze Moeders ouden vol, want: Het is gebeurd en het gebeurt nog steeds en het zal blijven gebeuren als er niets tegen gebeurt. (uit: Zwijgend protest) Riet Suwijn Op een zondagmiddag zaten we samen in de kroeg, mijn vriend en ik. We verveelden ons werkelijk buitensporig, want wat is nou een zondagmiddag? Na de tiende pils zei mijn vriend: 'Laten we een vliegtuig gaan kopen.' Dat was nog eens een goed idee. Daar waren we nog niet eerder opgekomen. Op het vliegveld aangekomen zagen we dat er toevallig een straaljet te koop stond. Een knalrode, een sportief kleurtje dus. 'Doet-ie ut?' vroeg mijn vriend aan de man achter da kassa. 'Dat zou ik denken', zei de man. Hij leek me bepaald geen slimmerik, maar verkopen kon ie. 'Wat kost dat ding?' vroeg mijn vriend. 'Twee en een half miljoen', zei de man prompt. 'De prijs staat er op.' Dat klopte, dus daaraan konden we ook zien dat we niet getild werden. 'Vooruit maar', zei mijn vriend, trok zijn portemonnee en betaalde. We stapten in, hij startte en we scheurden weg. Met een reuzegang stoven we het luchtruim in, waar we de wolken stukvlogen en een enkele roofvogel ijlings een goed heenkomen zocht. 'Strakjes als ik het beu ben mag jij ook wel eens sturen', zei m'n vriend. Wat een geweldige manier om de zondagmiddag door te brengen. We vlogen plankgas en het motortje snorde lekker. Binnen een kwartier zaten we boven Oost-Duitsland. 'Ik vrees dat die twee iets van ons willen', zei ik tegen mijn vriend en wees op de militaire straaljagers die aan weerskanten naast ons vlogen. En inderdaad. De piloten beduidden ons dat we naar beneden moesten. Welnu, het landen was voor mijn vriend geen probleem. Als je geld hebt kun je alles. We streken keurig neer naast de startbaan en voordat het toestel stil stond werden we eruit gesleurd en een cel ingegooid. Daar hoorden we enige tijd later dat we waarschijnlijk ter dood zouden worden veroordeeld wegens spionnage. 'Die jongens weten nog eens van wanten', zei mijn vriend, terwijl hij zich geeuwend op de betonnen brits uitstrekte. 'Dat kun je zo in zijn algemeenheid wel stellen', beaamde ik peinzend. 'Daar kunnen ze bij ons nog een puntje aan zuigen. Maar even iets anders, knul. Heb jij gelet op de jasjes die ze droegen? Te maf zeg. Zo'n jasje, dat zou ik nog wel eens willen hebben Raats 11

Tijdschriftenbank Zeeland

Nieuw Zeeland | 1986 | | pagina 13