Opvanghuis k - zeekraal nu al te giftig n te eten 3ooooo.ooo -roN tMAR Ly K Af VAL. r&o bassins, die voorzien zijn van een folie-laag, Jidat de stoffen zich niet met het >nd water kunnen vermengen, t is zeer begrijpelijk,want het gaat om ffen als cadmium en gechloreerde kool- terstoffen, waarvan bekend is dat ze oeilijk of niet afbreekbaar zijn en zich aan t eind van de voedselketen (dus bij mens dier) ophopen en daar concentraties nnen bereiken die de dood tot gevolg bben. rigens is er niet alleen in het Belgische :el van de Schelde klasse 4-materiaal vonden, maar ook op vele plaatsen in de uien van het Nederlandse deel. Dat zou s ook in Nederland op de wal opgeslagen Deten worden, zoals dat ook in de Rjnmond gebeurt. Maar wat verklaarde R jkswaterstaat op de hoorzitting? Dat er en mogelijkheden zijn! En toen er werd /raagd of er dan gezocht is naar slagmogelijkheden, moest erkend wor- dat er geen onderzoek is gedaan, kswaterstaat was dan ook helemaal niet lukkig met het besluit van de gemeenten Drsele, Oostburg en Vlissingen om - net als VIF en Links Perspektief - bezwaar te aken tegen de plannen om de viezigheid rug in de Westerschelde te storten, jkswaterstaat wil, dat de Belgen een rgunning krijgen, omdat ze anders wel ns gewoon met storten zouden kunnen ginnen... Jet alleen het zwaarst vervuilde slib vomt Ihter een probleem. Na vragen van Hans ■nnink van de ZMF moest worden ■eend, dat op'alle plaatsen waar moet Irden gebaggerd, slib wordt aangetroffen stoffen die in de categorie 2 of 3 lorkomen. [recht wordt er op gewezen, dat in het Ijnmondgebied slib van dezelfde categorie kt meer in het oppervlaktewater gestort ïnnenffg worden dat in open verbinding staat oordftt de zee. Dat slib moet in speciale i geenlpots, zogenaamde slufters, worden opge er,»gen. aail A. Vos van Rijkswaterstaat erkende dat I, maar zei dat het graven van dergelijke jpots tijd kost. En in de tussentijd zou dan :h een tijdelijke vergunning moeten >rden afgegeven voor het dumpen in de ïsterschelde. Een opmerkelijke houding Ii Rijkswaterstaat, die toch al sinds jaar dag monsters neemt in de Westerschelde dus ook al lang moet weten dat het slib te tig is om in het water te laten storten, 'liswaar is het opslaan van slib aan de wal urder dan meteen weer overboord zetten, lar volgens het Schelde-verdrag moeten Belgen zelf het uitbaggeren betalen. Dus d Rijkswaterstaat de minister al veel "der kunnen adviseren om de Belgen te zingen tot - dure - specie-opslag aan de ruikt 1- Wellicht dat dat een uitstekend iet 4. Jkmiddel op de Belgische regering was ^eest om eindelijk eens iets aan de in lering van de Schelde te doen. gens ib in aftinge vertegenwoordiger van Borsele pleitte voor een Milieu Effect Rapportage, temeer omdat het de bedoeling is om de uit België afkomstige baggerspecie vlakbij het land van saaftinge te gaan storten. Nu heeft de Nederlandse onderzoeker Willem Beeftink al in 1984 gekonstateerd dat de zeekraal en de lamsoor, die op de schorren van Saaftinge groeien, concen traties aan cadmium bevatten, die 2 tot 5 keer hoger zijn dan de door het ministerie aangegeven grenswaarden. Dat leidde er toen toe dat de Inspektie Volksgezondheid in Zeeland het advies gaf om geen zeekraal en lamsoor uit de Westerschelde meer te eten. Als er nu dus nog extra hoeveelheden giftig slib vlakbij de schorren worden gestort, dan mag men zich afvragen in hoeverre bijvoorbeeld schaapherder Jan Boom er zijn kudde nog veilig kan laten grazen. Daarnaast dreigen sommige plant- en diersoorten, die in het schorrengebied leven of fourageren, uit te sterven. Toezegging Aan het einde van de hoorzitting beloofde Rijkswaterstaat om alsnog aan alle belang hebbende gemeenten de analyse-resultaten toe te zenden. Dat betekent dat ook de gemeenten, die op de hoorzitting uit blonken door afwezigheid (Terneuzen, Hontenisse en Hulst) en organisaties als Zevibel alsnog kunnen protesteren tegen het verlenen van de vergunning. Tot 7 februari hebben ze de gelegenheid om schriftelijk bezwaren in te dienen. Intussen hebben ook kamerleden vragen gesteld over deze affaire. André van Himme Ei/ropa PfHJAAK Nee, zei ik toen hij vroeg of ik een kind van god was. Nou, zei hij blij verkondigend, wij geloven van kaft tot kaft en HET is een gruwel in Gods oog! Hij was heer Steenbeek, voorganger van de Volle Evangelische Gemeente en bestuurslid van de Stichting Nieuw Leven, beide te Arnemuiden. Wij spraken over HET omdat ik ontdekt had dat de bouwaktiviteiten bij het opvanghuis voor homofiele mannen te Arnemuiden stil ligt. Nieuwsgierig had ik al eerder mevrouw Cremer gevraagd wat er aan de hand was. Inderdaad, de financiering is nog niet helemaal rond en ook de bouw plannen zijn nog niet goedgekeurd, zei ze. Nee, mijn man is niet alleen voor het geld naar Amerika. Hij gaat daar ook ervaring opdoen in een huis, zoals wij dat hier ook willen stichten. Maar, vroeg ik, is de noodzaak voor een dergelijk huis wel écht aanwezig? Zeker, riep mevrouw, we krijgen hier mensen uit Groningen en Friesland. De nood is erg hoog. Laatst hadden we zelfs een onderwijzer. Die is de hele kerst gebleven. Op het ogenblik is er alleen in Amsterdam een opvanghuis, zoals we hier willen bouwen. Zou het, zo vroeg ik, niet voorde hand liggen om met een organisatie als het COC in zee te gaan? Mevrouw zag dat niet zo: de mensen die bij ons komen zijn christenen Die hebben een conflict met de Bijbel. En het COC zegt dat mensen hun hele leven homofiel blijven. Wij dus niet, hè, wij geloven in hun genezing. Hoeveel kunt u er straks opvangen, vroeg ik. Een stuk of vier, zei mevrouw. Bent u niet bang, dat die HET doen in uw opvanghuis? Nee hoor! Het zijn christenen en ze weten waarom ze komen. Bovendien zal de bouw HET onmogelijk maken, antwoordde mevrouw. Ik was zo verbaasd, dat ik niets meer wist te vragen. En nu loop ik al dagen te fantaseren, hoe straks de bouw in Arnemuiden HET onmogelijk moet maken. Ton 19

Tijdschriftenbank Zeeland

Nieuw Zeeland | 1986 | | pagina 21