Hoe slecht zijn de
provinciale kunstaankopen?
T~ Ttr
Een beeld van de chaos in de Statenzaal bij de provinciale kunstaankoop.
De jury maakte in vier uur tijd een keus uit de 356 op elkaar gestapelde werken.
PRcPO/ftClALE
O /vr M.OEO Cf-tA/G-S
PRtJS ROOR OCp
-2-E-EUUyy T r
Onder de kop 'Rumoer rondom provinciale
kunstaankoop' verscheen in het vorige
nummer van Nieuw Zeeland een artikel van
Ad de Jong. Ik vind het uitstekend dat
Nieuw Zeeland het kunstbeleid van de
provincie ter diskussie stelt en lever daar -zo
nodig- graag mijn bijdrage aan. Maar laat
het dan een diskussie op niveau zijn, die niet
als 'provinciaal' kan worden afgedaan.
Hoor en wederhoor is een goede regel in de
journalistiek. Nieuw Zeeland heeft die in dit
geval niet toegepast en dat levert een
eenzijdig verhaal op. Het was toch niet zo
moeilijk geweest om een of meer leden van
de bekritiseerde advieskommissie om een
reaktie te vragen? De opinie van enkele
kunstenaars is blijkbaar voldoende om een
vonnis over de selektie voor de provinciale
aankopen te vellen. Maar was het resultaat
van die selektie dan zo slecht? Het
antwoord op die vraag wordt in het artikel
wel gesuggereerd, maar niet gegeven, laat
staan onderbouwd. En om dat antwoord
gaat het. Niet om de -nooit ideale- om
standigheden waaronder kommissies als
deze moeten werken.
De botte bezuinigingen op de Beeldende
Kunstenaars Regeling zijn een probleem.
En de uitspraak van minister Brinkman
over topkunst was irritant. Zij hebben
echter niets te maken met de provinciale
aankopen van beeldende kunst.
Het provinciaal bestuur heeft ervoor
gekozen, een gevarieerde kollektie van
kunstwerken van hoge kwaliteit samen te
20
stellen. Tegen dat uitgangspunt is door geen
enkele kunstenaar bezwaar gemaakt. En
terecht. Kunst valt alleen te beoordelen op
kwaliteit, hoe betrekkelijk en moeilijk te
hanteren dat begrip ook is. Daarom is met
de nodige zorg een deskundige kommissie
samengesteld van mensen die gewend zijn,
beeldende kunst te beoordelen. De beelden
de kunstenaars zijn van de samenstelling
van die kommissie op de hoogte gesteld. Zij
hadden er geen bezwaar tegen; hebben dat
tenminste niet laten merken.
Beeldende kunst komt het beste tot zijn
recht in min of meer neutrale, museale
ruimten. Dat is een probleem bij inzendin
gen voor aankoopselekties, die vaak een
massaal karakter hebben. Museale ruimten
zijn daarvoor zelden op het goede moment
beschikbaar. Het is dus bijna altijd
behelpen; niet alleen in Zeeland. Maar
minder ideale omstandigheden zijn niet zo
dramatisch als Nieuw Zeeland doet gelo
ven. Een ervaren kommissie weet ook zó
wel het kaf van het koren te scheiden. En de
kommissie in kwestie heeft heel wat
sjouwwerk verricht om ieder kunstwerk
onder zo goed mogelijke omstandigheden
te beoordelen.
Het artikel suggereert dat de kommissie de
provinciale aankopen beperkt tot een
selekte groep 'top'-kunstenaars. Die sug
gestie is niet juist. Over 1984 en 1985 hebben
zij, als het aan de kommissie ligt, betrekking
op bijna 60 kunstenaars, dat wil zeggen op
ongeveer eenderde van de professionele
beeldende kunstenaars in de provincie. Da
is behoorlijk breed en zegt ook wel iets vai
het niveau, waarop veel kunstenaars
Zeeland werken.
En dan is er ook nog kritiek op het advie:
om van enkele kunstenaars werken van eer
hoge prijs te kopen. Van twee kunstenaars,
die nog wel een dikke boterham zouden
verdienen, wat is dat voor kritiek?
Er zijn in Zeeland gelukkig een aanta
kunstenaars, die nationaal en internatio
naai een zekere faam hebben en di
regelmatig verkopen aan musea en verza
meiaars. Hoort het werk van die kunstenaa
niet in de kollektie van de provinci
Zeeland? En is het vreemd dat daarvoor di
prijs wordt betaald die op de mark
.gebruikelijk is?
Nog eens, de vraag of voor de provincit
aankopen goed -dus op kwaliteit ei
gevarieerd- is geselekteerd, wordt in he
artikel niet beantwoord. En daar gaat he
toch om? Het is niet aan mij om daarove
een oordeel te geven. Nieuw Zeeland zoi
die vraag wel in een volgend artikel aan dt
orde kunnen stellen, dan krijgen wt
misschien een echte diskussie over kunst ei
kunstbeleid.
Henk Koch
direkteur Zeeuwse Culturele Raad,
sekretaris provinciale advieskommissie
beeldende kunst