r
2-14 REGIMENT INFANTERIE
toen zou dan de werderopbouw komen.
Iedereen wou aan de slag; er was ook volop
werk. Maar toen moesten wij naar Indië
Voor één jaar zeiden ze. Maar het werden er
ruim drie! En toen we terugkwamen was er
veel minder werk en je moest intussen méér
papieren hebben om iets te pakken te
krijgen.
Wij hadden driejaar gevochten in opdracht
van de regering. Voor één gulden per dag
plus tachtig cent gevarengeldtachtig
cent per dag, daar mochten we ons voor
dood laten schieten. Ja, toen we terugkwa
men kregen we voor elke maand dat we weg
waren geweest één tientje. Daar kon je een
pak voor kopen, een fiets en een horloge en
toen was het op.
Maar nou een beroepsmilitair. Die verdien
den hun salaris en ze mogen drie jaareerder
met pensioen, want drie tropenjaren tellen
voor zes! Nou, dat wij bijna gratis zes van
onze beste jaren gegeven hebben, dat is toch
eigenlijk te gek. Daar mogen ze best eens
iets voor betalen; een aanvulling op de wao
(want daar lopen velen in) of straks op de
aow.'
Deserteurs
Heeft De Neef er nooit aan gedacht om niet
naar Indië te gaan, om te deserteren? Hij
wuift het verre van zich: 'Daar dacht je niet
aan. Je kwam uit een besloten milieu; de
kerk zei dat het goed was om daar te gaan
vechten, in de kranten stond het niet anders.
Zo wordt je meegesleept. En gezag is gezag
voor ons, ee.
Kijk, dat je eigenlijk niet meer was dan een
pionnetje in een machtsspel, dat begon je
daar wel te voelen, maar je snapte toch niet
echt, wat er allemaal gebeurde. In het begin
waren we des duivels op de communisten,
want die waren tegen die koloniale oorlog,
die noemden ons 'moordenaars' en die
riepen op tot deserteren.'
Dat De Neef geen uitzondering onder de
Zeeuwen was, blijkt wel uit het onderzoek,
dat J. Zuring in 1951 publiceerde in het
Militair-rechtelijk tijdschrift. Hij deed een
onderzoek naar het -toen zeer serieuze-
desertieprobleem. Hij ontdekte dat van elke
honderd deserteurs er 0,6 uit Zeeland
kwamen! Uit het vrijwel even dicht bevolkte
Drente daar en tegen kwamen er van elke
honderd 23. Friesland spande de kroon met
bijna 30 deserteurs van elke honderd die er
in het hele land geteld werden. Maar die
provincies -hoewel zeker geen communis
tische bolwerken- kenden een rijke anti-
militaire traditie.
Zwarte joekels
'Och jongen', zegt De Neef, 'we gingen weg,
maar we wisten toch niks! Achttien jaar en
zo groen als gras. Of dat nou politiek of
sexueel was. En dan kom je ineens in zo'n
oorlog terecht, in een andere cultuur, een
ander klimaat, andere mensen.... inlanders.
Je werd snel geleerd, dat je daar als blanke
4
Europeaan ver boven verheven bent.
Ik heb het meegemaakt dat ik als
doodgewone kok in een KNIL-peloton
werkte met een Javaanse sergeant. Die ging
voor mij in de houding staan, want ik was
een blanke. Ik had maar te kikken en ze
liepen voor me. Terwijl we thuis in Zeeland
gewend waren om zélf gecommandeerd te
worden. Want daar wasje ook maar land
arbeider of bakkersknecht. Dat was een
rare omschakeling hoor en je moet stevig in
je schoenen staan, wil je daar niet af en toe
misbruik van maken, van die macht. Want
je kreeg koelies en baboes toegewezen om
het werk te doen op de kamers en daar werd
dan ook wel eens misbruik van gemaakt.'
De Neef vindt, dat de beroepsmilitairen
vaak harder waren dan de dienstplichtigen.
In z'n boek beschrijft hij hoe een sergeant
majoor twee gevangenen, na ze eerst
gemarteld te hebben met een klewang het
hoofd afslaat, waarna hij opdracht geeft de
lijken, met de koppen ernaast de hele dag op
een plein te laten liggen.
De Neef: 'Die man was uit een jappen-
gevangenis gekomen en toen bleek dat z'n
vrouw en kinderen vermoord waren. Die
had het alleen nog maar over 'die zwarte
joekels'. Hij is later teruggeroepen, want
dat werd te gek. Maar sommige jongens
hielpen hem als hij zich weer eens te buiten
ging. Dat was stoer, ee. Ja, als je zo'n wapen
in je handen hebt, of dat nou een karabijn is
of wat anders, dat geeft macht. Dat is
gevaarlijk hoor. Nee, ik ben niet voor
geweld. Ik ben daar nooit voor geweest.
Eigenlijk was ik blij, dat ik kok was. Niet
dat dat ongevaarlijk was, maar je hoefde
niet op patrouille en minder op wacht.'
Christenmens
Van het wachtlopen heeft De Neef nu nog
een tic overgehouden. Zijn vrouw: 'Hij
durft nog niet met een onbeschermde rug
ergens te gaan zitten. Altijd bang, dat ze van
achteren zullen aanvallen.'
Hij: 'Dat gebeurde hoor! Daarom gingen
we het liefst met z'n tweeën op wacht en dan
rug-aan-rug zitten. Ach, je zat zo vaak in je
rats. Want je maakte het mee, dat er
kameraden sneuvelden. Die doodgeschoten
werden door een sluipschutter, die zich in
een klapperboom had vastgebonden. Zo
hebben we ooit vijf jongens in een paar
maanden tijd verloren.
Toen m'n boek pas uit was, belde een man
me die vertelde hoe ze met veertien man op
patrouille gingen en met zeven terug
kwamen. Van die zeven hebben ze er vier
nooit meer teruggezien en de andere drie
wel, maar dan totaal verminkt. Want onder
die peloppers zater er ook die verschrikke
lijk wreed waren hoor. Ja, bij ons ook. Ik
wil onszelf niet schoonpraten. Het zijn
omstandigheden, waarbij je remmen losra
ken. Ik heb het zelf meegemaakt, dat een
van m'n goede kameraden sneuvelde en
toen kregen we diezelfde dag een gevangene
in handen. Ja, daar heb ik me ook op af
gereageerd. Later zeg je dan tegen jezelf:
'Dat had je niet mogen doen, want je bent
toch een christenmens'. Maar 't gebeurde.
Ik ken een man, hier in de buurt. Die is
chauffeur geweest; dikwijls onder vuur
gelegen, in levensgevaar, dat begrijp je. Hij
is teruggekomen, maar af en toe is-ie
helemaal overstuur. Dan slaat-ie met z'n
hie g
oeko
cweel
die s
dartel
;emu
hen e
hebbe
Het i
En da
pers r
<rant
léger
naatr
jenor
binne
toont
van r
armen en begint te schreeuwendan is-i nake
weer helemaal terug daar. Een totale black
out heeft hij dan.
En nou weet ik wel, dat zulke dingen in elk
oorlog gebeuren. Maar als je dan ook nol
zo ver van huis zit, in de rimboe, in ee
moordend klimaat met ongedierte, insek
ten, malaria, typhus, onbegaanbare wege
en een tegenstander die elk weggetje ken
omdat hij er van jongsaf gewoond heeft, dz
is toch anders.'
De Neef heeft -nu al weer zestien jaa
geleden- ook gekeken naar de t.v.;
uitzendingen, waarin dr. R. Huetin
onthullingen deed over de gewelds-ontspc
ringen van de Nederlandse militairen iij
Indonesië. Hij zegt: 'Ik denk dat hij voo
98% gelijk had. Maar het is niet leuk als h(
zó naar buiten wordt gebracht. Want het
natuurlijk allemaal gebeurd in die omstar
digheden, die onze omgeving, de regerin; Amer
gemaakt had. Daarmee wil ik het nie uit Ir
goedpraten, maar het wordt er we lanne
begrijpelijker door.' weten
voert
De pers
Over de 'omgeving' van de Zeeuwse Inclie
gangers heeft Marlies Jongejan een aantc
veelzeggende gegevens opgediept. Ze on|
derzocht hoe de drie Zeeuwse kranten u
die tijd (Zeeuwsch Dagblad, De Stem, PZC
schreven over de koloniale oorlog, diftroffei
Nederland in Indië voerde.
Haar conclusie is, dat de Zeeuwse lezers nie
goed op de hoogte werden gehouden vai
opvattingen, die afweken van het regering
standpunt en van het standpunt van d>
rechtse partijen. Wanneer er al aandach
werd besteed aan de activiteiten van di
linkse oppositie (stakingen, protestdemon
straties) dan ging dat gepaard met eeij
afkeurend commentaar.
Het Zeeuwsch Dagblad (spreekbuis d
rechtse protestanten) ging zelfs zover, d
ellend
volk,
Neder
ïaar
En oi
thuisfi
se pre
trouw
voorb'
protes
Begri|
het van de regering eiste, dat De Waarheit Gevoe
geen papier meer zou toegewezen krijgen
want die CPN-krant gebruikte z'n kolon
men toch alleen maar om het gezag t
ondermijnen. Dat het Nationaal Comiti
Handhaving Rijkseenheid in feite hetzelfdi
deed door generaal-gouverneur Van Mooi
na de stopzetting van de eerste politiek
aktie aan te sporen om dwars tegen daj
regeringsbesluit in, dóór te gaan, was iet ?riefk:
anders. Dat vond het Zeeuwsch Dagbla
uitstekend.
En als blijkt, dat de PvdA (regeringspartij
geen voorstander is van nieuw ingrijper
schrijft deze krant, dat 'de PvdA lijdt aa:
geestelijke kanker. Het is een partij va
dromers, die niet zo gevaarlijk zouden zij
als er niet zoveel dromers waren.'
net n
comm
De P2
van 1
pecia
citaat:
ils de
resolu
roe pc
trekke
nedoel
ijnrec
ildus
een
schrijf
daad
Dat w
Zeeuw
ze als 1
natuui
verloei
Pgek:
Opposanten uit de kerkelijke kring (ool|Nu all
toen was er al een Kerk en Vrede) wordei
op één hoop gegooid met communisten. Ei
als er in landelijke kranten berichten vei
schijnen over het dalend moreel bij
Nederlandse troepen, komen die niet in d(
Zeeuwse pers, maar wel commentarieert he
Zeeuwsch Dagblad boos, dat 'artikelei
over sexuele nood van militairen onrus
wantrouwen en vervreemding wekken.'
De Stem (die als de meeste katholiek
kranten de KVP door dik en dun steuntj
doet ook mee aan de geruststellend
berichtgeving uit Indië. Zo bericht eei
correspondent, dat 'onze jongens' het goet
'Neef:
maar
om di
psychi
Bastia;
mense:
allema
gebeur
levensj
(met c
Zeeuw