Het is niet alleen om aan de vrouw
recht te doen wedervaren dat we ons
aangegord hebben ten strijde....
Vrouwengeschiedenis
In Middelburg heerste rond de eeuw
wisseling een opvallend liberale sfeer.
Daarbinnen was het mogelijk, dat de
vrouwenbeweging voet aan de grond
kreeg. Zo kreeg ook Zeeland van de
eerste feministische golf een uitloper
mee.
Bert Altena beschrijft voor Nieuw
Zeeland in drie afleveringen de
geschiedenis van de Middelburgse
vrouwenbeweging tussen 1895 en
1906. Ter gelegenheid van de inter
nationale vrouwendag (8 maart) in dit
nummer de eerste aflevering.
Het liberale milieu in Middelburg in de laatste twee decennia van de vorige
eeuw en het eerste van deze eeuw is de moeite van het bestuderen meer dan
waard. Ruim denken en interesse in de politieke en sociale ontwikkelingen
van het land heersten op een wijze die nu weldadig aandoet.
Want al mocht de journalist P.L. Tak 'onder dat volkje weinig karakter'
vinden en de 'brave burgers mijner goede geboortestad' een hartelijk wel te
rusten toe wensen, zó provinciaal waren deze liberalen in de provincie toch
niet. Trouwens, het feit dat enkelen onder hen zoals mr. Eduard Fokkeren
de leraar Herman Snijders in de landelijke beweging een vooraanstaande
rol wisten te spelen duidt wel op het tegendeel.
Hoe het precies komt is een komplekse
zaak, maar feit is dat de Middelburgse
liberalen, verenigd in hun kiesvereniging
Eendracht Maakt Macht, landelijk gezien
tot de vooruitstrevenden behoorden. Een
heel belangrijke rol werd in dit wereldje
gespeeld door de Middelburgsche Courant
(MC), die meetelde onder de vooruitstre-
vende-liberale kranten inden lande. Zonder
nu te hard naar voren te willen hollen leefde
deze krant mee met zijn tijd.
De kommentaren, aanvankelijk van H.F.L.
Pisuisse en later van Johan L. van der
Pauwert waren altijd belangrijk en van een
grote tolerantie voor wat zich aandiende als
vernieuwend. Dat gold in de zeventiger
jaren bijvoorbeeld voor Multatuli. Pisuisse
in de Middelburger en V. d. Pauwert (toen
nog) in de Goessche Courant deden voor
elkaar niet onder in lofprijzingen. Dat was
toendertijd allerminst gepast. Later gold
eenzelfde ruimhartigheid het opkomend
socialisme, al kon de krant daar in de regel
weinig sympatie voor opbrengen.
In dit kader past dat de krant zich al zeer
vroeg bezighield met de vrouwenemancipa
tie. In de zeventiger jaren kwam deze
beweging in' Nederland op (in Frankrijk,
Engeland en de Verenigde Staten was ze al
veel eerder begonnen) en ook de MC
registreerde dat vrouwen in baantjes terecht
kwamen die voorheen voor mannen
gereserveerd waren geweest. In het alge
meen juichte de krant dit toe, als men maar
niet te ver doordreef.
Een goede uiteenzetting van de ideeën van
Pisuisse kan men vinden in de krant van 6
september 188Ó, waar hij het pas te Zürich
verschenen 'Die Frau und der Sozialismus'
van de Duitse socialist August Bebel
bespreekt. Ik weet niet of dat nu zo
beroemde boek toen elders in Nederland
ook werd opgemerkt, in ieder geval pleit het
hoofdartikel voor de geest die de krant toen
bezielde.
Niet dat Pisuisse het overal met Bebel eens
was, maar toch gaf hij de vrouwenemanci
patie wel enig recht. Veel zou werkelijkheid
worden, 'waarover thans, bij het hooien
noemen alleen, menigeen nog een gat in de
lucht slaat.' Vrouwen zouden zich kunnen
bewegen 'op ieder arbeidsveld, dat aan haren
aanleg past. Staatkundige bemoeiingen, met
de daaraan verbonden verantw oordelijkheid
en inspanning, zijn voor haar als regel/.../
niet bestemd. Het eerste, hoogste en
gewichtigste deel harer bestemming zal, bij
alle verandering, de zorg voor den hui se/ijken
haard, de vervulling harer plichten als
moeder en opvoedster blijven. Den man zijn
zij niet gelijk; ook in de meest volmaakte
inrichting onzer mensehelijke maatschappij
kan haar geen plaats toegedacht worden,
welke met eene, niet bestaande, gelijkheid in
overeenstemming zou zijn.
Feminisme is dit natuurlijk niet, maar het is
aanzienlijk welwillender dan elders wel te
lezen viel. Trouwens, de krant zou zelf laten
zien hoe ruim 'ieder arbeidsveld, dat aan
haren aanleg past' opgevat kon worden.
Immers in 1885 kreeg Van der Pauwert, de
opvolger van Pisuisse, een vrouw naast zich
als redaktrice. De eerste en lange tijd de
enige in het land die zo'n belangrijke post
bezette. Dagelijks schreef Henriette v.d.
IVÏeij het overzicht over de buitenlandse
politiek en leverde ze verslagen van de ver
gaderingen van de provinciale staten. Kunst
en letterkunde behoorden eveneens tot haar
portefeuille. Allerminst vrouwenrubrieken
toch. De Middelburgse lezers waren wel
enigszins ongerust over deze benoeming.
maar alles went op den duur.
Multatuli
Ruime opvattingen kun je de Middelburgse
liberalen toedichten. Een tweede karakte
ristiek is hun belangstelling voor de
opkomende sociale beweging. In dit opzicht
is een belangrijke rol gespeeld door de
advokaat M. Jacq. de Witt Hamer. Deze
had sinds zijn proefschrift (uit 1866) een
grote belangstelling voor de opkomende
arbeidersbeweging. In Goes, waar hij toen
nog woonde, deed hij veel voorde arbeiders
en later in Middelburg zette hij dat voort.
Ook deed hij zijn uiterste best de
Middelburgse gezeten burgerij duidelijk te
maken wat socialisme was. Zozeer, dat men
hem algemeen voor socialist aanzag; wat hij
niet was. Hij was radikaal voorstander van
invoering van algemeen kiesrecht en
weigerde zich verkiesbaar te stellen zolang
dit niet geregeld was. De Witt Hamer
oefende onmiskenbaar invloed uit op een
aantal Middelburgse liberalen. De belang
rijkste onder hen was F.M. Wibaut, maar
daarnaast kunnen genoemd worden zijn
mededirekteur van de houthandel 'Alberts',
M.C. Ghijsen, en ook wel Herman Snijders.
Allen waren ze min of meer in de ban van
Multatuli, die bij alles wat hij gedragen had
ook de geestelijke vernieuwing in Neder
land droeg. Wibaut noemt onder de boeken
die men gretig las onder meer de Minne
brieven en de feministische taal die Fancy
daar sprak ('Ik vraag waarom die mannen
zich alles toeëigenen, zich alles aanmatigen?
Waarom zy wetten maken in hun voordeel?
Waarom zy zich hoofd noemen van 't
menselyk geslacht?') zal die Middelburgse
Multatuli-aanhangers dan ook wel aan het
denken hebben gezet.
14