►ok in
westie
blad
recht,
den
:in wil
lands
f alien
wordt
dering
nietü
zo eke
als
is
den
haar
haar
len en
lijken
u laats
om
hij te
Zo
elijke
uriën
tie en
efden
lames
baar.
ook
reven
or u,
ijken
die
it ze
hten,
'en
als
velen
Dkde
:nba-
twee
Mathilde Wibaut
igenten tot verbazing van het publiek
)innen om eens poolshoogte te nemen. Ook
Ie burgemeester was in de zaal. 'Daar het
mbliek bestond uit een klein aantal kalme
lames, verdwenen de agenten even gauw als
e gekomen waren', herinnerde Mathilde
Wibaut zich later.
n juli 1896 vertrok Henriëtte van der Meij
laar Amsterdam om daar het blad 'Belang
;n Recht' uit te geven. Mathilde Wibaut
verd haar opvolgster, terwijl E. Berdenis
an Berlekom-Tilanus sekretaresse werd.
:en verandering in de richting van de
ifdeling had dit niet ten gevolge. Zo
)ekommerde men zich in het najaar om het
onderzoek naar het vaderschap, dat bij de
vet verboden was. Er werd een verzoek-
chrift naar koningin Emma gestuurd en de
ifdeling liet Wilhelmina Drucker een
preekbeurt houden. In een huishoudelijke
ergadering behandelde Mathilde Wibaut
le vraag of wettelijke bescherming van
rouwenarbeid gewenst was. Door derge-
ijke lezingen wilde men de huishoudelijke
/ergaderingen wat boeiender maken, mis-
ichien een teken dat de interesse afnam.
Daar was voorshands echter geen reden
/oor, want het volgende jaar, 1897, werden
:r parlementsverkiezingen gehouden. Een
ïieuwe kieswet had het kiesrecht aanmer
kelijk uitgebreid. Niet voor de vrouwen,
vant dat kon niet bij de wet. Daar moest
erst de grondwet voor herzien worden. In
ïavolging van de afdeling-Amsterdam
)esloot de afdeling (inmiddels afd.-Walche-
en geheten, omdat in Vlissingen de
ïoofdonderwijzeres M.E. Schuurman lid
vas geworden en op Souburg mevr. Fak
Irouwer) aan de kandidaten te vragen of ze
vilden ijveren voor vrouwenkiesrecht. De
intwoorden heb ik niet achterhaald.
Intussen was de afdeling zeker geen
eenheid. In het voorjaar van 1898 hield
M.E. Schuurman bv. een lezing over de
vrouwenbeweging in de Verenigde Staten,
waarmee ze nogal tegenspraak oogstte.
Vooral haar opvatting 'dat de vrouw zedelijk
de meerdere is van de man', werd bekriti
seerd.
Mannen
Desondanks kwam de verhouding tot het
hoofdbestuur weer onder spanning te staan,
toen de afdeling in september 1897 opnieuw
ervoor pleitte mannen in het afdelingsbe
stuur toe te laten. Tenminste, zolang
voorzitster en sekretaresse maar vrouwen
waren. Het was soms niet gemakkelijk
goede bestuursleden te vinden en als
mannen mee wilden werken, wat was er dan
tegen? In de laatste tijd hadden vrouwen
genoeg zelfvertrouwen aangekweekt voor
bestuursfunkties; de leertijd was voorbij.
Samenwerking moest bevorderd worden,
'de maatschappij maakt al zooveel hinder
lijke afscheidingen.'
Maar het HB hield het been stijf. Als men
nu de statuten weer ging veranderen, zou
het dan niet heten 'niets zo veranderlijk als
een vrouw?'
In eigen kring werd de aandacht steeds
sterker op sociale onderwerpen gericht. In
april 1898 werd een leesgezelschap voor de
leden opgericht. Tot de boeken die men
daarvoor aanschafte hoorden Bebel's boek
over de vrouw en het socialisme en een boek
van Nellie van Kol (toen nog socialiste).
Twee maanden later besprak Bertha
Ogterop een idee om de armenzorg in
Middelburg te verbeteren, wat tot gevolg
had dat tien leden samen een komitee van
onderzoek gingen vormen. Behalve een
P.L. Tak
rapport heeft het overigens niet veel
opgeleverd.
Toch was het de SDAP die op den duur
voor problemen ging zorgen. In oktober
1898 vroegen Middelburgse Bestuurders-
bond (een samenwerkingsorgaan van vak
verenigingen) en de SDAP-afdeling aan de
gemeenteraad om arme schoolkinderen op
kosten van de gemeente warm eten te geven.
In de afdeling was Mathilde Wibaut er
natuurlijk voor om adhesie te betuigen, zij
was immers al jaren voor de kindervoeding
in aktie. Maar ze had ook wel argumenten
die voor de Vereniging voor Vrouwenkies
recht golden. Immers een van de oorzaken
waardoor zo weinig arbeidersvrouwen zich
tot de aktiviteiten van de vereniging
aangetrokken voelden, was het feit dat ze er
zo weinig nut in zagen. 'Zij moeten iets zien
gebeuren, anders begrijpen zij ons nooit.'
Steunde de vereniging dergelijke verzoek
schriften, dan zagen de vrouwen wat ze
konden verwachten van de vrouw in de
politiek. Die zou meer vanuit het hart
werken. De lerares A.C. Abresch vreesde
echter dat de vereniging haar politieke
neutraliteit zou verliezen. Mej. van der
Harst vreesde dat de kleine middenstand
voor de kosten moest opdraaien, mej.
Pijnappel wilde uitstel en mr. Karei Brevet
had allerlei ingewikkelde juridische redene
ringen waarom hij tegen het voorstel van
Mathilde Wibaut was. Desondanks werd
het aangenomen.
Tweederangs
Het HB kon dit besluit nog net goedkeuren,
maar waarschuwde voor de SDAP, omdat
deze de strijd voor vrouwenkiesrecht
verlaagde tot een onderdeel van de strijd die
de partij voerde voor algemeen kiesrecht.
15