ZAKKEN —IN SOORTEN Het ware verhaal van de oplettendheid ener epensioneerde dienstklopper aiden- barst 'Ik zal om u icht.... roept >erom dfspot iteria? opvol: in de •agen- aande ging in de andse deren voor- en is r de op at de s zou het dat te is een ndat. ers èn zalig. A om an de is - in mfen edig- uwse racht uwse Daar en van voel. dit uws- lick is een Zeeuwse jongen van 20 aar en dienstplichtig militair. Hij is e werk gesteld op de vliegbasis Volkel en reist ieder weekeind op en neer naar een dorp op Walcheren, vaar hij een paar dagen bij zijn )uders doorbrengt. Zijn bagage vervoerde hij altijd in :en weekendtas, tot hij in januari an zijn moeder voor twee piek een )ude postzak kocht die zij, een uur daarvoor, in Middelburg op de rommelmarkt voor één gulden had 'ekocht. ien grijze linnen zak met opdruk: 'eigendom P.T.T.' en een rood-wit-blauw streepje. U cent ze wel. Rick, die blij was met deze koop gebruikte de postzak, die voorzien was van luiting en draagkoord, als plunjezak en reist ;indsdien met een postzak over de schouder ïeen en weer. -let is vrijdag 28 februari als hij 's avonds om :en uur of vijf -op weg naar huis- op het tation van Roosendaal moet overstappen op le trein naar Vlissingen. Hij heeft maar een )aar minuten en rept zich met de zak over de ichouder langs de treinen. Plotseling wordt lij staande gehouden door oudere, onbeken de heer. 'Wat wil die vent van mij?', denkt *ick, die haast heeft. Het is snel duidelijk wat iet mannetje wil. Hij is -legt hij uit- icpensioneerde P.T.T.-beambte, en begint >ver de postzak te emmeren: dat zo'n zak igendom is van de P.T.T., dat dat duidelijk >p de zak te lezen staat en dat Rick daarom lie zak snel moet gaan inleveren bij het lolitiebureau op het station omdat er anders noeilijkheden kunnen ontstaan. Weet je wat', zegt Rick, 'weet je wat, neneertje: je bekijkt het maar met je P.T.T. Ik vil naar huis en ik heb nog een halve minuut )m de trein te halen. Ajuus'. En weg is Rick. Je zult er nog van horen', roept het heertje ïem na, maar Rick grinnikt in zichzelf om joveel uitsloverigheid en steekt z'n hand op :en afscheid. Hij zoekt een plaats in de trein fen gaat zitten naast een meisje dat hij kent; pat reist net even iets prettiger. [Terwijl hij zijn plunjezak in het net zwaait begint hij te vertellen dat hij net door die zak nog een geintje had op het perron. Tegelijkertijd zet de trein zich in beweging. Na honderd meter stopt hij echter abrupt. Iedereen kijkt iedereen aan. Raampjes gaan open: wat zal er nu weer aan de hand zijn? Rick grinnikt en smoest wat met z'n reisgenote, maar kan toch eigenlijk niet geloven dat het echt waar is. Dan klinken de luidsprekers: ding-dong.... weetje wel, en dat de trein naar Vlissingen enige minuten vertraging heeft. Niets ernstigs aan de hand, iedereen kan rustig blijven zitten het is zó weer opgelost. En jawel, even later verschijnt een conducteur in de coupé en van beide zijden komen nu ook agenten van de spoorwegpolitie. 'Dat is hem, en daar ligt de zak!' zegt het mannetje, wijzend op Rick en trots dat hij zoiets doen mag, zichtbaar blij ook met zoveel aandacht. Dan volgt enig heen en weer gepraat. Rick wil eigenlijk naar huis, maar wil ook niet te lang zeuren over zo'n bagatel; er zijn tenslotte nog meer mensen in de trein en die willen allemaal graag naar huis. Dan maar met de agenten mee. Trouwens, je hebt niet veel keus in zo'n situatie. De postzak wordt hem snel afgepakt; die zullen de agenten zélf wel dragen. Voorop lopen mag ook niet: netjes tussen de agenten in, in de ganzepas, en op het perron met z'n drieën naast elkaar. Rick in het midden. Opbrengen, heet zoiets. Rick kan er nog mee lachen en ziet ook dat hij veel bekijks heeft. Mensen vinden het altijd wel interessant wanneer een medemens er eens tussen genomen wordt. Moet zo'n jongen maar beter oppassen. Op het politiebureau legt het mannetje nog een uit wat, hoe en waarom en hoe flink hij wel is. Dan volgt de ondervraging, terwijl de agenten zichzelf koffie inschenken. Arrestanten delen daar niet in mee. Al snel wordt duidelijk dat Rick militair is... ,o wee!, dan moet er marechaussee aan te pas komen. Die wordt snel opgeroepen en komt na een kwartier met de auto het perron op stuiven. Direct maar met twee man natuur lijk, je weet maar nooit. Rick het hele verhaal opnieuw verteld en opnieuw gevraagd of hij z'n ouders op mag bellen. Tenslotte is zijn trein al een uur weg, die mensen kunnen ongerust worden. De marechaussee blijkt iets inschikkelijker, en wat eerst niet mocht kan nu wel. Hij mag vanuit een daar aanwezige telefooncel opbellen, maar er moet wel een agent mee in de cel! Dan wordt er nog maar eens een rondje koffie gedaan, maar nog steeds niet voor de arrestant. Inmiddels zijn er nu vijf man met de 'zaak' bezig: drie agenten van de spoorweg politie en twee marechaussee's. Ze beginnen nu kennelijk ook wat te twijfelen aan het gewicht van de zaak. De inhoud van de zak is op het bureau uitgestald en blijkt van weinig belang. Een pakje tabak is leeggemaakt en uitvoerig besnuffeld. Een plastic zakje met vuil ondergoed is uitgepakt, en hemden en broeken liggen uitgespreid. Rick merkt op dat de heren ook daar aan mogen ruiken, maar er wordt niet gelachen. De zaak is te ernstig, en het gevoel voor humor te klein. De P.T.T.-recherche in Utrecht wordt driftig gebeld maar daar geeft men ook geen uitsluitsel over wat nu precies de overtreding is. De heren weten niet meer goed raad met de situatie, maar willen dat niet weten. Ze besluiten Rick in een zijkamer op te sluiten en zullen er dan nog eens over praten. Daar zit hij dan, zonder tabak, zonder wat te drinken, wég avondje biljarten.... Wat een geintje leek wordt nu echt een beetje vervelend. Drie uur na de arrestatie komt er eindelijk iemand bij de P.T.T. in Utrecht aan de telefoon die verantwoording durft te nemen: 'Eigenlijk zijn die postzakken inderdaad van de P.T.T. maar er gaan er wel eens een paar verloren en die komen dan in de sluikhandel terecht. Je treft ze soms aan op rommelmark ten waar men ze te koop aanbiedt. De agenten lijken niet tevreden, maar ze moeten Rick nu wel laten gaan. Mét z'n spulletjes en met z'n postzak. Het afscheid is niet echt hartelijk en hem wordt nog eens gezegd in het vervolg de zak thuis te laten 'om moeilijkheden te voorkomen'. Rick wil het uitslover-verklikker-hielelikkermannetje óók nog wat zeggen, maar die is 'm stiekum gesmeerd. Als pa z'n zoon rond elf uur in Middelburg eindelijk van de trein haalt constateert hij: 'Rick, joen, je bin hlad schor'....'Ja wat wil je', zegt Rick, 'ik heb dan ook nog nooit zo lang voor niks geluld!' Henk Barentsen 7

Tijdschriftenbank Zeeland

Nieuw Zeeland | 1986 | | pagina 7