Geboortebeperking Dienstboden Tegenwerking Naast het lezen van boeken hield de vereni ging maandelijkse vergaderingen, waarop een van de leden (in het begin leden van de kern) een inleiding hield. Mathilde Wibaut betoogde bijvoorbeeld eind 1903 dat de vrouw haar kinderen voor de arbeidersbe weging moest opvoeden. Dochters moesten verder leren opdat ze onafhankelijk konden leven, maar de moeders moesten zelf ook bijleren. Om daarvoor tijd te vinden moes ten ze geboortebeperking toepassen, waar over ieder bij haar inlichtingen kon vragen. Toenemend werd aandacht besteed aan politieke onderwerpen en tegelijkertijd gin gen ook arbeidersvrouwen inleidingen hou den. Bijvoorbeeld over het belang van alge meen kiesrecht voor de vrouw, waardoor vrouw-vijandelijke wetgeving kon worden afgeschaft (21/11/05), of over koöperatie (november 1907). Over de inrichting van de socialistische maatschappij werd verschillend gedacht. Zo heette het in een voordracht op 1/11/06: 'In de socialistische maatschappij zullen niet, zooals tegenwoordig, vrouwen en kinderen het huis uit moeten naar fabrieken en naar 't land; zullen de mannen geen overdadige arbeidsdagen hebben. Het gezin zal dus juist veel meer bij elkaar blijven, de moeders zullen tijd hebben om hare kinderen op te voeden en zich te ontwikkelen, zoodat ze daar beter toe in staat zullen zijn, en ook meer in al de belangen van haar man kunnen deelen.' Dat was niet erg revolutionair. Bertha Ogterop, kennelijk door 'Nieuws uit Nergensoord' van de Engelse socialist Wil liam Morris geïnspireerd, dacht aan kom- muneachtig samenleven op een basis van vrijwilligheid. Immers het werk zou meer en meer door machines worden verricht. Wie wilde kon een deel van de dag in de fabriek werken, maar vrouwen die zich liever aan de opvoeding wijdden, zouden zich met de kinderen bezighouden. Door samenwer king (gemeeschappelijke keukens en crè ches) zouden allerlei huishoudelijke be slommeringen verdwijnen. Naast ontwikkelingswerk poogde 'Samen Sterk' daadwerkelijk de maatschappij te veranderen. De leden hielden zich al in het begin bezig met het lot van de dienstboden. Ze wilden voor hen een vakbond oprichten. Maar dat ging zo gemakkelijk niet. De burgerij van Middelburg sloeg al gauw groot alarm. Er werd verteld dat 'Samen Sterk' de dienstboden wou opzetten om geen kliekjes te eten en om te staken en het regende anonieme brieven in huize Wibaut. 'Moet u presidente vande Republiek worden?' Maar de dienstboden bleken zelf nog niet eens een goed idee te hebben van hun strijd. Mathilde Wibaut: 'Vele meisjes vonden het een aardig idee om te staken. Zij zouden gaan wandelen en de mevrouwen konden zelf het werk doen. 'Als je iets breekt', zeiden ze, 'ga je maar naar mevrouw Wibaut en die zal het betalen'. Voor vakorganisatie leken derge lijke meisjes nog lang niet rijp. Ze moesten zich eerst veel meer ontwikkelen, wat Ma thilde Wibaut en de haren betreft vooral door vakonderwijs. Daarom werd op de vergadering van 26 mei 1903 al gesproken Een samenkomst van SDVC-Middelburg met SDAP-vrouwen uit Zeeuws-Vlaanderen in de tuin van het gebouw De Vooruit. De foto is overigens uit de jaren 20. over de mogelijkheid om een huishoud school op te richten. Later is die er in samenwerking met 'Ons Huis', 't Nut en andere verenigingen gekomen. Een afdeling van de dienstbodenbond werd pas op 7 maart 1906 opgericht, toen Mathil de Wibaut allang naar Amsterdam was getrokken en opgevolgd door Bertha Ogter op. Maar bij mijn weten is dat nooit een sterke organisatie geworden. Op 10 decem ber 1907 besloot de vereniging onderzoek naar, de toestanden onder de naaisters te gaan doen, maar daar is niets meer uit gekomen. Intussen had de vereniging zich ook gema nifesteerd op het vlak van de zuigelingen zorg. Jaarlijks stierven er in ons land nog erg veel zuigelingen en dat vooral onder de arbeidende klasse. Een van de middelen om daar verbetering in aan te brengen was betere voorlichting. Daarom werd in 1907 aan B W gevraagd om bij alle huwelijken een boekje uit te reiken. In totaal zouden de kosten 45 gulden bedragen, ongeveer een maandloon van een arbeider. Maar dat bedrag vonden de autoriteiten veel te hoog en ze zeiden dat de vereniging die hele operatie maar zelf moest betalen. Uiteraard was 'Samen Sterk' op 1 mei present. Daar zorgde ze altijd voor een tableau. In 1904 was dat bijvoorbeeld een groep die allerlei linten met leuzen daarop vertoonde, zoals 'vakondèrwijs voor jon gens en meisjes'. 'O, hoezeer verlangen wij naar de verwezelijking van dezen eisch! Hoe veel ellende zou er verdwijnen, als iedere vrouw een vak verstond, vooral een goed betalend vak! Gelijke rechten, gelijke rech ten! Deze eenvoudige eisch, wordt nog steeds niet begrepen door zoovele mannen, die de vrouw wel plichten opleggen, maar haar rechten niet erkennen', was het kommentaar van Mathilde Wibaut. Daarmee duidde ze een probleem aan dat de vereniging in het huiselijke, zowel als in het organisatorisch leven maar moeilijk kon oplossen. Wani veel sociaal demokratische mannen ging het allemaal te ver. In april 1907 speelde 'Sa men Sterk' bijvoorbeeld op een kunstavond ten bate van de stakende jutewevers in Rijssen een toneelstuk van W.P. Stuffers. Daar was ongeloofelijk genoeg, voor bewus te arbeiders', bijzonder veel tegenwerking aan vooraf gegaan. Nog in 1910 kreeg Bertha Ogterop van de redaktie van 'De Baanbreker' (de gebroeders Onderdijk) op haar kop, toen ze openlijk kritiek had geoefend op de tegenwerking van mannen. Nog steeds waren maar een paar vrouwen in 'Samen Sterk' aangesloten bij de SDAP. Die partij was intussen begonnen met de vrouwen in eigen partij-organisaties te or ganiseren: de sociaaldemokratische vrou wenclubs. De eerste daarvan was in 1905 in Amsterdam door Mathilde Wibaut en Car rie Pothuis opgericht. Wel niet iedereen was ervoor, maar anderzijds konden dergelijke clubs voor de SDAP van nut zijn. Werd de vrouw niet beter aan de partij gebonden, dan bleef het thuisfront een ernstige belem mering voor verdere ontwikkeling van so ciaaldemokratische organisaties, meende de bekende Roosje Vos. Nu had 'Samen Sterk' het nadeel dat ze niet aan de partij gebonden was. Ze kon dus ook niet aangesproken worden als het ging om specifieke partij- en vakbewegings-gebon- den klussen, zoals huisbezoek bij verkiezin gen. Daarom werd op 19 februari 1907 uit 'Samen Sterk' een Sociaaldemokratische Vrouwenclub (SDVC) gevormd van 7 leden van het bestuur en van 17 gewone leden, terwijl 'Samen Sterk' bleef bestaan als ont wikkelingsclub. Het was ongetwijfeld niet de bedoeling deze toestand lang vol te houden, want onder leiding van Bertha Ogterop (mevr. Schoute was sekretaresse van de SDVC), ging de SDVC voort de leden van 'Samen Sterk' lid te maken van de SDAP, totdat in 1908 de meesten tot de partij waren toegetreden. Toen was 'Samen Sterk' overbodig en be sloot de vereniging op 13 mei 1908 zich op te heffen. Zo kwam een einde aan een lang proces van sociale kiesrechtbeweging naar sociaaldemokratische vrouwenbeweging. Bert Altena 15

Tijdschriftenbank Zeeland

Nieuw Zeeland | 1986 | | pagina 15