't Kan Anders over geweld en opvoeding Onderzoek Omgeving Televisie als opvoeder Agressie en geweld worden wel door elkaar gebruikt, wat meestal geen problemen ople vert. Toch zijn het niet dezelfde begrippen. Bij geweld denken we aan iets lichamelijks, iets zichtbaars. Geweld is dan een vorm van agressie. Kwaadspreken, beledigen en kren ken is weer een andere vorm: verbale agres sie. We zullen spreken van agressief gedrag, als iemand met opzet een andere persoon benadeelt of probeert te benadelen. Agressie heeft een slechte klank maar hoeft niet altijd 'slecht' te zijn. het opnemen voor de zwakkere of mindere, de verdrukte gaat meestal met agressie gepaard, maar nie mand zal dat veroordelen. T.v. kijken is voor de meeste kinderen een geliefde bezigheid. (In Japen is er al een t.v.- programma voor 2-jarigen!) Het blijkt dat de wat oudere kinderen programma's kie zen met veel geweld. Die voorkeur is niet helemaal duidelijk, maar producers maken er wel gebruik van. Ze voeren strijd om de kijkdichtheid en het ledental van hun om roep. Hoe meer leden, des te meer inkom sten en zendtijd. En daarbij: het oplossen van problemen met veel geweld is spektaku- lair. Het doorbreekt de ééntonigheid van het dagelijks leven. In kinderprogramma's zie je veel meer agressieve momenten dan mensvriendelijke. Je kunt zelfs van een agressie-piek spreken in de paar uren voor kinderbedtijd! In de V.S. heeft iedere 18-jarige gemiddeld zo'n 18.000 t.v.-moorden gezien. In ons land wordt van de jeugdseries 50% aange kocht, waarbij het grootste deel uit het land van Uncle Sam. Gaan wij dezelfde kant op? En is dat zo erg? Menig verontruste kijker is ons voorge gaan. Zeker duizend onderzoeken hielden zich bezig met de invloed van agressiebeel- den in film en op t.v. Dat er tegenstrijdige uitkomsten zijn is een welkom ekskuus voor producers en beleidmakers. Zolang de ge- leerdenhet er niet over eens zijn, kunnen ze rustig doorgaan met hun geweldsproduk- ties. Hoewel de uitkomsten van onderzoe kingen minder tegenstrijdig zijn dan mees tal (uit eigenbelang) wordt gesuggereerd, is het vanzelfsprekend dat elke onderzoeker z'n eigen oordeel heeft, vooroordeel soms, maar in ieder geval zijn vooronderstelling. Hij richt z'n onderzoek dan zo in, dat zijn stelling 'bewezen' wordt. Om welke stellingen of hypothesen gaat het nu? Allereerst zijn er enkele onderzoekers die de reduktiehypothese aanhangen. Volgens de ze hypothese vermindert de neiging tot agressie door het zien van geweldsvoorstel lingen. De stelling heeft het idee van: als ik maar genoeg mensen smakelijk zie eten, gaat mijn hongergevoel over. Deze stelling is door onderzoek niet aangetoond. Maar dat wil niet zeggen dat er geen reduktie bestaat. Het geweld op de t.v. kan als zo walgelijk worden ervaren, dat de agressie vermindert. Bij de t.v.-series Holocaust en Roots zijn zulke effekten vastgesteld en als positief ervaren. Dan is er de gewenningshypothese die er vanuit gaat, dat er na zekere tijd geen invloed van het t.v.-geweld is te bespeuren. De kijker wordt gevoelloos voor agressie- 'Een klap in z'n hand' is de titel van een zojuist verschenen boekje over 'samenleving, geweld en opvoeding'. Het is uitgebracht door de vereniging Het Kan Anders en één der hoofdstukken werd geschreven door Kees Schijve uit Oostburg. Dat hoofdstuk gaat over televisie-geweld. Voor Nieuw zeeland schreef Kees Schijve een samenvattend verhaal over dat onderwerp. Het Kan Anders is een vereniging, die ook het tijdschrift 't Kan Anders uitgeeft. Ze wil de samenhang benadrukken, die er bestaat tussen de vraagstukken van geweld, oorlog en vrede, het energieprobleem, de feminisering van de samenle ving, maatschappelijke ongelijkheid, racisme en derde wereldproblematiek. In de werkgroep 'Onderwijs en vrede' van 't Kan Anders heeft men zich de afgelopen anderhalf jaar intensief beziggehouden met 'agressie in de samenle ving'. Het boekje is er het resultaat van. Op zaterdag 24 mei zal ook de jaarlijkse werkdag van 't Kan Anders in het teken staan van hetzelfde onderwerp. Op die werkdag (in De Populier te Amsterdam) zal Kees Schijve een video-inleiding houden over 'De 'geweldige' T.V.', waarna in werkgroepen aktieplannen worden uitgewerkt. Wie het boekje wil bestellen dient 11 gulden te storten op giro 3772349 t.n.v. 't Kan Anders te Delft. Wie zich abonneert op het blad 't Kan Anders (door 21 gulden te storten op hetzelfde gironummer) krijgt het boekje gratis. beelden. Veel onderzoekers wijzen hier op het gevaar van afstomping. Het gevoel voor medelijden en andere tederheidservaringen zou afnemen. Opmerkelijk is hoeveel ou ders met graagte één van bovenstaande stellingen verdedigen. Vooral diegenen die verlangend naar de woensdagmiddag uit kijken, omdat de t.v. dan als kinderoppas kan dienen. Tenslotte is er de stimulatiehypothese die beweert, dat agressief gedrag wordt bevor derd door het zien van agressieve beelden. Goed voorbeeld doet goed volgen, maar slecht voorbeeld nog beter. De meeste on derzoekers hangen deze hypothese aan, zij het onder bepaalde voorwaarden. Zo mag het geziene niet te ver af liggen van de eigen ervaringswereld. En het voorbeeldgedrag moet nuttig zijn in de ogen van de kijker. De sociale kring waarin een kind opgroeit, de ouders, broers of zusjes, de oma waar alles mag en de tante waar niets mag, is heel belangrijk voor de ontwikkelingskansen van dat kind. De sfeer waarin het opgroeit kan zo weinig agressief zijn, dat het t.v.- geweld niet 'aanslaat'. Zelfs een afkeurende opmerking of 'het is maar een film', kan erg ontspannend werken. Het is dan ook jam mer dat zo weinig ouders op de hoogte zijn van het kijkgedrag van hun kinderen. Zeker in het geval dat er een t.v. op de slaapkamer staat. De onderzoekingen tonen in meerderheid een verband aan tussen t.v.-geweld en a- gressie van de jeugdige kijkers. Het onder zoek naar de invloed van geweld op t.v. betrof in de meeste gevallen t.v.-film met fiktief (gespeeld) geweld. Maar onderzoek van de 'nationale raad tegen t.v.-geweld' in Amerika laat zien dat uit 25 aparte studies met tekenfilm-geweld blijkt, dat er een duidelijke toename van agressie is bij de kindyen die er aan deel namen. Nieuwsgeweld schijnt niet veel anders te werken dan fiktief geweld. Wat voor geweld ook getoond wordt, het kreëert een algeme ne atmosfeer, waar agressie wordt geaksep- teerd als een deel van het dagelijks leven en wordt gezien als de beste of enige oplossing bij konflikten tussen mensen. Ook komt men tot de konklusie dat overdo sering van geweld leidt tot een verminderde emotionele reaktie en tot een verkeerd beeld van de werkelijkheid. Zo is bekend dat een kind, nadat het hoorde dat z'n oma gestorven was, onmiddelijk vroeg: 'Wie schoot haar dood?' Verder is het een fabeltje dat komisch geweld geen agressie bevordert, geweld is geen materie om mee te lachen. De mogelijkheid van negatieve beïnvloe ding door de t.v. dreigt vooral bij de zeer jeugdige kijkertjes. Immers, het zien bewe gen van mensen, het met elkaar praten, het bezig zijn met van alles en nog wat, is een imitatie van de grote-mensen-wereld met een hoge waarheidsgehalte. Het kind ziet de t.v.-beelden als een deel van de werkelijk heid. Het beseft niet dat het 'venster' op de wereld een verkeerd beeld geeft. Er zijn nog geen houdingspatronen en meningen ge vormd, zodat de invloed op het jonge kind groot kan zijn. Ouders zijn niet langer de enige opvoeders, de televisie doet mee. Maar tot welke prijs? De t.v.-programma's zijn geen afspiegeling van het werkelijke leven. Eén voorbeeld daarvan: ongeveer 50% van alle geweld is te wijten aan alkoholgebruik. In t.v.-pro- gramma's is dat slechts in 1% het geval. Daarentegen ziet de gemiddelde kijker per vervolg op pagina 21 19

Tijdschriftenbank Zeeland

Nieuw Zeeland | 1986 | | pagina 19