Vertellingen van Beziens waardige Zeeuwsche Steden HULST ONS ZEELAND 13 kant heeft vijf hooge driedeelige vensters, waarvan het middelste raam voor een deel wordt ingenomen door de huisdeur. In 't voorhuis valt op de mooie renaissance- schouw. In aansluiting daarmee zijn ook de daar ge plaatste meubelen uit het renaissance-tijdperk. De tafel is rijk en heeft fijne vormen en de kast met vier deuren is ook zeer bezienswaardig. Wat het meisje betreft op de teekening, dat is eigen lijk Mientje. Maar Mientje had geen trek om voor den teekenaar te poseeren en daarom ook is de afbeelding, voor zoover Mientje aangaat, zeker niet natuur-getrouw. Maar die meisjesfiguur doet het daar toch. De restauratie heeft heel wat geld gekost en ging met groote moeite gepaard. Vooral de reliefs in den gevel gaven veel moeite. Toen de verflaag werd weggenomen, bleek de steen zóó zacht te zijn, dat ze als zand wegliep. Men heeft toen onder verwarming met heete lucht de stukken met een verhardingsmiddel bewerkt en daarna weer overgeschilderd in zandsteenkleuren. Behalve de reliefs, die betrekking hebben op het steenhouwers-vak, zijn er drie, die bijbelsche voorstellingen geven. Men ziet het murmureerende Israël, dat water vraagt, Mozes die op de rotssteen slaat en het volk, dat gelaafd wordt bij de nieuwe bron. Het is goed, dat wij in onzen tijd geleerd hebben, de producten van vroeger eeuwen met liefde en zorg te be handelen. Hoeveel kunstschatten zijn er niet verloren gegaan, hoeveel bouwwerken zijn met den grond gelijk. gemaakt, omdat men de waarde er van niet kende en de schoonheid er in niet zag. Langzamerhand zijn daar de oogen voor open gegaan en menig kunstwerk wordt nu bewaard. „In de Steenrotse" is dan ook de moeite van het be zichtigen volkomen waard, vooral voor diegene, die nog liefhebberij en kunstzin toont voor historische bouwwer ken. Men kan dan meteen kennis maken met Mientje. En t is ook de moeite waard, eens met opmerkzaam heid te bezien, wat men vroeger heeft kunnen maken. Men moet ook niet vergeten, eens even van het achter huis door de openstaande deur in het voorhuis te kijken. Dat geeft een prachtig kiekje. En als men dan zijn bezoek op Donderdag stelt, kan men als dan profiteeren van de Middelburgsche Markt dag, bij de Zeeuwen bekend en bemind en voor niet- Zeeuwen hoogst interessant vanwege de Zeeuwsche boerenkleeding, die zich bij heerlijk zonnig weer aandoet als een schilderij van een der oude meesters, flonkerend door gouden knoopen en fantastische boerenkleeding. Vooral Engelschen, die des zomers Middelburg be zoeken, weten te profiteeren met oog en camera van dit mooie, en zij voelen zich net zoo thuis als de boeren zelf. Waarbij ook het bovenomschreven bouwwerk ,,in de Steenrotse" der vreemdelingen aandacht vraagt. En te recht. Het is zeer schoon. M. In deze rubriek zullen we in ieder nummer beschrijvingen geven van bezienswaardige steden van onze mooie Provincie. We zijn overtuigd hiermede het belang van Zeeland te dienen, en sparen moeiten noch kosten deze vertellingen zoo volledig mogelijk aan onze abonné's voor te zetten, alsmede cliche s en wat daar meer voor noodig zal blijken, in de toekomst geregeld iedere week een zoo compleet mogelijk verhaal. We vragen hiervoor speciale aandacht, omdat in Zeeland steden en andere bezienswaardigheden zijn, die door onbekendheid onder de Zeeuwen zelf, meer bekendheid met eigen land zal bevorderen. RED. (ZEEUWSCH VLAANDEREN) HULST, de voormalige hoofdplaats van het land van Waes, zulks in den tijd, dat Noord- en Zuid-Nederland, thans België, nog waren ver deeld in Graafschappen, Hertogdommen en Stichten; de hoofdplaats tevens van het vroegere Hulster-Ambacht, wordt ook nu nog beschouwd als de hoofdplaats van het voormalige Ve district, thans Oostelijk Zeeuwsch-Vlaanderen. Het is een stadje van ongeveer 4000 inwoners met een totale oppervlakte, de aan de stad behoorende om walling medegerekend, van 192 Hectaren. Het is het middelpunt eener welvarende landbouwstreek. Tot voor weinige jaren was Zeeuwsch-Vlaanderen en daarmede ook Hulst, in Nederland te weinig bekend, zelfs bij velen onbekend en daardoor onbemind. Want er was zelfs een tijd, dat men met een zekere gering schatting van de landen bezuiden de Westerschelde sprak, als van een wingewest, dat niets voor het vaderland gevoelde. Men wist dan niet, of men vergat het, dat juist de bevolking van dit gewest, na den vrede van Munster tot aan de stichting van het Koninkrijk, steeds onder knellende verordeningen van de Republiek der Vereenigde Nederlanden had moeten bukken. Zoodra echter die drukkende wetten waren opgeheven, leefde het volk op en was er nooit een streek, waar het hart warmer klopte voor land en Vorstenhuis. Thans weet ieder Nederlander wat Zeeuwsch- Vlaanderen en zijne bevolking is. Door den toenemenden handel met het binnenland, kwamen in den loop der jaren al meer handelsreizigers en andere zakenmenschen naar deze streken en leerden zoo den volksaard kennen. Maar den grootsten stoot heeft hieraan de oorlog gegeven. Toen in 1914 vreemde legerscharen het aangrenzende België bezetten, kwamen ook naar dezen grenskant honderden Nederlandsche militairen, mannen uit alle streken, en verbroederden zich met de bevolking. Van dien tijd af werd deze streek voortdurend door reizigers van de overzijde der Schelde bezocht. Al blijft deze rivier steeds een lastige scheiding tusschen het overige Nederland en deze streek, de reisgelegenheden zijn toch van dien aard, dat Hulst en de overige plaatsen op gemakkelijke en vlugge wijze zijn te bereiken. De Provincie exploiteert verschillende stoomboot diensten, die de eilanden met het vasteland verbinden.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1926 | | pagina 15