I V,' X ONS ZEELAND Het Stadhuis In een overwelfde kamer in den toren, daar waar eertijds de stadsgriffie gevestigd was, worden de ar chieven bewaard en daaronder in een rijkdom aan oude charters, oorkonden enz. Een ander historisch gebouw is het Landshuis in de Steenstraat. Dit gebouw werd in 1655 opgericht op de fundamenten van het vroegere Landshuis, zoo genoemd omdat het diende als regeeringsgebouw voor het sche pencollege van het Land van Hulst of Hulster-Ambacht. In dit gebouw sprak ook de vierschaar recht in gewone strafzaken en dezelfde zaal waarin die vierschaar zetelde, is nu nog de rechtszaal van het Kantongerecht. In deze zaal vindt men een prachtige marmeren schouw uit den tijd der stichting en daarboven een schilderij, voorstel lend de gerechtigheid, door den Antwerpschen schilder Jordaens in 1663 geschilderd. Boven den ingang van het gebouw is een arduinen plaat, waarop de wapens der Staten van Holland en Hulster-Ambacht, door een band vereenigd, waren uitgebeiteld. De schennende handen der Fransche over weldigers van 1794 hebben echter deze versierselen weggekapt. Het Landshuis was tot voor enkele jaren eigendom der gemeente Hulst, thans heeft de Staat der Nederlanden het eigendomsrecht. Toen in 1645 de stad voorgoed in handen der Staatschen kwam, waren in Hulst een minderbroeders klooster, eene refuge van de abdij 1 en Duijnen, eene refuge van de abdij van Baudeloo, eene refuge van de abdij van Cambron en een hospitaal der zusters van het St. Elisabethsgasthuis te Antwerpen. Bij de reductie werden al deze instellingen opgeheven en hun goederen geconfisceerd. Van het minderbroedersklooster is niets meer te zien. Het laatste wat er van overeind was gebleven was de kerk, die tot arsenaal was ingericht en in 1821 is afgebroken. Dit klooster stond tusschen den wal de Vestdijk en de Overdamstraat. In laatstgenoemde straat stond ook de refuge van Cambron, waarvan evenmin een spoor is overgebleven. De beide andere refuges bestaan nog gedeeltelijk: die van de Abdij Ten Duijnen, staat tegenover het Landshuis in de Steenstraat en werd ingericht in het veel oudere Steen (burgt) der graven van Vlaanderen. De Steenstraat zou aan dit gebouw haar naam ontleenen. Het gedouw is thans een particuliere woning en niet meer zoo uitgebreid als toen het den klootserlingen tot verblijfplaats verstrekte. Deniet meer middeleeuwsche zijgevel aan de zuidzijde toont duidelijk aan, dat daar na de reductie een gedeelte moet zijn weggebroken. De voorgevel is gemoderniseerd, maar de noordelijke zijgevel, de achtergevel en daaraangebouwde 30 M. hooge burgttoren, zijn nog intact gebleven. De Refuge van Baudeloo heeft haar ingang naast het Stadhuis. Eerst particulier eigendom, is het in de vorige eeuw in het bezit gekomen van de Congregatie der Zusters van Roozendaal, die er sinds een drie kwart eeuw een meisjespensionaat en verschillende scholen besturen, alle opgericht op de gronden van het vroegere kloosterhof. Het woonhuis der eerwaarde zusters is het oude kloosterhuis, waarop een kort torentje met spitsen kop.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1926 | | pagina 11