ONS ZEELAND
11
Ingezonden,
's-Gravenhage, Januari 1926.
In één van de Zeeuwsche nieuwsbladen las ik de me-
dedeeling, dat op 15 Januari 1926 te Goes is opgericht
een vereeniging van Friezen, onder den naam ,,Zuid
Beveland" (in het Friesch geloof ik: „Suud-Bevelan
Bij het lezen van dit bericht dacht ik: Waar blijven
de Zeeuwen in Zwolle, Arnhem, 's-Hertogenbosch, Lei
den, Delft en dergelijke plaatsen met de oprichting van
een vereeniging van Zeeuwen? En waar blijven in de
plaatsen Rotterdam, 's-Gravenhage, Amsterdam, Flaar-
lem en Utrecht, de vele, nog geen lid van de daar be
staande Zeeuwsche Vereenigingen, zijnde Zeeuwen?
In eerstgenoemde plaatsen is het aantal Zeeuwen, dat
er woont, toch zeker wel zoo groot, dat er een flinke
vereeniging ko nzijn en is laatstgenoemde plaatsen is
het aantal leden toch nog betrekkelijk klein in verhou
ding tot het aantal Zeeuwen, dat er woont en dus lid
kon zijn. Waar blijven de Zeeuwen?
Ook vernam ik, dat een Friesch blad ik meen dat
het It. Heltelau" heet o.m. in Amerika 1000 abonno s
heeft.
Wij Zeeuwen hebben nu ook een blad. Hier kan ik
nog niet vragen „waar blijven de Zeeuwen?' want
we staan hier nog aan het begin en ik hoop dan ook, dat
later niet zal gevraagd behoeven te worden waar ze blij
ven.
Wat ik nu wel kan vragen is, hoeveel abonne's mag
de administratie inschrijven? De Friezen hebben ook een
bond van Friesche Vereenigingen; de Zeeuwen hebben
nog geen bond van Zeeuwsche Vereenigingen.
Waarde Zeeuwen, zult gij misschien zeggen, dat ik
de Friezen en Zeeuwen met elkaar ga vergelijken en dan
tot uitkomst krijg, dat eersfgenoemden zoover vooruit
laatstgenoemden zijn met betrekking tot het vereenigings
leven?
„Neen", kan ik daar niet op ten antwoord geven; ik
mag voor de werkelijkheid de oogen niet sluiten en moet
dus, al valt mij dat niet licht, ja antwoorden.
Ik zou zoo gaarne willen zeggen, dat wij geen stap
bij haar ten achter staan, maar
Doch nu de vergelijking in ons nadeel uitvalt, mag dit
ons echter niet ontmoedigen; er zijn hiervoor zeker ver
zachtende omstandigheden aan te voerenMen ver-
lieze n.l. niet uit het oog, dat ons vereenigingsleven nog
jong is.
Zullen wij dan ook niet zoover komen? Zeker, wij
mogen vertrouwen, dat wij langs lijnen van geleidelijk
heid het gewenschte resultaat zullen bereiken. Het ligt
dan ook allerminst in mijn bedoeling hier een klaagtoon
aan te heffen, want naar mijn overtuiging kunnen wij
dankbaar zijn voor hetgeen wij reeds hebben bereikt.
Onze bijeenkomsten zijn steeds goed bezocht, de geest
is goed, wij hebben een flink zangkoor, een werkzame
tooneelclub, een aardig orkestje, aan de vorming van een
archief en bibliotheek wordt gewerkt; wij kunnen dus
zeggen, dat de zaak goed loopt. Juist nu wij reeds zooveel
bereikt hebben, moet dit een spoorslag zijn om ijverig
voort te gaan; voort te gaan ook in samenwerking met
de Zustervereenigingen. In eensgezindheid werken wij
dan, om „Zeelandia" groot te maken. En dan vraag ik
weer: waar blijven de Zeeuwen, die zich nog niet bij ons
aansloten? Leden, tracht deze Zeeuwen voor het lidmaat
schap te winnen.
IK BEN DE REKLAME.
IK KWAM IN DE WERELD ZOOALS HET
GESPROKEN WOORD IN DE WERELD KWAM,
LANGZAAM, GELEIDELIJK EN DOOR DRANG
DER NOODZAKELIJKHEID.
IK BEN TOT KWAAD GEBRUIKT, DOCH
MEESTAL TOT GOED.
IK KAN NOG TOT KWAAD GEBRUIKT
WORDEN, DOCH ELKEN DAG WORDT HET
MOEILIJKER MIJ ZOO TE MISBRUIKEN.
IK BEN TEGELIJK WERKTUIG EN EEN LE
VENDE KRACHT, ALS GIJ MIJ MET VER
STAND GEBRUIKT, BEN IK EEN WERKTUIG
IN UW HANDEN.
INDIEN GE MIJ MISBRUIKT ZAL MIJN
TWEESNIJDENDHEID U VERMINKEN EN
VERNIETIGEN, INDIEN GE MIJ NIET GE
BRUIKT, BEN IK EEN KRACHT, DIE PLAN EN
DOEL DIE UW ZAAK BEZIELEN TEGEN
WERKT.
IK SPREEK DUIZEND TALEN EN HEB EEN
MILLIOEN STEMMEN, IK BEN DE GEZANT
DER BESCHAVING, DER WETENSCHAP
DIENSTBAAR EN DE VADER DER UITVIN
DING.
IK HEB DE PRAIRIE BEVOLKT EN MET
MIJN HULP HEEFT DE HANDEL TWEELING
RAILS VAN GLIMMEND STAAL OVER HET
VASTELAND GELEGD, EN EEN NET VAN
KOPER TOT IN DE VERSTE HOEKEN DER
AARDE
IK BEN DE VRIEND DER MENSCHHEID,
WANT IK HEB HET LEVEN VAN DEN EEN-
VOUDIGEN BURGER VOORZIEN VAN HON
DERD GERIEFELIJKHEDEN DIE VOORHEEN
EEN KONING ONTZEGD WAREN.
IK HEB ZUIVER VOEDSEL, GEZONDE
WARMTE, MUZIEK, BEHAGELIJKHEID, EN
GEMAK IN HONDERD MILLIOEN WONINGEN
GEBRACHT.
IK HEB DE MUREN DIE DEN LANDMAN
ISOLEERDEN OMVER GEWORPEN, EN HEM
VERBONDEN MET EEN WERELD VAN BE
LANGEN BUITEN HEM.
IK HEB GROOTE FABRIEKEN GEBOUWD
EN BEVOLKT MET MANNEN EN VROUWEN,
DIE DEN ARBEID WELKE IK SCHEP LIEF
HEBBEN.
IK HEB HANDELSVORSTEN GEMAAKT
VAN KLEINE WINKELIERS EN DE SCHAT
TEN VAN EEN MONTE CHRISTO GEWOR
PEN IN DEN SCHOOT VAN HEN DIE MIJN
KRACHT BEGRIJPEN.
IK BEN EEN BRUG DIE ALLE AFSTANDEN
OVERSPANT EN DE GEHEELE WERELD AAN
UW DEUR BRENGT, GEREED EN VERLAN
GEND OM UW GOEDEREN TE KOOPEN.
IK VIND NIEUWE MARKTEN EN VERGA
DER DE GOEDEREN DER WERELD IN EEN
HANDVOL BEDRUKTE BLADZIJDEN.
IK BEN DE VRIEND EN TEVENS DE VIJ
AND DER CONCURRENTIE, DAAROM DIE
MIJ HET EERST VINDT IS GELUKKIG EN
WIJS.
WAAR HET TIEN CENT KOST OM MIJ GIS
TEREN TE HUREN, KOST HET GULDENS
VANDAAG EN MORGEN RIJKSDAALDERS,
DOCH DIE MIJ GEBRUIKT DIENT VERSTAND
TE HEBBEN, WANT IK VERGELD ONWE
TENDHEID MET VERLIES EN WIJSHEID MET
DE WEELDE VAN CROESUS.
MET MIJ SPELT MEN DIENST, ECONOMIE,
WEELDE EN GELEGENHEID, WANT IK BEN
HET EENIGE UNIVERSEELE ALPHABET.
IK LEEF IN ELK GESPROKEN WOORD EN
IN ELKEN GEDRUKTEN REGEL, IN ELKE GE
DRUKTE GEDACHTE DIE DEN MENSCH TOT
HANDELEN BEWEEGT EN IN ELKE DAAD
DIE KARAKTER TOONT.
IK BEN DE REKLAME.