Zeeuwsche Geschiedenis Weekblad tot Bevordering van Zeeland's Handel en Industrie Tevens Officieel Orgaan voor de Zeeuwsche Vereenigingen in Nederland Jaargang 1926 No. 2 30 Jan. 1926 Aanvragen omtrent ad- vertentièn in ditWeek- blad richte men uitslui tend tot G. Martius Jr., Tetterodestraat 44, Haarlem Uitgave der N. V. Uit gevers-Mij. „DeOogst" Blaricum Tel.393.Girono. 100339 Stukken bestemd voor Redactie te zenden aan M. P. Cornelisse, Coltermansstr. 14 rood, Haarlem Losse nummers a f 0.15 op aanvraag bij de Uit geefster. Abonnements prijs f 1.25 p. kwartaal. Advertentieprijs f 0.35 p.r.Bij contract lager tarief, op aanvraag verkrijgbaar Door DE Z. Mededeelingen omtrent het ontstaan van Zeeland, de oude be- woners en hunne gebruiken, het ontstaan van plaatsnamen enz. uit: Onze Voorouders van Vragtglas, uit werken van Smallegange, Dr. de Man, Dr. Blink e.a. Als bronnen ter bestudeering van Zeeland's geschiedenis, kunnen o.m. de volgende werken worden vermeld: Chronyk, geschreven door Mr. Eindius, welke Chronyk Qp last der Staten v. Zeeland in 1624 in 't Latijn werd gedrukt. Chronyk geschreven door Mr. Reigersbergh van Cortgene, heer van Haemstede, uitgegeven in 1551 te Antwerpen en vermeerderd door Boxhorn. Chronyk van Smallegange, 1696, waarin veel overgenomen uit bovenstaanden en uit oude handschriften. Walchersche Arcadia, Gargon, 1715. Speeleveld (Ingenieur) Brieven 1808. Ermerins, Zeeuwsche oudheden. De Kanter en Dresselhuis, Zeeland 1824. Vragtglas, Onze Voorouders 1883. Dr. Blink, Van Eems tot Schelde, 2e deel. 't Herstelde Nederland onder leiding Dr. Dozy. Zeeland door Polman Kruseman. De Aardbol 1841, waarin beschrijving Zeeland door v. Oosterzee. Plaatsbeschrijvingen van Kesteloo, Dr. de Man, Stamperius e.a. Verhandelingen Z. Genootschap te Middelburg. Zelandia Illu stratie. Deze werken zijn meest alle in de Kon. Bibl. te 's-Gravenhage voorhanden. ZEELAND. In verband met de doorbraak der krijtlaag, die het tegenwoordige Frankrijk van Engeland scheidt, ontstond enkele eeuwen voor onze jaartelling, w.l. door verande ring van getijde en door den invloed van wind en stroom een zandbank, langs de kusten van Calais tot aan het Skagerak. Op deze plaat, hier en daar ver broken door de zeegaten der groote rivieren, waaiden langzamerhand de ongelijke zandheuvels op, welke wij duinen noemen. Ze zullen slechts een zwakke zeewering hebben uitgemaakt. In de 12e eeuw wordt eerst van duinen gesproken. Achter die zandbank zal toen een binnenzee over zijn gebleven. Hierin slibde, gelijk meestal aan den mond der groote rivieren een delta aan, terwijl tevens met den modder kwamen aandrijven, groote hoe veelheden, door het water ontwortelde eiken- en berke- boomen, welke als zoogenaamd kiemhout, van 6 tot 10 Meter diep, in onzen bodem verscholen liggen. Dat ook latere bosschen tot dien onderaardschen houtstapel heb ben medegewerkt, is licht mogelijk. Zoo ontstond in den zeeboezem een plaat, en daarna een met diepe kreken doorkronkelde schor, gelijk men dat in onze stroomen nog waarnemen kan. De plantengroei ging onbelemmerd voort: Zaden door vogels aangebracht, wiessen snel op, en zoo kwam er in plaats van de watervlakte een met hout begroeid moeras; een moerasbosch met zoo onvasten bodem, dat Plinius schrijft, dat het aan onze Kusten dikwerf onzeker was, of men met water dan wel met land te doen had. Volgens overlevering stonden de hoornen zoo dicht bij elkander, dat zij beletten, dat de

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1926 | | pagina 3