10
ONS ZEELAND
ZEEUWSCHE FINANCIEELE BERICHTEN.
Zeeuwsche Hijpotheekbank.
Nadere bijzonderheden i. z. de uitgifte van
200.000 aandeelen.
In aansluiting op een bericht betreffende de aandee
lenuitgifte der Zeeuwsche Hijpotheekbank ontleenen
wij aan de toelichting uit het prospectus nog het vol
gende:
Tot deze uitgifte wordt overgegaan, omdat volgens
de statuten het bedrag der pandbrieven niet meer mag
bedragen dan het tienvoud van het geplaatste maat
schappelijk kapitaal. Het geplaatste maatschappelijk
kapitaal bedraagt thans 1.400.000.
Daar reeds een bedrag van 13.800.000 aan pand
brieven uitstaat, is de door de statuten aangegeven
grens bijna bereikt en meent het bestuur door tijdige
uitgifte van nieuw kapitaal zorg te moeten dragen voor
een ongestoorde voortrzetting van het bedrijf. De koers
van uitgifte is bepaald op 150 Na aftrek der kosten
op deze uitgifte vallende, wordt het agio gestort in het
reservefonds. De nieuwe aandeelen deelen in de winst
over het boekjaar 1926-1927. Aandeelhouders ontvan
gen uit de winst vooraf een dividend van 5 en van
de resteerende winst te zamen 45 voor zoover door
aandeelhouders zelf niet een deel daarvan voor het re
servefonds wordt bestemd. Over de laatste vijf jaren
werd resp. 15, 16, 16, 18 en 19 dividend uitgekeerd.
In het boekjaar 1920-21 werd de Maashypotheekbank
overgenomen. In 1920 werden door de ministers van
Waterstaat en van Financiën, op voorstel van den
Raad van Toezicht der Rijkspostspaarbank de pand
brieven onzer Bank geplaatst op de lijst der fondsen,
waarin de gelden van deze instelling mogen worden
belegd.
Het loopende boekjaar, eindigende ultimo Februari
1926, is alleszins gunstig.
Bij volstorting der aandeelen wordt uit de winst 4
per jaar uitgekeerd over de onverplicht gestorte 90
De storting op de toegewezen aandeelen moet plaats
hebben uiterlijk 24 Februari 1926 bij het kantoor van
inschrijving. De inschrijving staat o.m. open te Amster
dam bij de firma Van De Gyselaar, Wed. Gerbert
Rebel, Den Bandt Gouda; te Rotterdam bij de firma
Van den Broek Kalkman, H. C. Voorhoeve Co., te
's Gravenhage bij de Rotterdamsche Bankvereeniging.
ALGEMEENE MEDEDEELINGEN.
De Redactie doet een dringend beroep op heeren
Secrearissen der Zeeuwsche Vereenigingen, mededee-
lingen voor te houden feest- of bijeenkomstavonden,
uiterlijk Zaterdagsmorgens te verzenden, zoodat de
Redactie daarvan Zaterdagsavond in bezit is.
De berichten of programma's worden dan geplaatst
in het eerstkomende nummer.
Men zende aan de Redactie alleen berichten of stuk
ken het redactioneele gedeelte betreffende. Voor het
overige raadplege men het titelblad.
RED.
Uit een oude Reisgids.
In vele plaatsen van ons land bestaan vereenigingen
tot 't bevorderen van het vreemdelingenverkeer en de
meeste van deze nuttige instellingen geven goed ver
zorgde gidsen uit, welke de noodige belangstelling moe
ten wekken voor plaats en omgeving en waarin al die
gegevens worden verstrekt, die van belang kunnen zijn
voor den verwachten toerist.
Wat de gewestelijke organisaties doen voor eigen
kring, doet de Algemeene Nederlandsche Vereeniging
voor Vreemdelingenverkeer te 's-Gravenhage voor het
heele land. Veel en mooi zijn de uitgaven over ons land,
die deze vereeniging verspreidt met de bedoeling land
genoot en vreemdeling van de gewenschte voor- en toe
lichting te voorzien.
Hoewel sporadisch, werden er in vroegere tijden ook
reisgidsen uitgegeven. Zoo zag in 1689 te Amsterdam
een tweede en in 1700 een derde druk het licht van een
reisboek, dat betrekking had op de Vereenigde Neder
landsche Provinciën en de overige landen van Europa,
met uitzondering van Zweden en Denemarken. Daarin
werd een nauwkeurige beschrijving gegeven der voor
naamste steden met een aanwijzing der verschillende
verkeersmiddelen schuit- en wagenvaarten bene
vens een opsomming der voornaamste hotels. In dit op
zicht kwam het werk dus heelemaal overeen met de
tegenwoordige uitgaven.
Doch verder bevatte de Gids een eeuwigdurende alma
nak, die zonder eenige verandering ten allen tijde ge
bruikt kon worden en tabellen over het verschil in ge
wichten de voornaamste steden.
Bovendien kwam er in voor een opsomming van
eenige korte ,,geapprobeerde remediënvoor ziekten
en kwalen, welke iemand op reis kan overkomen:
„Door het hotsen van wagens komt het dikwijls te
gebeuren, dat de neus aan het bloeden geraakt. Neemt
dan een stuk kryt in uw handen, of drukt een duit
tegen het voorhoofd aan, of neemt het afschraapsel
van een koperen ketel, steekt dat met wat pluksel
van binnen in de neus en het bloeden wordt gestuit."
„Krijgt iemand keelpijn, zoo moet hij nemen, ge
kapte rapen met wat koemest, dat dooreenmengen, in
bier koken en om den hals binden."
„Het gebeurt, dat reizigers bij wijlen op bedsteden
komen te slapen, die somtijds met luizen bezaaid zijn.
Men neme dan een band van zeemleer, waarin men
moet naaien eenig kwikzilver en drag dien op het
lichaam, 't Is afdoende tegen genoemd ongemak. Ook
het mos, dat op kistresten groeit op de kerkhoven is
een probaat middel."
Verder achtte de samensteller zich ook verplicht de
noodige waarschuwing te doen hooren voor listen en
lagen van slechte lieden. Hij meende, dat in de allereer
ste plaats de reizigers moesten gewaarschuwd worden
voor de volgende vier „zwarigheden" n.l. „Speelders,
Roovers, Dieven en Vrouwen". De laatste categorie was
volgens hem even gevaarlijk als de drie eerstgenoemde
gezamenlijk.
„Pas op voor lieden, die kwansuis uit tijdverdrijf
met u willen spelen. In 't eerst zullen zij u maar laten
winnen. Gij zult de inzetten verdubbelen en dat is het
juist, waarop zij loeren. Gij zult gaan verliezen, tot
dat gij niets meer bezit."